Gastauteur

2.327 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De onbewezen voorraden schaliegas

VS zou bulken van de schaliegas. Onlangs werden de ramingen echter bijgesteld. Er blijkt vijf keer minder schaliegas aanwezig te zijn dan gedacht, meldt Hans Verbeek.

In de Verenigde Staten maakt de winning van schaliegas een spectaculaire groei door. De totale productie van aardgas in de VS is sinds 2006 weer aan het stijgen, dankzij de exploitatie van schaliegas.

In de media verschijnen rooskleurige berichten over de voorraden schaliegas, die er nog in de Amerikaanse bodem zitten. De Wall Street Journal meldde in 2009 nog dat er wel 62.000 miljard kubieke meter gas te winnen valt. Dat is 22 keer de hoeveelheid aardgas in het Slochteren-gasveld.
Bij het huidige gebruik zou de VS 95 jaar vooruit kunnen met die hoeveelheid.

Gesteund door deze berichten en voorspellingen willen politici en bedrijven ook in Europa schaliegas gaan exploiteren.

Het laatste jaar is de berichtgeving over de schaliegaswinning versoberd. Oliedeskundige Arthur Berman wees op de korte levensduur van veel schaliegasprojecten. Hij schat dat de gemiddelde gasbron in de Barnett-shale-formatie na 12 jaar is uitgeput. Er zijn in de Barnett-shale inmiddels 9000 (!!!) boringen gedaan. Berman denkt de winbare hoeveelheid schaliegas slechts 50% zal bedragen van de schattingen van de gasproducenten (zie het kaartje hieronder)

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Waarom de overheid haar angst voor leiderschap moet overwinnen

Nederland is een feminiene samenleving die cultureel gedomineerd wordt door een gelijkheidsdogma. Iedereen moet gelijk zijn. Vooral de Nederlandse (semi-)overheid klampt zich met beide armen aan het beginsel van gelijkheid vast. Daarom wordt er binnen de publieke sector meer gemanaged dan geleid. Dat werkt uitstekend zolang de zaken op rolletjes lopen. Zodra er echter ingrijpende veranderingen moeten worden doorgevoerd, wreekt zich het gebrek aan leiderschap. En dat gebrek kost geld. Belastinggeld, stelt bestuurskundige Basile Lemaire.

In Nederland wordt ons van jongs af aan geleerd dat iedereen gelijk moet zijn. Zo hoort het. Dit gelijkheidsdenken lijkt op het eerste gezicht een nobel uitgangspunt. Wat het echter ook doet, is het bestraffen van prestatie. Onze hang naar gelijkheid is verworden tot een afkeer van succes en winnaars. Denk bijvoorbeeld aan de ophef naar aanleiding van het “enorme ego” van Ivo Niehe toen hij op 3 oktober in Pauw en Witteman vol passie vertelde over zijn succes in Parijs. Bijna heel Nederland viel over hem heen. Dat kon natuurlijk echt niet! In Pauw en Wittemans uitzending van 9 november kon Niehe gelukkig om vergeving vragen voor zijn “buitenproportionele reactie”.

Een feminiene samenleving

Geert Hofstede, emeritus professor van de Universiteit Maastricht, heeft een model ontwikkeld met een aantal dimensies waarlangs cultuur te meten is. Nederland scoort op twee dimensies bijzonder laag: op de dimensies “machtsafstand” (power distance) en “masculiniteit”. Voor de leesbaarheid van dit stuk voeg ik die twee even samen onder de noemer masculiniteit, in aanmerking nemend dat macht veelal ook de associatie oproept met het mannelijke. Nederland behoort, samen met de Scandinavische landen, tot de meest feminiene samenlevingen ter wereld. (De term feminien duidt in dit verband niet op geslacht of geaardheid.)

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Homo’s helpen

’t Zou kwalijk zijn als er gemeenschapsgeld werd verkwist aan behandelingen die pretenderen van homo’s gezonde hetero’s te maken. Trouw suggereerde vorige week dat dat bij de zorginstelling Different veelvuldig gebeurt. Different ontkent dat. De nu ontbrande discussie beneemt het zicht op waar het wel om gaat. Homo zijn in orthodoxe kringen is moeilijk. Die problemen zijn niemands schuld, en waar ze ernstig genoeg zijn om psychotherapie te rechtvaardigen, dient die therapie op dezelfde wijze te worden vergoed als therapie overal elders. Het alternatief is discriminatie op grond van geloof, en dat moeten we niet willen, betoogt ethicus Bart Voorzanger.

Trouw schreef dat men bij de uiterst christelijke zorginstelling Different homo’s ‘geneest’ en die behandeling – onder valse voorwendsels – declareert bij de zorgverzekering. Dat leidt tot ophef waarbij zelfs Den Haag heftig meepiept. En als Different inderdaad ‘genezing’ van homoseksualiteit beloofde, zou die ophef terecht zijn. Alleen, die belofte doet Different nergens. Op de eigen site verwijst de instelling naar een onderzoek door christelijke studenten onder cliënten van Different waaruit blijkt dat die zich vooral geholpen voelde ‘bij het acceptatieproces van hun homoseksuele gevoelens en het vergroten van (zelf)inzicht’. Daar beroem je je niet op als je mensen zo snel mogelijk van die gevoelens wilt afhelpen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

De kiezer is niet gek

De kiezer is niet gek. Nederlandse politici en opiniemakers zouden niet zo cynisch moeten zijn over de Nederlandse kiezer, maar deze serieus moeten nemen, zo impliceren onze bevindingen. Kieskeurige kiezers gedragen zich als geëmancipeerde en betrokken burgers, die trouw zijn aan hun eigen opvattingen, betogen politicologen Tom van der Meer, Rozemarijn Lubbe, Erika van Elsas & Wouter van der Brug in deze gastbijdrage.

