Gastauteur

2.322 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Cameratoezicht in 2011 verder uitgebreid

Net als in voorgaande jaren is het aantal Nederlandse gemeenten dat cameratoezicht inzet in 2011 gegroeid. Er kwamen 36 gemeenten bij waar camera’s zijn ingezet. In vier gemeenten zijn lopende projecten beëindigd en in vijf gemeenten is – na discussie – toch besloten geen camera’s in te zetten. Dit blijkt uit eigen onderzoek van Sander Flight, van Slim Bekeken, een website met nieuws over cameratoezicht en camerabewaking.

In 2011 namen 36 Nederlandse gemeenten het besluit cameratoezicht op straat in te gaan zetten. Dat gebeurt op allerlei plekken, maar uitgaansgebieden, openbaar vervoer locaties en bedrijventerreinen zijn het meest in trek. Daarnaast valt op dat diverse gemeenten tijdelijke camera’s ophangen tijdens Koninginnedag, een kermis of met Oud & Nieuw. Vijf gemeenten besloten na discussie geen camera’s op te hangen en vier gemeenten stopten met lopende cameraprojecten. De reden om niet voor camera’s te kiezen zijn vaak gebaseerd op de relatief hoge kosten, maar ook principiële bezwaren spelen een rol.

Nieuwe camera’s

De redenen om camera’s op te hangen zijn zeer divers. Relatief vaak gaat het om geweld en overlast in uitgaansgebieden. Dat was bijvoorbeeld de reden te kiezen voor camera’s in Hoorn, Katwijk, Medemblik, Noordwijk, Tiel, Urk, Zaltbommel en Zandvoort. In Venlo ging het naast uitgaansgeweld ook om drugsoverlast op de Maasboulevard.

Foto: Jay Phagan (cc)

Dure veiligheidsgevoelens

Het stadsdeel Amsterdam-West hing in oktober 2010 drie camera’s op. 130.000 euro verder en een jaar later maakt het stadsdeel de balans op. Het vergroten van het gevoel van veiligheid mag blijkbaar wat kosten, concludeert bewoner Matthijs Pontier.

In stadsdeel Amsterdam West zijn in oktober 2010 drie camera’s opgehangen. De burgemeester heeft toestemming gegeven voor dit cameraproject tot 31 december 2011. Op basis van dit evaluatierapport moet het stadsdeel nu bepalen of dit project moet worden doorgezet, en of er wijzigingen in de aanpak nodig zijn.

In de maanden maart tot en met juli 2011 zijn in totaal 99 incidenten geregistreerd door de toezichthouders in de centrale. 80 van de 99 incidenten hadden betrekking op parkeeroverlast. Er is slechts één geval van criminaliteit waargenomen: een auto-inbraak. Er is dus geen geweld waargenomen. De beelden zijn nooit bruikbaar gebleken voor het ondernemen van directe actie, of het gebruik in een strafzaak. De camera’s zijn dus niet nuttig gebleken als aanleiding om in te grijpen, of als repressief middel om daders aan te pakken; laat staan noodzakelijk.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat cameratoezicht alleen een preventief effect hebben op calculerende daders. Uit de evaluatie blijkt dat het aantal geregistreerde incidenten in de straten met camera’s steeg, terwijl in de straten zonder camera’s het aantal incidenten juist daalde. Als  preventief middel zijn de camera’s dus verre van noodzakelijk gebleken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Opgroeien met intieme technologie

Boris de Ruyter werkt bij Philips Research. Hij vraagt zich af of  opgroeien met intieme technologie gevolgen heeft voor de ontwikkeling van een kind. Een nieuwe aflevering in de serie Intieme Technologie van het Rathenau Instituut.

Dat toepassingen van technologie intiem zijn verweven in ons dagelijkse leven en een invloed op ons dagelijks gedrag hebben zal niemand echt verbazen. Neem het voorbeeld van sociale netwerken: heden ten dage heeft de jeugd het over honderden vrienden. Uiteraard heeft deze jeugd niet meer sociale vaardigheden en dermate meer tijd te investeren in vriendschapsrelaties dan de vorige generatie. Dit doet vermoeden dat de definitie en mogelijk de functie van vriendschap niet meer is wat het ooit was.

