Hans Overduin

130 Artikelen
19 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Hans Overduin doceerde geschiedenis in het middelbaar onderwijs en bij de Koninklijke Landmacht. Hij raakte geïnteresseerd in volkscultuur door zijn specialisatie in de Middeleeuwen en de middeleeuwse literatuur.
Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Faust en een Gelders spookkasteel

Nederland telt enkele gerenommeerde spookkastelen. Daar kan je je schouders over ophalen, je wenkbrauwen diep over fronsen, het maar overlaten aan de parapsychologie of er heilig in geloven. Feit is dat diverse sagen en legenden in Nederland getuigen van gebouwen, meestal kastelen en kloosters, waar het niet pluis is. En de moderne sagenvorming (urban legends, broodjeaapverhalen) doet daar nog eens een stevige schep bovenop: doorzichtige verschijningen die niettemin over een enorme fysieke kracht blijken te beschikken en je met alle plezier van de trap duwen, klopgeluiden maken, stemmen laten klinken en dergelijke. (Voormalige) psychiatrische ziekenhuizen schijnen hierbij toplocaties te zijn. In dit verhaal stel ik mij wat nuchterder op en houd ik mij zoveel mogelijk aan de beschrijving van feiten.

In kasteel Waardenburg in het Gelderse Neerijnen (West-Betuwe) spookt het niet alleen, het heeft ook een bijzondere band met de legendarische doctor Faustus en is daarbij (naast Leeuwarden) één van de bekendste plaatsen in Nederland waar Faust volgens de verhalen geweest zou zijn. We beginnen met twee feitelijke onderwerpen: het bestaande kasteel Waardenburg en de historische doctor Faustus.

Kasteel Waardenburg

Dit oorspronkelijke houten motte-kasteel (ringburcht op een kunstmatige verhoging) dateert uit 1265. Het was niet bepaald uniek, omdat de meeste middeleeuwse kastelen in Nederland zijn begonnen als een houten ringburcht. De stichtingsdatum echter is bij uitzondering exact bekend. In dat jaar deed ridder Rudolph de Cock aan zijn leenheer, graaf Otto II van Gelre, het verzoek een (versterkte) woning te mogen bouwen. Zijn zoon Rudolf en kleinzoon Johan bouwden het kasteel verder uit met onder meer in 1283 ‘den sael ende ronde toern’, ongetwijfeld van steen.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | De hut van Baba Yaga

COLUMN - Op 4 augustus 1873 overleed de Russische kunstschilder, beeldhouwer en architect Viktor Aleksandrovitsj Hartmann. Geneer je niet als de naam je niets zegt, want hij heeft de Galerij der Groten niet gehaald.

Ter nagedachtenis richtten zijn vrienden, die allen streefde naar een oorspronkelijk Russische kunst zonder buitenlandse invloeden, kort na zijn dood in 1874 een tentoonstelling in met zijn beste werken. Geen van die schilderijen heeft de tijd overleefd en we weten dus niet hoe het schilderij met bijvoorbeeld de hut van Baba Yaga er uit heeft gezien. Toch kunnen we een indruk krijgen aangezien er van Hartmann een ontwerp van een klok bewaard is gebleven dat de bewuste hut voorstelt.

Wat wel overleefde en zelfs wereldberoemd werd, was de suite van pianowerken die Hartmann’s grote vriend Modest Mussorgski als klankverbeelding van de tentoonstelling schreef en dat sindsdien kortweg bekend staat als ‘De schilderijententoonstelling’ of in de rockbewerking van Emerson, Lake and Palmer uit 1971 als ‘Pictures at an exhibition’. De buitenzijde van de LP-klaphoes toont als verwijzing naar de verloren gegane kunstwerken slechts lege lijsten, maar die zijn aan de binnenzijde opgevuld met nieuwe schilderijen. In het midden hangt het schilderij getiteld ‘The Hut of Baba Yaga’, verwijzende naar het gelijknamige deel 15 van de suite van Mussorgski.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Zwarte Piet (4)

Het vorige deel ging in hoofdzaak over de verschillende interpretaties van de Sint-en-Piet-traditie door de Germaans-mythologische school en de latere legendarische school. Ook legde ik de nadruk op de complexiteit van deze tradities, zowel verticaal (historisch) als horizontaal (geografisch).