Is de Nederlandse kiezer de weg kwijt? Wie naar de verkiezingsuitslagen kijkt, zou denken van wel. De verkiezingsuitslagen zijn nooit zo veranderlijk geweest als in het afgelopen decennium. De Nederlandse verkiezingen zijn de meest grillige en onvoorspelbare van West-Europa. In 2010 veranderde bijna 24% van alle Kamerzetels van partij (zie figuur 1). In tussentijdse opiniepeilingen zijn de verschuivingen zo mogelijk nog groter: partijen schieten omhoog en omlaag in de wekelijkse en maandelijkse polls. En ook de vertrouwenscijfers zijn beweeglijker dan ooit: een regering kan in slechts een paar maanden tijd de helft van haar steun verliezen

figuur 1

Wat is er aan de hand met de Nederlandse kiezer? Wat betekent de toegenomen veranderlijkheid voor de kwaliteit van de Nederlandse democratie?

Als we het (oud-)politici en politiek commentatoren vragen, is de toegenomen veranderlijkheid een groot probleem. Kiezers zouden hun rol niet serieus nemen. Zo stelde Hans van Mierlo in 2009: ‘De kiezers doen maar wat.’ Wim Deetman noemde de kiezers in 2011 ‘emotioneel, irrationeel of intuïtief’. Kees Schuyt kwam in 2003 met de beeldende omschrijving: ‘De Nederlandse kiezers lijken wel stuifzand. Ze waaien, met het geringste zuchtje wind, alle kanten op.’

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hufters verslikken zich in het succes van de SP

De SP zou bij verkiezingen nu de grootste partij van het land worden. Maar een fatsoenlijke partij aan de macht, dat mág helemaal niet van de Nieuwe Hufters. Stel je voor, we moeten eerlijk delen? Steeds meer hufters roeren zich daarom in de eigen media om de SP kapot te maken, meent Hufter Hunter.

Bij GeenStijl, bijvoorbeeld, waar Bert Brussen een lang ‘ironisch’ stuk tegen de SP-schrijft, vol hyperbolen over wat er allemaal naar de verdoemenis gaat met de SP aan de macht.

bert brussen rant tegen de sp - ironie

Of Bas Paternotte, die op hetzelfde podium tussen neus en lippen door zegt: “Laten we hopen dat de SP nooit regeringsverantwoordelijkhied krijgt. Tenzij u 80 procent belasting wilt betalen, that is.”  En ook Roelof Bouwman van HP/deTijd doet een duit in het zakje. Die concludeert: “Verslik u niet.”

HP-journalist Roelof Bouwman anti SP grootste partij van NederlandEn geeft vervolgens een lijst voorbeelden van maatregelen die voor rechts Nederland wellicht even slikken zijn, maar waarvan ik zelf persoonlijk niet erg schrok. En húp, Bert Brussen er weer overheen, met een stuk naar aanleiding van de column van Bouwman:

“vandaag lees ik (…) dat de werkelijkheid van het SP-universum nog vele malen erger is dan ik ooit in een GS-topic kan persifleren. Leest u even mee en huiver: terwijl er geen geld is vanwege de crisis wil de SP zo’n beetje alles gratis maken, van musea tot ov-kaarten voor MBO’ers, van gratis parkeren voor gehandicapten, tot experimenten met gratis OV (…).”

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Cameratoezicht in 2011 verder uitgebreid

Net als in voorgaande jaren is het aantal Nederlandse gemeenten dat cameratoezicht inzet in 2011 gegroeid. Er kwamen 36 gemeenten bij waar camera’s zijn ingezet. In vier gemeenten zijn lopende projecten beëindigd en in vijf gemeenten is – na discussie – toch besloten geen camera’s in te zetten. Dit blijkt uit eigen onderzoek van Sander Flight, van Slim Bekeken, een website met nieuws over cameratoezicht en camerabewaking.

In 2011 namen 36 Nederlandse gemeenten het besluit cameratoezicht op straat in te gaan zetten. Dat gebeurt op allerlei plekken, maar uitgaansgebieden, openbaar vervoer locaties en bedrijventerreinen zijn het meest in trek. Daarnaast valt op dat diverse gemeenten tijdelijke camera’s ophangen tijdens Koninginnedag, een kermis of met Oud & Nieuw. Vijf gemeenten besloten na discussie geen camera’s op te hangen en vier gemeenten stopten met lopende cameraprojecten. De reden om niet voor camera’s te kiezen zijn vaak gebaseerd op de relatief hoge kosten, maar ook principiële bezwaren spelen een rol.

Nieuwe camera’s

De redenen om camera’s op te hangen zijn zeer divers. Relatief vaak gaat het om geweld en overlast in uitgaansgebieden. Dat was bijvoorbeeld de reden te kiezen voor camera’s in Hoorn, Katwijk, Medemblik, Noordwijk, Tiel, Urk, Zaltbommel en Zandvoort. In Venlo ging het naast uitgaansgeweld ook om drugsoverlast op de Maasboulevard.

Foto: Jay Phagan (cc)

Dure veiligheidsgevoelens

Het stadsdeel Amsterdam-West hing in oktober 2010 drie camera’s op. 130.000 euro verder en een jaar later maakt het stadsdeel de balans op. Het vergroten van het gevoel van veiligheid mag blijkbaar wat kosten, concludeert bewoner Matthijs Pontier.