Een ander voor de hand liggend voorbeeld is sms. Het hedendaagse communicatiepatroon bij de jongeren alsook het gebruik van taal is sterk beïnvloed door deze communicatiemogelijkheid. Met duizenden asynchrone berichten bestookt de jeugd elkaar dag en nacht waardoor stress, depressie en zelfs slaapstoornissen zich beginnen te manifesteren. Maar deze voorbeelden zijn slechts oppervlakkig en lijken dramatisch doch zijn niet noodzakelijk bestendig van aard. Ontneem de jongeren hun communicatiemiddelen gedurende een zomervakantie in het buitenland en ze zullen, na hooguit een paar dagen van ontwenningsverschijnselen, deze ontbering wel overleven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Aardolie, moslimextremisme en een ontevreden bevolking

Het Westen kan de Nigeriaanse olie niet missen, zoals wij ook de Libische olie niet kunnen missen. Zal het Westen, gaan ingrijpen in Nigeria, zoals in Libië, om de olie-export veilig te stellen, vraagt Hans Verbeek zich af?

Nigeria produceert dagelijks 2,4 miljoen vaten olie. Het binnenlands oliegebruik, ca. 280.000 vaten per dag, is sinds 1995 niet gestegen. Van de totale produktie exporteert het land ca. 2,1 miljoen vaten per dag. Daarmee komt Nigeria op de 6e plaats in de lijst van de olie-exporterende landen, boven Irak, Canada en Venezuela.

Nigeriaanse olie-export 1980 - 2009 (bron: EIA)

Maar het land heeft te weinig raffinaderijen om in de eigen behoefte aan brandstof te voorzien. Daarom wordt er benzine ingevoerd uit Venezuela en zelfs uit Groot-Brittannië.
Begin januari schafte de Nigeriaanse regering de subsidie op benzine af en daarom verdubbelde voor de Nigerianen de prijs. De prijsverhoging leidde afgelopen week tot protesten van duizenden veelal jonge Nigerianen.

De demonstranten verwijten de regering dat ze te lang heeft gewacht met de bouw van meer raffinaderijen. Je zou ook kunnen stellen dat oliemaatschappijen liever ruwe olie uit Nigeria aan hun klanten in Europa en de VS verkopen, dan dat ze in Nigeria de olie raffineren om benzine te maken voor de Nigerianen. De aardolie is immers veel belangrijker voor Europa en de VS dan voor de Afrikanen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Honderdjarige Oorlog , Jeanne d’Arc

600 jaar geleden werd Jeanne d’Arc geboren. De dag werd in Frankrijk groot herdacht. Ze speelde een cruciale en bijna onbegrijpelijke rol in de afloop van de honderdjarige oorlog. Een oorlog die we in Nederland bijna negeren – in ieder geval op de scholen – maar die het Europa zoals we het nu kennen sterk mede heeft gevormd. Het onderstaande stuk is een fragment uit “Niet naar Santiago en weer terug” van gastredacteur Hans Rottier. Waarheid is betrekkelijk. Zo ook in dit fragment.

De Honderdjarige Oorlog is ingewikkeld. Een van de meest inge­wikkelde periodes in de ontwikke­ling van Europa. Waar je begint is arbitrair. Ik kies voor Hugo Capet die in 987 het ko­ningschap krijgt van de feodale heersers in Frankrijk. De vor­ming van de Duitse eenheid is kinderspel verge­leken bij deze periode.

Als de Karolingers in 987 definitief hun macht afstaan aan Hugo Capet, is er nog al­lesbehalve een eenduidige staat. Hij is een gekozen koning tussen een hoeveelheid vazallen die meestal meer be­zit hebben dan hij. In een dispuut met Adelbert du Péri­gord wil hij dat die een beleg van Tours opheft. Adelbert wei­gert, waarop Hugo hem zegt dat de graven koninklijke die­naren zijn. Adelbert antwoordt dat het wel de her­togen en graven zijn die hem in het zadel hebben geholpen (Qui t’a fait comte?; Qui t’a fait roi?). De Capets moeten zeer rustig en voorzichtig te werk gaan willen ze iets van hun koningschap maken. Ze zijn zeer voorzichtig. Bijna onzichtbaar, stukje bij beetje ver­groten ze met behulp van de Kerk en slimme huwe­lijken hun invloed en gebied. Ze houden zich buiten de investi­tuurstrijd en hebben ook niets van doen met de inval in Enge­land van een van hun vazallen, Willem de Verove­raar.