Voorzichtigheid is altijd geboden: dat bepaalde fenomenen een bepaald motief delen (bijvoorbeeld het straffen van stoute en belonen van brave kinderen, dat ook wordt gepraktiseerd door Vrouw Holle, Grýla en Perchta) wil niet per definitie zeggen dat ze behoren tot eenzelfde traditie. Het vereist zelfs een bewuste keuze en afbakening om uit te maken welke fenomenen nog wel tot de (oude) sinterklaastradities behoren en welke niet meer.

Zonnestelstel Sint

Het is als met ons zonnestelsel: de acht kernplaneten met hun manen horen hier ongetwijfeld bij en de voorbij Neptunus rond de zon cirkelende dwergplaneten ook, maar de Kuipergordel vormt voor velen gevoelsmatig de grens van ons zonnestelsel, terwijl anderen de nog verder liggende Oortwolk er nog bij rekenen, hoe hypothetisch die ook is. Maar ook buiten de veronderstelde Oortwolk cirkelen nog grote rotsblokken in een baan om de Sint. Om nog maar te zwijgen van de eveneens hypothetische planeet ‘X’: het zou wel zo leuk zijn als er ooit vanuit een vergeten archief of orale traditie van een pas ontdekte bergstam totaal nieuwe feiten omtrent Sint en Piet naar boven komen.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Zwarte Piet (3)

ACHTERGROND - Eigenlijk had dit deel het slotdeel van het drieluik over Zwarte Piet (en Sinterklaas) moeten worden, maar om de complexe stof enigszins tot zijn recht te laten komen moet ik er volgende keer toch nog een deel aan vast plakken. Het tweede deel ging over de twee sporen die het sinterklaasfeest bewandelt: het bekende spoor van het huidige feest (‘nieuwe sinterklaasfeest’) dat zijn wortels heeft in de volle Middeleeuwen en een veel ouder spoor dat volgens mij zijn wortels heeft in de aloude seizoensfeesten en bijbehorende vruchtbaarheidsriten (‘oude sinterklaasfeest’).

Maar er is nog een derde spoor – beter gezegd spoor 2b – en dat is het spoor van dodencultus, voorouderverering en Germaanse mythologie. Is de huidige zwartepietendiscussie bijna uitsluitend politiek en maatschappelijk van aard, de terugvoering van Sinterklaas op de Germaanse mythologie is een wetenschappelijke discussie, maar niet minder fel.

Mocht je veronderstellen dat de zwartepietendiscussie inmiddels wegens een overdaad aan bewijs van de voorstanders het zwijgen is opgelegd – maar niets is minder waar -, hetzelfde geldt voor de wetenschappelijke discussie aangaande Sint en Wodan. De bron van deze discussie ligt niet bij Jan Schenkman maar bij Jacob Grimm, die net als Schenkman niet kan worden bestempeld als de kwade genius.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Zwarte Piet (2)

COLUMN - In het eerste deel van dit artikel had ik het voornamelijk over de figuur van Zwarte Piet zoals die in 1850 door Jan Schenkman c.q. zijn illustrator J.W.A. Hilverdink is gecreëerd en hoe deze figuur zich tot op heden ontwikkeld heeft. In dit vervolg gaan we zoals toegezegd een heel andere kant op.

Ik sla de periode van de Middeleeuwen tot Schenkman, waarin het Sinterklaasfeest zoals we dat nu kennen zich heeft ontwikkeld, gemakshalve even over en ga terug naar oeroude tijden. De tradities die daaruit zijn voort gekomen, zijn karakteristiek voor volkscultuur: ze versmelten met elkaar, soms geheel en soms gedeeltelijk, ze gaan nieuwe verbintenissen aan, ze verdwijnen en ze worden heruitgevonden. En zo voort. Volkscultuur is wat dat betreft eigenlijk één grote promiscuïteit. Op deze plek kan ik, complex als de stof is, eigenlijk alleen enkele wegwijzers plaatsen en een paar deuren openzetten.