In stadsdeel Amsterdam West zijn in oktober 2010 drie camera’s opgehangen. De burgemeester heeft toestemming gegeven voor dit cameraproject tot 31 december 2011. Op basis van dit evaluatierapport moet het stadsdeel nu bepalen of dit project moet worden doorgezet, en of er wijzigingen in de aanpak nodig zijn.

In de maanden maart tot en met juli 2011 zijn in totaal 99 incidenten geregistreerd door de toezichthouders in de centrale. 80 van de 99 incidenten hadden betrekking op parkeeroverlast. Er is slechts één geval van criminaliteit waargenomen: een auto-inbraak. Er is dus geen geweld waargenomen. De beelden zijn nooit bruikbaar gebleken voor het ondernemen van directe actie, of het gebruik in een strafzaak. De camera’s zijn dus niet nuttig gebleken als aanleiding om in te grijpen, of als repressief middel om daders aan te pakken; laat staan noodzakelijk.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat cameratoezicht alleen een preventief effect hebben op calculerende daders. Uit de evaluatie blijkt dat het aantal geregistreerde incidenten in de straten met camera’s steeg, terwijl in de straten zonder camera’s het aantal incidenten juist daalde. Als  preventief middel zijn de camera’s dus verre van noodzakelijk gebleken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Opgroeien met intieme technologie

Boris de Ruyter werkt bij Philips Research. Hij vraagt zich af of  opgroeien met intieme technologie gevolgen heeft voor de ontwikkeling van een kind. Een nieuwe aflevering in de serie Intieme Technologie van het Rathenau Instituut.

Dat toepassingen van technologie intiem zijn verweven in ons dagelijkse leven en een invloed op ons dagelijks gedrag hebben zal niemand echt verbazen. Neem het voorbeeld van sociale netwerken: heden ten dage heeft de jeugd het over honderden vrienden. Uiteraard heeft deze jeugd niet meer sociale vaardigheden en dermate meer tijd te investeren in vriendschapsrelaties dan de vorige generatie. Dit doet vermoeden dat de definitie en mogelijk de functie van vriendschap niet meer is wat het ooit was.

Een ander voor de hand liggend voorbeeld is sms. Het hedendaagse communicatiepatroon bij de jongeren alsook het gebruik van taal is sterk beïnvloed door deze communicatiemogelijkheid. Met duizenden asynchrone berichten bestookt de jeugd elkaar dag en nacht waardoor stress, depressie en zelfs slaapstoornissen zich beginnen te manifesteren. Maar deze voorbeelden zijn slechts oppervlakkig en lijken dramatisch doch zijn niet noodzakelijk bestendig van aard. Ontneem de jongeren hun communicatiemiddelen gedurende een zomervakantie in het buitenland en ze zullen, na hooguit een paar dagen van ontwenningsverschijnselen, deze ontbering wel overleven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Aardolie, moslimextremisme en een ontevreden bevolking

Het Westen kan de Nigeriaanse olie niet missen, zoals wij ook de Libische olie niet kunnen missen. Zal het Westen, gaan ingrijpen in Nigeria, zoals in Libië, om de olie-export veilig te stellen, vraagt Hans Verbeek zich af?

Nigeria produceert dagelijks 2,4 miljoen vaten olie. Het binnenlands oliegebruik, ca. 280.000 vaten per dag, is sinds 1995 niet gestegen. Van de totale produktie exporteert het land ca. 2,1 miljoen vaten per dag. Daarmee komt Nigeria op de 6e plaats in de lijst van de olie-exporterende landen, boven Irak, Canada en Venezuela.

Nigeriaanse olie-export 1980 - 2009 (bron: EIA)

Maar het land heeft te weinig raffinaderijen om in de eigen behoefte aan brandstof te voorzien. Daarom wordt er benzine ingevoerd uit Venezuela en zelfs uit Groot-Brittannië.
Begin januari schafte de Nigeriaanse regering de subsidie op benzine af en daarom verdubbelde voor de Nigerianen de prijs. De prijsverhoging leidde afgelopen week tot protesten van duizenden veelal jonge Nigerianen.

De demonstranten verwijten de regering dat ze te lang heeft gewacht met de bouw van meer raffinaderijen. Je zou ook kunnen stellen dat oliemaatschappijen liever ruwe olie uit Nigeria aan hun klanten in Europa en de VS verkopen, dan dat ze in Nigeria de olie raffineren om benzine te maken voor de Nigerianen. De aardolie is immers veel belangrijker voor Europa en de VS dan voor de Afrikanen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Honderdjarige Oorlog , Jeanne d’Arc

600 jaar geleden werd Jeanne d’Arc geboren. De dag werd in Frankrijk groot herdacht. Ze speelde een cruciale en bijna onbegrijpelijke rol in de afloop van de honderdjarige oorlog. Een oorlog die we in Nederland bijna negeren – in ieder geval op de scholen – maar die het Europa zoals we het nu kennen sterk mede heeft gevormd. Het onderstaande stuk is een fragment uit “Niet naar Santiago en weer terug” van gastredacteur Hans Rottier. Waarheid is betrekkelijk. Zo ook in dit fragment.

De Honderdjarige Oorlog is ingewikkeld. Een van de meest inge­wikkelde periodes in de ontwikke­ling van Europa. Waar je begint is arbitrair. Ik kies voor Hugo Capet die in 987 het ko­ningschap krijgt van de feodale heersers in Frankrijk. De vor­ming van de Duitse eenheid is kinderspel verge­leken bij deze periode.