Er bestonden al veel langer goede verbindingen tussen de En­gelse koningen, ex-Noormannen en de hertogen van Norman­dië en in 1002 trouwt de zuster van de hertog van Normandië – Emma – met Ethel­red II. Daarmee ontstaat een relatie tussen beide gebie­den en de zoon van Emma, Eduard de biechtvader, wordt in 1042 koning van Engeland. Hij belooft Engeland in 1051 aan zijn neef Willem van Normandië. Als Eduard dan in 1066 overlijdt wil Wil­lem zijn bezit claimen. Harold II, een zwa­ger van Eduard, en diens broer claimen echter ook het koning­schap van Enge­land. Willem neemt zeer snel actie, steekt het Kanaal over recht naar het noorden en komt bij Hastings Ha­rold II tegen in een veldslag die niet zo groot is geweest, maar die be­hoorlijke gevolgen voor Frankrijk, Enge­land en eigenlijk Europa als geheel zal heb­ben. Harold wordt verslagen en ge­dood. Willem is de Veroveraar, ko­ning van Enge­land én hertog van Normandië. Als we wat in­terne onaardigheden in het huis van Willem de Veroveraar ach­terwege laten, zien we in 1100 Henry I, zoon van Willem, op de troon van Engeland. Zijn dochter Mathilde is erf­genaam, want zijn zoon is om­gekomen bij een schipbreuk. Zij trouwt met Geoffrey Planta­genet en hun zoon is Henry II Planta­genet (1133–1189). Die naam moet je onthouden.

De Engelse koning heeft nog steeds bezittingen in Frankrijk en is nog steeds vazal van de Franse koning Lodewijk VI. Lodewijk VI heeft met succes het koningschap op een wat hoger plan gezet en kan geen insubordinatie gebruiken. Henry I bezet het fort van Gisors en weigert feodale eer te betonen aan de Franse koning. Daarop vol­gen de eerste schermutselingen die zullen ontaarden in de Honderdjarige Oorlog. De Guerre de Gisors. In 1120 moe­ten beide feodale heren van de paus vrede sluiten. De Kerk wil geen ‘christelijke oorlogen’ meer en de kruistochten zijn net begonnen. Het is het eerste verdrag in een lange reeks. Relaties, huwelijken, erfelijk bezit van land en bo­venal de wei­gering om de Franse ko­ning te aanvaarden als meerdere. Op dit mo­ment gaat het feite­lijk alleen nog om het hertogdom van Normandië.

Lodewijk VI sterft in 1137 en zijn zoon Lodewijk VII (1120–1180) neemt het over. Hij trouwt in 1137 met Aliénor[1], erfge­name van Aquitanië[2]. Zij is dan vijftien jaar. Dat gaat voorlo­pig goed en ze krijgen twee kinderen die verder geen rol van bete­kenis meer spelen. Het tweede kind is mis­schien niet van Lode­wijk. In 1146 moet Lodewijk VII op kruistocht. Het was mode, er wordt druk vanuit de Kerk uitgeoefend, het was zijn religieuze plicht: iets dergelijks moet het geweest zijn. Hij gaat en Aliénor gaat mee.

Maar Aliénor is gegroeid en is dan vierentwintig jaar. Vrijge­voch­ten? Geforceerd? Hoe het ook zij, in Antiochië is zij blijk­baar te intiem met haar oom Raymond de Poitiers. En er is ruzie over de te volgen strategie. Lodewijk is jaloers en niet blij. Hij laat het huwelijk ontbinden, waarschijnlijk op beider initiatief. Het for­mele ar­gument is dat ze familie zijn in de 4e graad (volgens het cano­niek recht). Dat is een grote fout van Lodewijk en ei­genlijk ook niet te begrijpen. Is het trots? Is het druk van de Kerk? Is Aliénor gewoon een kreng en ging ze te ver? Hoe dan ook, Aliénor neemt haar bruidsschat mee en vertrekt. Aquitanië, dat zo ele­gant deel van Frankrijk leek te worden, bungelt vrij in het feodale wereldje voor ieder dieAlié­nor kan en wil trou­wen. Dat laat Henry II Plan­tagenet zich geen twee keer zeggen. Het huwelijk met Lodewijk is in 1152 ont­bonden en in hetzelfde jaar trouwt zij met Henry II Plantage­net, de latere koning van En­geland en verbindt Aquitanië op deze wijze aan Engeland. Ze krijgen acht kinderen. Goed gere­geld. Berekend? Neemt ze wraak[3]?