Er waren eens

In vroeger tijden maakte men zich niet druk om het wel of niet afschaffen van dividendbelasting. Sterker nog, in de Prehistorie had men maar twee zorgen: hoe blijf ik in leven en hoe plant ik mij voort (houd ik mijn soort in stand). Vooral in het Neolithicum, wanneer naast het jagen en vissen de landbouw en veeteelt opkomen, is de mens sterk afhankelijk van de seizoenen.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Zwarte Piet (1)

LONGREAD - Je kunt van het ons met enige regelmaat falende rechtsapparaat zeggen wat je wilt, maar het ruim één maand vóór de nationale intocht van Sint Nicolaas voor de rechter slepen van vierendertig ‘Helden van Dokkum’ getuigt van een perfecte timing. Als het een beetje meezit hebben we er na de definitieve uitspraak van de rechter begin december vierendertig ‘martelaren’ bij. Een betere scheut olie op het vuur had ik niet kunnen bedenken.

Diezelfde timing dwong mij ertoe een idee over een blog over Zwarte Piet vervroegd te realiseren. Ik kan bij de naderende burgeroorlog niet doen of mijn neus bloedt en ik wil de feiten voor zichzelf laten spreken. Ik zal de zwartepietendiscussie niet mijden, maar wil me er niet al te diep in mengen. Lafhartig schuif ik die Zwarte Piet door (de uitdrukking komt overigens uit een kaartspel), maar ik zal aan het slot wel enkele conclusies trekken.


Het is uiteraard onmogelijk in twee of drie columns een doorwrochte studie over Zwarte Piet te publiceren. Dat zou minstens een geschiedenis ter grootte van een ‘lijvig, in kalfsleder gebonden band’ (Maarten Toonder) vereisen en zo soepel is de redactie van Sargasso qua plaatsruimte niet. Zelfs historicus Frits Booy had voor zijn minimale overzicht Het verhaal van Zwarte Piet (2014) nog vijftien pagina’s nodig. Ik moet helaas een hoop namen, termen, feiten en zinnige hypothesen onbesproken laten en mij tot een rode draad beperken, hetgeen bij een zo complex fenomeen als Zwarte Piet ook geen kwaad kan. Ik zoek een antwoord op slechts deze vragen:

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Zin en onzin over Halloween

ACHTERGROND - Een paar decennia geleden zijn er een paar feesten overgewaaid uit het land aan de andere zijde van de Atlantische Oceaan, meer specifiek: Valentijnsdag en Halloween. Beide feestdagen zijn door emigranten meegenomen uit Europa en kort door de bocht kun je redeneren dat de Amerikanen deze feesten voor ons behouden en bewaard hebben, althans voor de Nederlanders, want elders in Europa zijn deze feesten nooit weggeweest.

Met name Halloween is behoorlijk gedeformeerd tot ons gekomen, positiever gezegd: in zijn laatste ontwikkelingsfase waarbij speelsheid en commercie de boventoon voeren. Vervolgens hebben met name orthodox-christelijke gemeenschappen (orthodox-gereformeerden en evangelikalen) zich, niet gehinderd door grondige kennis terzake, tegen Halloween gekant als zijnde een orgie van hekserij, magie en dood. En dat is jammer, want de oorsprong van Halloween verraadt heel andere intenties. En omdat over ruim drie weken ook in Nederland weer Halloween gevierd gaat worden en er ongetwijfeld weer enige flauwekul het net op zal worden geslingerd, wil ik dit voor zijn door de nodige feiten op een rijtje te zetten. Want Halloween is een intrigerend brok – van origine – Keltische volkscultuur.

De christelijke traditie

De naam Halloween (of Hallowe’en; ‘hallow’ betekent ‘holy’) komt voor het eerst voor in 1745 en is een samentrekking van de woorden All Hallows’ Evening en staat ook bekend onder de namen Allhalloween, All Hallows’ Eve (1556) of All Saints’ Eve, die duidelijker verwijzen naar het Rooms Katholieke en Anglicaanse hoogfeest van Allerheiligen (All Hallows’ Day) waarop de gedachtenis aan alle christelijke heiligen en martelaren en in feite alle christenen die reeds in de hemel zijn wordt gevierd. De Oosters-Orthodoxe Kerk kent een soortgelijk feest rond Pinksteren, maar dat is een verhaal apart. Allerheiligen wordt sinds de instelling door paus Gregorius IV op 1 november gevierd.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Reliekenverering (3)

ACHTERGROND - Vandaag de laatste van drie blogs over relieken (één, twee) en wel over relieken in de Oosters-Orthodoxe Kerk, de verzameling oosterse kerken onder leiding van Oecumenisch Patriarch Bartholomeus I van Constantinopel.