Als de Karolingers in 987 definitief hun macht afstaan aan Hugo Capet, is er nog al­lesbehalve een eenduidige staat. Hij is een gekozen koning tussen een hoeveelheid vazallen die meestal meer be­zit hebben dan hij. In een dispuut met Adelbert du Péri­gord wil hij dat die een beleg van Tours opheft. Adelbert wei­gert, waarop Hugo hem zegt dat de graven koninklijke die­naren zijn. Adelbert antwoordt dat het wel de her­togen en graven zijn die hem in het zadel hebben geholpen (Qui t’a fait comte?; Qui t’a fait roi?). De Capets moeten zeer rustig en voorzichtig te werk gaan willen ze iets van hun koningschap maken. Ze zijn zeer voorzichtig. Bijna onzichtbaar, stukje bij beetje ver­groten ze met behulp van de Kerk en slimme huwe­lijken hun invloed en gebied. Ze houden zich buiten de investi­tuurstrijd en hebben ook niets van doen met de inval in Enge­land van een van hun vazallen, Willem de Verove­raar.

Er bestonden al veel langer goede verbindingen tussen de En­gelse koningen, ex-Noormannen en de hertogen van Norman­dië en in 1002 trouwt de zuster van de hertog van Normandië – Emma – met Ethel­red II. Daarmee ontstaat een relatie tussen beide gebie­den en de zoon van Emma, Eduard de biechtvader, wordt in 1042 koning van Engeland. Hij belooft Engeland in 1051 aan zijn neef Willem van Normandië. Als Eduard dan in 1066 overlijdt wil Wil­lem zijn bezit claimen. Harold II, een zwa­ger van Eduard, en diens broer claimen echter ook het koning­schap van Enge­land. Willem neemt zeer snel actie, steekt het Kanaal over recht naar het noorden en komt bij Hastings Ha­rold II tegen in een veldslag die niet zo groot is geweest, maar die be­hoorlijke gevolgen voor Frankrijk, Enge­land en eigenlijk Europa als geheel zal heb­ben. Harold wordt verslagen en ge­dood. Willem is de Veroveraar, ko­ning van Enge­land én hertog van Normandië. Als we wat in­terne onaardigheden in het huis van Willem de Veroveraar ach­terwege laten, zien we in 1100 Henry I, zoon van Willem, op de troon van Engeland. Zijn dochter Mathilde is erf­genaam, want zijn zoon is om­gekomen bij een schipbreuk. Zij trouwt met Geoffrey Planta­genet en hun zoon is Henry II Planta­genet (1133–1189). Die naam moet je onthouden.

De Engelse koning heeft nog steeds bezittingen in Frankrijk en is nog steeds vazal van de Franse koning Lodewijk VI. Lodewijk VI heeft met succes het koningschap op een wat hoger plan gezet en kan geen insubordinatie gebruiken. Henry I bezet het fort van Gisors en weigert feodale eer te betonen aan de Franse koning. Daarop vol­gen de eerste schermutselingen die zullen ontaarden in de Honderdjarige Oorlog. De Guerre de Gisors. In 1120 moe­ten beide feodale heren van de paus vrede sluiten. De Kerk wil geen ‘christelijke oorlogen’ meer en de kruistochten zijn net begonnen. Het is het eerste verdrag in een lange reeks. Relaties, huwelijken, erfelijk bezit van land en bo­venal de wei­gering om de Franse ko­ning te aanvaarden als meerdere. Op dit mo­ment gaat het feite­lijk alleen nog om het hertogdom van Normandië.

Lodewijk VI sterft in 1137 en zijn zoon Lodewijk VII (1120–1180) neemt het over. Hij trouwt in 1137 met Aliénor[1], erfge­name van Aquitanië[2]. Zij is dan vijftien jaar. Dat gaat voorlo­pig goed en ze krijgen twee kinderen die verder geen rol van bete­kenis meer spelen. Het tweede kind is mis­schien niet van Lode­wijk. In 1146 moet Lodewijk VII op kruistocht. Het was mode, er wordt druk vanuit de Kerk uitgeoefend, het was zijn religieuze plicht: iets dergelijks moet het geweest zijn. Hij gaat en Aliénor gaat mee.

Maar Aliénor is gegroeid en is dan vierentwintig jaar. Vrijge­voch­ten? Geforceerd? Hoe het ook zij, in Antiochië is zij blijk­baar te intiem met haar oom Raymond de Poitiers. En er is ruzie over de te volgen strategie. Lodewijk is jaloers en niet blij. Hij laat het huwelijk ontbinden, waarschijnlijk op beider initiatief. Het for­mele ar­gument is dat ze familie zijn in de 4e graad (volgens het cano­niek recht). Dat is een grote fout van Lodewijk en ei­genlijk ook niet te begrijpen. Is het trots? Is het druk van de Kerk? Is Aliénor gewoon een kreng en ging ze te ver? Hoe dan ook, Aliénor neemt haar bruidsschat mee en vertrekt. Aquitanië, dat zo ele­gant deel van Frankrijk leek te worden, bungelt vrij in het feodale wereldje voor ieder dieAlié­nor kan en wil trou­wen. Dat laat Henry II Plan­tagenet zich geen twee keer zeggen. Het huwelijk met Lodewijk is in 1152 ont­bonden en in hetzelfde jaar trouwt zij met Henry II Plantage­net, de latere koning van En­geland en verbindt Aquitanië op deze wijze aan Engeland. Ze krijgen acht kinderen. Goed gere­geld. Berekend? Neemt ze wraak[3]?

