Jij ziet jij ziet wat ik niet zie…en het is mij
Eric Berkers is techniekhistoricus. Hij vraagt zich af wat de invloed is van technologie op ons zelfbeeld. Een nieuwe aflevering in de serie Intieme Technologie van het Rathenau Instituut.
Al zo’n 45 jaar kijk ik in de spiegel. Een van de oudste stukjes intieme technologie die ik ken. Niet voor een grasparkiet overigens, die waant zich met een spiegel in gezelschap. Voor mij is mijn zelfbeeld belangrijk voor mijn identiteit. Zó zien anderen mij, of beter: ik denk dat anderen mij zó zien. In ieder geval sinds het post-modernistische-boek-avant-la-lettre Iemand, Niemand, Honderdduizend (1936) van Luigi Pirandello weten we dat dat ‘zó’ vele gezichten kent. Mijn spiegelbeeld is voor mij de dichtst mogelijke benadering van wat de ander ziet. Plato en de grot, zoiets. Ik handel ernaar (toch weer eens naar de kapper) en het geeft, of ondermijnt, mijn zelfvertrouwen (de puist is nog groter dan gisteren).
Naast de spiegel gebruiken we meer technologie om informatie over ons lichaam te vergaren en daarop, al dan niet, actie te ondernemen.
De meetresultaten van de weegschaal en de koortsthermometer zijn ondubbelzinnig. Ook technologieën als Röntgenfotografie, elektrocardiografie en Positron Emission Tomography (PET) leveren beelden, cijfers en grafiekjes van onze gesteldheid. We gebruiken die gegevens voor preventieve doeleinden en voor het stellen van diagnoses. Mooie staaltjes van vooruitgang. Er worden levens mee gered. Maar hun impact gaat verder.
In de serie De Praktijk komen professionals aan het woord. Vandaag weer