Leraren bewijzen zichzelf en hun leerlingen een slechte dienst
Door het krampachtig vasthouden aan een rigide jaarindeling worden leraren, leerlingen en ouders onnodig beperkt in hun keuzevrijheid betoogt Hartger Wassink, universitair docent bij het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit.
Minister Van Bijsterveldt lag laatst overhoop met de Tweede Kamer over haar plan om, zeer tegen de zin van de onderwijsvakbonden in, de schoolvakanties in te korten. Het is voor mij een achterhoedegevecht. Centrale schoolvakanties bestaan omdat ze er nu eenmaal zijn en dienen geen enkel doel. Er is geen enkel onderzoek dat bewijst dat kinderen die minder dan zes (of zeven) weken schoolvakantie hebben, tot lagere onderwijsprestaties komen. Eerder het tegendeel. Evenmin is er onderzoek dat laat zien dat de noodzaak van de lange schoolvakanties voor leraren duidelijk maakt. Het onderzoek dat er is, laat zien dat de werkdruk voor leraren vooral ontstaat door een rigide jaarrooster en de piekbelastingen vlak voor de vakanties.
Dat Van Bijsterveldt voor kortere vakanties pleit, is dus alleen maar logisch. Dat leraren als professionals tegen het leerlingbelang en zelfs tegen hun eigen belang ingaan, is op z’n minst verbazingwekkend. Hier wreekt zich dat we impliciet nog steeds uitgaan van het idee dat onderwijs voor alle leerlingen op dezelfde manier gegeven moet worden, dat dat voor iedereen ongeveer even snel gaat en dat de leraar de spil is van het leerproces. Dat idee vinden we absurd voor muziekles, zwemles en voetbal, maar waarom dan niet voor Frans en natuurkunde?