Nu is een groot deel van Frankrijk in Engels koninklijk bezit.

De Honderdjarige Oorlog is nu niet meer te voorkomen met slimme huwelijken en een vazallen buiging.

De koning van Engeland buigt niet voor de koning van Frank­rijk.

De eerste Honderdjarige Oorlog begint kort na de troonsbestij­ging van Henry II in 1154. In 1159 be­gint een strijd tussen de ver­schillende koningen van Engeland en Frankrijk die in 1259 wordt be­slecht met het verdrag van Parijs. Lodewijk IX (Saint-Louis) liquideert het conflict en brengt over het geheel rust in het ko­ninkrijk. De op­lossing voor het moment is dat Aquitanië een En­gels graaf­schap wordt, waarvan de graaf vazal van de koning van Frankrijk is. Het geeft rust tot 1337. Deze eerste Hon­derd­jarige Oorlog is een conflict tussen koningen dat wordt uitgevoerd met legers. Het volk heeft er natuurlijk wel last van, maar het valt allemaal mee. De schaal is beperkt. Op last van de paus.

Alleen in 1294 gaat Philips de Schone Eduard I nog te lijf in drie campagnes en lijft Aquitanië in. Het zijn ruzies om visgronden tussen vissers uitNormandië en vissers uit Bayonne en uit La Ro­chelle. In 1299 wordt met het verdrag van Montreuil alles weer teruggegeven en de Engelse ko­ning Eduard bevestigt dat hij vazal van de Franse koning is. Alles is weer rustig.

Waarom blijft het zo relatief rustig na 1066 en vooral na 1152?

De Kerk had de kruistochten georganiseerd en een van de doe­len was om de interne ‘christelijke oorlogen’ te verhinderen en de ogen op de ongelovigen, de islam, te richten. Of omge­keerd: de ogen op de islam te richten om vrede in Europa te bren­gen. In 1272 is de laatste kruistocht afge­lopen en de ogen rich­ten zich weer he­lemaal naar binnen. In die periode tot 1300 zijn er nogal wat verdragen die door de Kerk worden afge­dwongen. De Kerk had macht. Macht gebaseerd op de preek­stoel, landbezit en bo­venal toch echt ook het geloof. Geloof in God en het hier­namaals. Dat je de Kerk te vriend moest hou­den, anders zou je branden in de hel.

Als in 1298 en 1303 de Tempeliers de laatste aanvallen op de islamitische gebieden in het Midden-Oosten hebben onderno­men komen ze met z’n allen terug naar Europa. Ze hebben een groot fort in Parijs. Daar waar de koning woont. Philips de Schone gaat de Tempeliers te lijf. De redenen zijn duister, maar ik sluit niet uit, dat hij zich gewoon bedreigd voelde door dat onafhan­kelijke leger van de paus ineens dicht bij zijn bed. Daarnaast was het duidelijk dat hij een krachtmeting met de paus uit te vechten had. Wie is de baas in Frankrijk? En, niet onbelangrijk, Philips had geld no­dig. Als de grootmeester van de Tempeliers Jacques de Molay terug is in Parijs, wordt op vrijdag 13 oktober 1307 een zeer ge­coördineerde inval gedaan bij alle tempelier­verblijven en bezittin­gen door heel Frankrijk. Alle Tempeliers worden gearres­teerd. Het proces duurt tot 1314. Op het conci­lie van 1311, voor de gele­genheid bij elkaar onder druk van Philips de Schone, wordt de orde ont­bon­den, maar niet veroordeeld zoals Philips wil. Zij die hun dwaalweg bekennen komen vrij. Zij die dat niet doen gaan op de brand­stapel. Jacques Molay als laatste in 1314. Het is een lange strijd tussen Kerk en staat. Tussen paus en koning eigenlijk. De koning wint deze keer. De Kerk heeft de kruis­tochten verloren en duidelijk minder macht. Het geloof heeft een deuk opgelo­pen. Er gaan geen koningen en andere adel meer naar het Midden-Oos­ten. Alle energie kan weer op oorlogen in het eigen gebied worden gericht. Engeland – Frankrijk dus.

De vlam gaat in de pan als Edward III in 1337 maar weer eens weigert de Franse koning te erken­nen. In 1338 verbinden de Vla­mingen zich met de Engelsen en in 1340 neemt Edward III de titel Koning van Frankrijk aan. De Franse vloot wordt bij Brugge ver­nietigd en in 1346 worden ze bijCrécy in de pan gehakt. Calais capituleert in 1347. Het gaat niet goed met Frankrijk. In 1347 wordt er dan vrede gesloten die wat uitloopt tot 1355 van­wege de pest. Ondanks die rampzalige ziekte, die ongeveer 30% van de bevolking neemt, gaat de oorlog daarna gewoon door. De Engel­sen plunderen het Franse land d.m.v. kortdurende roof­tochten. De zwarte ridder verhalen komen uit deze periode.

Het gaat verder. In 1356 worden de Fransen bij Poitiers in de pan gehakt en in 1358 wordt de dauphin vermoord. Du Gues­clin is een Frans militair die dan eindelijk wat terug weet te doen. Vechtend trekt hij 21 jaar, tot 1380, door Frankrijk en jaagt de Engelsen uit een groot deel vanZuidwest-Frankrijk in 1369/1370.

Richard II en Karel VI proberen het diplomatiek. Richard II krijgt zelfs in 1396 de dochter van Karel als vrouw. Ze is dan vijf jaar. Het mag niet baten en Henry IV gaat er weer vol in. In 1407 wordt de graaf van Orléans vermoord door de mannen van Jan Zonder Angst van Bourgondië. Er ontstaan twee par­tijen. De Ar­magnacs en de Bourgondiërs.