In West-Europa is de betekenis van relieken voor de gelovigen flink afgenomen. In de Oosters-Orthodoxe Kerk ligt dat anders. Een chaos zoals die in het westen ontstond en waarbij namaak, fraude en opportunisme een rol speelden, heeft het oosten niet gekend. Niet dat het allemaal koek en ei was, maar met criminaliteit als in het westen werd de kerk van Constantinopel niet geconfronteerd. Bovendien bleef het oorspronkelijke doel van de reliekenverering hier het best bewaard: deel krijgen aan het heilige. De echtheid van relieken speelt daarbij een ondergeschikte rol. Het kerkvolk kent zijn eigen waarheid.

Relieken in de oosterse kerken

De meest vereerde oosterse relieken zijn de stukken van het Heilig Kruis. Het grootste stuk bevindt zich in het Xiropotamou-klooster op Athos. De ‘gordel van Maria’ (zoni) die zij bij haar Tenhemelopneming volgens de legende aan de apostel Thomas geschonken zou hebben, is een goede tweede. Van deze gordel zijn meerdere exemplaren bekend. De O.L.V. Basiliek in Maastricht bezit er eentje, maar ook het Vatopedi-klooster op Athos. Deze laatste is gemaakt van kameelhaar en van edelstenen voorzien door keizerin Zoë (978–1050). Op de derde plaats staan botten en kledingresten van heiligen.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Reliekenverering (2)

COLUMN - [Het eerste deel van dit stuk ging over het ontstaan van de reliekenverering, over de essentie ervan en over de wijze waarop dit fenomeen volledig uit de hand liep. Zozeer zelfs, dat de kerk van Rome zich genoodzaakt zag in te grijpen.]

De Reformatie dwong de Rooms-Katholieke kerk kritisch naar zichzelf te kijken. Tijdens het Concilie van Trente (1545-1563) ging praktisch de hele kerk niet zozeer naar essentie maar wel naar vorm volledig op de schop. Ook de reliekenverering werd aangepakt. Door de grote vraag naar de stoffelijke resten van de heiligen was het fenomeen in corrupte en niet zelden criminele sfeer terechtgekomen, met als gevolg talrijke vervalsingen, diefstal en misbruik. Niet zelden door de kerk zelf, want relieken bleken veel geld en aanzien aan te trekken.

Om te beginnen begon de kerk protocollen en procedures op te stellen om de echtheid van de relieken, waarvan er vele onecht waren, vast te stellen. Met de middelen van toen was dat onderzoek vrij beperkt, maar het was in feite het begin van de wetenschappelijke bestudering van relieken. Men kon bijvoorbeeld zoeken naar epigrafisch bewijs (d.w.z. een inscriptie op een oorspronkelijk graf) of naar een meer indirect bewijs, een tekst op een schrijn of altaar. Van groot belang waren ook getuigenissen en documenten die de overlevering konden bevestigen, zoals de inventarissen van relieken of de archieven van kerken en kloosters. Ook veronderstelde mirakels die het reliek zou hebben bewerkstelligd, werden nagetrokken.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Reliekenverering (1)

COLUMN - Ze zijn al diverse keren in mijn columns voorbijgekomen: relieken van heiligen. De oudere naam ‘relikwieën’ is wat in onbruik geraakt omdat sinds de ontkerkelijking nauwelijks meer serieus over dit fenomeen gepraat kon worden. Bovendien sluit het woord ‘relieken’ beter aan bij de Latijnse woorden waarvan de term is afgeleid: het werkwoord relinquere betekent ‘overblijven’ en het bijpassend zelfstandig naamwoord reliquiae betekent ‘stoffelijke resten’.

Hoogste tijd om ons eens af te vragen wat relieken nu eigenlijk precies zijn en hoe het verschijnsel is ontstaan. En ook: hoe in dit bij uitstek volksculturele fenomeen weer een spanning bestaat tussen enerzijds het ‘management’ van de kerk van Rome, die ook in de Middeleeuwen wel degelijk zijn hersens gebruikte, maar uiteindelijk niet opgewassen bleek tegen de praktijk van het gelovige volk en de lagere geestelijkheid. Omdat de ontwikkeling van relieken in de Oosters-Orthodoxe Kerk zich toch enigszins anders heeft ontwikkeld, daarover een volgende keer.