Als dan ook een burgeroorlog ontstaat tussen beiden is de chaos compleet. In 1419 wordt Jan Zonder Angst vermoord als hij toe­nadering met deArmagnacs zoekt. Di­rect daarna schui­ven de Bourgondiërs door naar het Engelse kamp. Samen met Isa­beau de Bavière, de vrouw van Karel VI en dus koningin van Frank­rijk. Dat is nogal wat.

Isabeau, dochter van de hertog van Beieren, was feitelijk re­gen­tes van Frankrijk met Karel VI (sinds ongeveer 1392 open­lijk) als gek aan haar zijde. Ze weet als Beierse in de krankzin­nige Franse situatie niet goed meer wat te doen binnen de open­lijke bur­ger­oorlog. Ze begaat twee doodzonden. Ten eer­ste kiest ze de kant van de Bour­gon­diërs en sluit ze het verdrag van Troyes geheel ten voordele van de Engelse ko­ning. Ten tweede onterft ze Karel VII, het enig overle­vende kind van haar en Ka­rel VI. Het wordt haar niet in dank afgenomen. Ze sterft in 1435 te­rugge­trokken in l’hôtel Saint-Pol. Veracht door ieder­een.

In 1420 wordt dan het verdrag van Troyes gesloten waarin de Koning van Engeland de titel Koning van Frankrijk krijgt. Karel VI en Henry V sterven alle twee in 1422 (toeval?). De kronen van Frank­rijk en En­geland zijn verenigd. Parijs is op de hand van de Engelsen en in 1432 wordt de Engelse koning Henry VI in Parijs in de Notre Dame gekroond. Van 1420 tot 1436 bezetten de Engel­sen Parijs. Ze lijken te hebben gewonnen en Karel VII weet eigen­lijk niet wat hij moet doen.

Ondertussen strijden de Armagnacs in de provincie door. Karel VII is dan wel Dauphin, maar het lijkt of niemand hem meer ziet staan. Ook de Duitse keizer Sigmund van Luxem­burg erkent Henry V en hij tekent een verdrag met de Engelsen te Canterbury in 1416. Het is alsof Engeland en Frank­rijk echt één ko­nink­rijk zijn. Maar dan blijkt dat de ogen van de eenen­twintig­ste eeuw vervormd kij­ken naar deze peri­ode, want niets is minder waar. Binnen een paar jaar is alles om­ge­keerd en gaat de Engelse ko­ning met de staart tussen de benen terug om nooit meer in Frankrijk te worden gezien. In elk geval niet om de troon te clai­men. De in­nerlijke werking van deze laatste jaren en de werke­lijke reden van het vertrek van Engeland zijn duister. Is het de uitputting van beide lan­den?

Plotseling is daar in 1429 een zeventienjarig boerenmeisje uit Domrémy aan de Maas, net buiten het feodale Frankrijk. Onge­letterd en gedreven door stemmen. Vermoede­lijk onderwezen door haar moeder en enkele mensen uit haar omgeving. Zij is er van overtuigd dat Karel VII de rechtmatige koning van Frankrijk is en dat de Engelsen verslagen kunnen worden. Maar eerst moet Karel VII in Reims gekroond en door de Kerk gewijd wor­den. Het gebeurt zoals zij heeft gezegd, maar bij Com­piègne gaat het fout. Ze wordt door een Fransman gevangen genomen, door een Fransman verkocht en door de Franse in­quisitie be­recht. De secu­liere rechtbank negeert haar en de vol­gende och­tend wordt het vuur aangestoken door een Engelse Beul. Het is een kort leven. Ze wordt nog geen twintig jaar.

1412 6 januari – Geboorte van Jeanne [of Jehanne] d’Arc in Domrémy [la Pucelle].

1429 Februari – Vertrek van Domrémy naar Vaucouleurs

1429 Eind februari – Vertrek naar Chinon

1429 8 Mei – Bevrijding van Orléans

1429 17 juli – Koningswijding van Karel VII te Reims

1430 april/mei – Veldtocht rond Compiègne

1430 23 mei – Jeanne wordt gevangen genomen op bevel van Jan van Luxemburg. Hij levert haar uit voor 10.000 Tour­naise ponden – enkele honderdduizenden euro’s zegt men – aan bis­schop Pierre Cauchon, die op de hand van de En­gel­sen is.

1430 mei/november – Jeanne wordt gevangen gehouden in Beaulieu en Beaurevoir

1430 november/december – Jeanne wordt overgebracht van Beaurevoir naar Rouen

1431 9 januari – Begin van het proces van de inquisitie.

1431 24 mei – Jeanne tekent de afzwering van dwalingen.

1431 28/29 mei – Jeanne wordt in mannenkleren aangetrof­fen en er wordt een te­rugval verklaard. Ze wordt over­gedra­gen aan de seculiere rechterlijke macht die haar direct doorgeeft aan de beul, zonder enige verdere rechtsgang.

1431 30 mei – Vroeg in de ochtend wordt Jeanne levend ver­brand op de oude markt van Rouen.

Ze is gebruikt en gemanipuleerd. Ze had erkend. Ze had gete­kend. Er was geen re­den meer om haar te executeren. Er is alle aanleiding om te vermoeden dat de enige kleren die ze had ge­kregen op 28 mei de bewuste mannenkleren waren en die trok ze dus aan. Ik betwijfel of ze zich gereali­seerd heeft dat het haar dood zou worden. Op weg naar het schavot en vastgebon­den op de brandstapel gaat ze geweldig tekeer in een sterk emotionele tirade die een enorme indruk op de massa maakt. Het vuur wordt aangestoken en ze is snel dood. Dan wordt de brandstapel openge­broken om de ver­branding te stoppen. Haar kleren zijn al bijna weg, de resten worden wegge­trok­ken en ze is zicht­baar in haar naaktheid. Het is aangetoond dat ze een vrouw is. Het vuur wordt weer op gang ge­bracht en blijft bran­den tot Jeanne volle­dig verast is[4].

Toch is er dan blijkbaar iets veranderd, want Philips de Goede van Bourgondië trekt zich terug uit de alliantie met de Engelsen die dan weer alleen staan. Wat er allemaal precies is gebeurd aan politiek gekonkel, is moeilijk te achterhalen. Hij krijgt daar­voor van Karel VII de graafschappenAuxerre, Mâcon en de ste­den aan de Somme. Met dit verdrag van Arras in 1435 is het einde van de oorlog nabij. In 1448 is er nog een offensief inNormandië en in 1450 is er een veldslag bij Formigny. De laat­ste schermutselingen vinden plaats bij Castillon in 1453. Alleen Ca­lais is dan nog in bezit van de Engelsen.

Direct na de inname van Rouen in 1450 wordt bevel gegeven door Karel VII voor een onderzoek naar het proces van Jeanne d’Arc. Het gaat moeizaam. De Kerk erkent dat er fouten zijn gemaakt, maar werkt het proces tegen. In 1456 wordt ze dan toch ge­reha­biliteerd. In Enge­land wordt ze nog lang als heks beschouwd. Daar komt pas ver­andering in met het verschijnen van de History of Great Britain van Speed (1611). Pas in 1909 wordt ze zalig verklaard. Op 16 mei 1920 wordt ze heilig ver­klaard[5].

Het zijn de ingrediënten van het feodale systeem die aan de wieg staan van de Hon­derdjarige Oorlog die feitelijk zal duren van 1066 tot 1435 met het verdrag van Ar­ras, of tot 1453 bij de overwin­ning van Castillon, of tot 1558 als de Fransen Calais ein­delijk terugveroveren op de Engel­sen. Toch geven de Engel­sen de claim op de Franse troon niet op en pas in 1801, als ze blijkbaar de overtui­ging hebben dat er echt geen koning meer in Frankrijk komt, geven ze die titel op. Of mis­schien ook wel om­dat het ze de kop kan kosten, of wellicht zijn ze bang voor Na­poleon, wie zal het zeggen. Waarom ze die titel wilden hou­den, maar nooit meer hebben willen effectu­eren, is een goede vraag. In zekere zin is het Europa op zijn smalst. En de Britten type­rend.

Het is voorbij. Het is ingewikkeld. De Franse en Engelse adel zijn gedecimeerd en in Engeland breekt als gevolg van het echec de war of the rosesuit. Het volk is het zat en heeft zwaar te lijden gehad. De Kerk heeft politiek grotendeels langs de zijlijn ge­staan, d.w.z. kon of wilde geen vuist maken om de partijen te laten stoppen. De pest en de oorlog laten de beide landen in een econo­mische crisis achter. Het feodale systeem bestaat niet meer en Frankrijk is nu een compleet land. De koning wordt erkend. Maar de feodale verhoudingen zijn nog niet verdwenen. Het heeft ruim 400 jaar geduurd sinds Hugo Capet. De feodale heersers geven uiteindelijk allemaal de strijd op en worden deel van Frankrijk. Ze worden veroverd zoals Bourgondië, of worden bezit door gemani­puleerde huwelijken zoals Bretagne. Het lijkt dat de konin­gen en adel wijzer uit de strijd komen. Dit soort oorlogen komt hierna niet meer voor. Men lijkt te weten dat je niet wint op deze ma­nier. De machts­strijden onderling en met de Kerk vinden vanaf nu vrijwel uit­sluitend op politieke wijze plaats. Geschil­len tussen landen zijn nog niet zo ver.

De macht van de Kerk wordt minder. Parallel aan de Honderd­ja­rige Oorlog vindt in 1414–1418 het concilie van Konstanz, plaats dat een einde maakt aan het Grote Schisma van het Westen waar pausen in Avignon, Rome en Pisa bestaan. Ofwel de grote ver­warring van de legitimiteit van de pausen…

Het is genoeg.

Wat blijft is de verbazing over het handelen van een zeventien­jarig meisje.

[1] Ik heb gekozen de naam Aliénor te gebruiken en niet Elia­nor, Eleanor, Leonore – en wat ik verder allemaal niet ben tegenge­ko­men. De naam komt van alia Aénor – een andere Aénor vol­gens Jean Flori. Ze is dus naar haar moeder ver­noemd. Daarbij vind ik Aliénor gewoon een mooie naam.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

‘Twittervrienden’

Onderzoeker Mirjam Schuijff vraagt zich af hoe het komt dat Twitter zoveel over haar weet. Een nieuwe aflevering in de serie Intieme Technologie van het Rathenau Instituut.

Ik geef het eerlijk toe: ik loop bepaald niet voorop als het gaat om het omarmen van nieuwe technologieën. Maar beter laat dan nooit toch? Alleen doen die apparaatjes, gadgets en programmaatjes me soms verbaasd staan. Onlangs gebeurde dat nog.