Wat vooraf ging

Relieken en hun varianten zijn van bijna alle tijden en godsdiensten. Het is in feite een archetypisch fenomeen: de menselijke behoefte aan iets tastbaars dat je veiligheid, hulp en troost kan bieden is een algemeen menselijke eigenschap. Het idee is bovendien dat door het contact met een voorwerp dat tot iets bezield ‘heiligs’ heeft behoort men deelgenoot kan worden aan de kwaliteiten van deze persoon.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | De cultuur van de elite en de cultuur van het volk

ACHTERGROND - Op 9 juli verscheen het eerste deel van een paar blogs over de theorie van het verschijnsel volkscultuur en de wetenschappelijke bestudering daarvan. Nadat een aantal begrippen de revue waren gepasseerd ging deze aflevering vooral over de ‘ontdekking van het volk’ en de gevolgen daarvan. Nadat tot in de Middeleeuwen de verschijningsvormen van cultuur vrij algemeen waren, ontwikkelde de elite steeds meer eigen, verfijnde vormen van cultuur. De elite eigende zich de resultaten van natuurwetenschappelijk onderzoek toe terwijl het volk min of meer bleef steken in oude tradities van bijgeloof. Dat het hier geschetste onderscheid wel erg kort door de bocht is, voelt de lezer hopelijk op zijn klompen aan. Zoals destijds toegezegd gaat dit vervolgstukje over de verhouding tussen elite- en volkscultuur.

In de oude tribale samenlevingen in gebieden waar nog geen of nauwelijks verstedelijking had plaatsgevonden, bestond er in feite slechts één cultuur waarin alle leden van de gemeenschap deelden. Er waren bijvoorbeeld wel aparte zangers en vertellers, maar hun epen kwamen tot stand in samenspel met de luisteraars. Dit principe noemt men een ‘face-to-face groep’. In de Middeleeuwen was dit letterlijk eenvoudige model niet meer houdbaar, hoewel het voor het platteland nog lang opging. Er was zo langzamerhand sprake van zowel een sociale als een culturele stratificatie. Deze gelaagdheid kwam tot uiting in verschillen in intellectuele en culturele ontwikkeling, arbeid en rijkdom dan wel armoede.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Sinterklaas op de Waddeneilanden

De waddeneilanden zijn een schatkamer van volkscultuur. Eeuwenlang waren ze geïsoleerd van de rest van Nederland en eigenlijk is het isolement pas met de komst van het massatoerisme doorbroken. Daardoor komen op deze eilanden nog tradities en gebruiken voor die in de rest van Nederland verloren zijn gegaan.

Een spannend voorbeeld zijn de Sinterklaasfeesten die alleen de naam met het ons bekende Sinterklaas op 5/6 december gemeen hebben en overblijfselen lijken te zijn van oude vruchtbaarheids- en initiatieriten. Omdat ze geen toeristische attracties zijn maar alleen door de eilandbewoners zelf worden gevierd, is er weinig informatie over, vooral het ‘Sunneklaas’ op Ameland, dat door de eilandbewoners zó wordt afgeschermd van de ‘buitenwereld’ dat het zelfs in de documentaire ‘Wild Geraas‘ (2016) niet bij name genoemd wordt. Vaak zijn overeenkomsten met Carnaval evident.


Deze blog staat enerzijds op zichzelf, anderzijds is het één van de opwarmers voor een dubbelblog over Zwarte Piet dat volgens plan half november moet verschijnen. Het toont de lezer dat het Sinterklaasfeest past in een complexe traditie, maar aan de andere kant hoop ik te tonen dat je niet alles op één hoop kunt gooien omdat je anders onverantwoorde conclusies gaat trekken. Op een paar van deze ‘Sinterklaasfeesten’ kom ik in een latere column nog terug en zal ik ook uitleggen waarom deze feesten overblijfselen zijn van vruchtbaarheids- en initiatieriten. Vooralsnog een overzicht.

Vorige Volgende