Op een mooie zaterdag besluit ik een Twitter-account aan te maken. Na een half uur tevergeefs gebruikersnamen te hebben geprobeerd – het nadeel van niet zo vlot zijn met nieuwe technologieën is dat alle eenvoudige gebruikersnamen op Twitter al bezet zijn door vlottere mensen – heb ik eindelijk een account. Snel wil ik de eerste tweet de wereld in sturen. Maar eerst moet ik door een menuutje heen. Ik kan aangeven of ik bijvoorbeeld ‘dwdd’ of ‘nickensimontwit’ wil volgen. Nick en Simon? Die Volendamse zangers die ik wegzap als ze op te tv zijn? Hoe komt Twitter erop. Gelukkig hoeft het niet.

Het volgende scherm is een overzicht van “Twitter-accounts aanbevolen voor jou, gebaseerd op wie je volgt en meer”. Ik volg nog helemaal niemand, maar Twitter heeft een bont gezelschap vage bekenden voor me geselecteerd. Een vriendin van een vriendin, iemand die ik ken van een cursus, en wat vrienden van mijn broer (dat laatste denk ik tenminste, zo goed ken ik ze). Mijn oude studievereniging staat ook op het lijstje, en nog hoog ook. Verder zie ik ICT-onderneminkjes waar ik nog nooit van gehoord heb en een bedrijf dat zich specialiseert in lenzen en lenzenvloeistof.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-11-2022

Ik voel me net Tarzan

Een gastbijdrage van Mohammed Benzakour. De bijdrage verscheen ook op nieuwwij.nl.

Voor dag en dauw belde een goede vriend aan. Hij had een hengel bij zich. Ik monteerde een werpmolen op de mijne en maakte de felgekleurde dobber vast. Het dunne nylon was doorzichtig en onzichtbaar voor de vissen, en eigenlijk ook voor mij.
Ik zei: ‘Zeg, ik heb geen visakte.’
‘Dondert niet’, zei hij. ‘We vangen waarschijnlijk toch niets.’
We togen naar de Oude Maas en wierpen onze hengels uit, telkens weer. Maar al die worpen door de ijle ochtendlucht, het interesseerde de baarzen en snoeken niets. Mijn vriend zei: ‘Ze zitten daar in de diepte; we krijgen ze wel.’
Maar we kregen ze niet. Als ze in de diepte zaten, zaten ze daar nog. De eerste weken aan de oevers van de Oude Maas haalden we bakzeil, en toch had ik ’t niet willen missen. Hengelen voor voedsel werkt louterend. We schenken koffie uit de thermoskan, eten een broodje, en turen over het rimpelende wateroppervlak.
Ik verlangde niet naar een Titaans gevecht met een kolossale vis ter bewijs van mijn mannelijkheid. Wel vond ik het prettig zo nu en dan medewerking te krijgen van een baars die goed past in mijn braadpan. En waarlijk, eergisteren hapte eindelijk een baars. Even later hapte ik hem.
Ja mensen, de tijden van de Egyptische vleespotten zijn voorbij. Dus ik ben gestopt met de kabeljauw en poon van de visboer. Tegenwoordig haal ik mijn vis rechtstreeks uit de rivier.
Ook de slager heb ik vaarwel gezegd. In een naburig park neem ik op goed geluk een sappig haasje te grazen met een uitgespannen net. En wist u hoe kostelijk wilde eend smaakt? Eerst goed uitspoelen hoor, dan marineren in een saus van laurier, gember, chilipepers en rode wijn, vervolgens zachtjes gaar laten sudderen in een pannetje boter. Eerlijker en biologischer kun je het niet krijgen.
Restaurants boycot ik, voortaan bereid ik m’n eigen potje. En het moet gezegd, mijn reeds gewaardeerde kookkunsten zijn thans op een niveau beland die Jamie doen stuiteren van jaloezie.
Crisis is het beste wat de mensheid kon overkomen. Sinds de onheilstijding op m’n deur klopte veranderden m’n grijze haren in ravenzwarte krullen. Ik voel dat ik leef. Ik voel mij Tarzan.
Douchen doe ik niet meer elke dag, hoogstens tweemaal per week. Behalve de milieuvoordelen, ruik ik mezelf weer. Dat is een groot goed: je komt in het reine met jezelf.
Van m’n Nissan kan ik weliswaar nog geen afstand doen; wel ben ik overgestapt op dikke, rustieke kaarsen. In de slaapkamer gloort een Jemenitische olielamp. Nooit eerder wasemde m’n huis zoveel warmte en spiritualiteit uit.
Zelfs boodschappen zijn een mystiek avontuur geworden. Met enige durf en creativiteit zul je ontdekken dat Jumbo zich uitstekend leent voor proletarisch winkelen – zonder de wet te overtreden. Hoe precies, kan ik u niet verklappen, want Jumbo leest mee.
Het dure fitness-abonnement heb ik opgezegd en cultuur staak ik ook.
Waar ik dan m’n ontspanning vandaan haal? Gewoon op straat. Gratis knokken met hangjongeren. Niets heilzamer dan met de blote knoesten erop losbeuken. In Peru hebben ze dit al eeuwen ontdekt: ‘Takanakuy’, ofwel: als het bloed kookt. Door de kracht van de klappen die je elkaar toebrengt los je je zorgen en spanningen op. Goedkoop, lekker, en ‘het voelt als speed man’, zeggen de van blowtjes suf geworden hangjongeren.
Terwijl de Nederlander het hoofd grijpt en God smeekt om de crisis te stoppen, smeek ik Hem de recessie te laten voortwoekeren. In elk geval tot 21 december, dan vergaan we toch. Heerlijk, zo’n tsunami over Zwijndrecht.

Vorige Volgende