Nu is een groot deel van Frankrijk in Engels koninklijk bezit.

De Honderdjarige Oorlog is nu niet meer te voorkomen met slimme huwelijken en een vazallen buiging.

De koning van Engeland buigt niet voor de koning van Frank­rijk.

De eerste Honderdjarige Oorlog begint kort na de troonsbestij­ging van Henry II in 1154. In 1159 be­gint een strijd tussen de ver­schillende koningen van Engeland en Frankrijk die in 1259 wordt be­slecht met het verdrag van Parijs. Lodewijk IX (Saint-Louis) liquideert het conflict en brengt over het geheel rust in het ko­ninkrijk. De op­lossing voor het moment is dat Aquitanië een En­gels graaf­schap wordt, waarvan de graaf vazal van de koning van Frankrijk is. Het geeft rust tot 1337. Deze eerste Hon­derd­jarige Oorlog is een conflict tussen koningen dat wordt uitgevoerd met legers. Het volk heeft er natuurlijk wel last van, maar het valt allemaal mee. De schaal is beperkt. Op last van de paus.

Alleen in 1294 gaat Philips de Schone Eduard I nog te lijf in drie campagnes en lijft Aquitanië in. Het zijn ruzies om visgronden tussen vissers uitNormandië en vissers uit Bayonne en uit La Ro­chelle. In 1299 wordt met het verdrag van Montreuil alles weer teruggegeven en de Engelse ko­ning Eduard bevestigt dat hij vazal van de Franse koning is. Alles is weer rustig.

Waarom blijft het zo relatief rustig na 1066 en vooral na 1152?

De Kerk had de kruistochten georganiseerd en een van de doe­len was om de interne ‘christelijke oorlogen’ te verhinderen en de ogen op de ongelovigen, de islam, te richten. Of omge­keerd: de ogen op de islam te richten om vrede in Europa te bren­gen. In 1272 is de laatste kruistocht afge­lopen en de ogen rich­ten zich weer he­lemaal naar binnen. In die periode tot 1300 zijn er nogal wat verdragen die door de Kerk worden afge­dwongen. De Kerk had macht. Macht gebaseerd op de preek­stoel, landbezit en bo­venal toch echt ook het geloof. Geloof in God en het hier­namaals. Dat je de Kerk te vriend moest hou­den, anders zou je branden in de hel.

Als in 1298 en 1303 de Tempeliers de laatste aanvallen op de islamitische gebieden in het Midden-Oosten hebben onderno­men komen ze met z’n allen terug naar Europa. Ze hebben een groot fort in Parijs. Daar waar de koning woont. Philips de Schone gaat de Tempeliers te lijf. De redenen zijn duister, maar ik sluit niet uit, dat hij zich gewoon bedreigd voelde door dat onafhan­kelijke leger van de paus ineens dicht bij zijn bed. Daarnaast was het duidelijk dat hij een krachtmeting met de paus uit te vechten had. Wie is de baas in Frankrijk? En, niet onbelangrijk, Philips had geld no­dig. Als de grootmeester van de Tempeliers Jacques de Molay terug is in Parijs, wordt op vrijdag 13 oktober 1307 een zeer ge­coördineerde inval gedaan bij alle tempelier­verblijven en bezittin­gen door heel Frankrijk. Alle Tempeliers worden gearres­teerd. Het proces duurt tot 1314. Op het conci­lie van 1311, voor de gele­genheid bij elkaar onder druk van Philips de Schone, wordt de orde ont­bon­den, maar niet veroordeeld zoals Philips wil. Zij die hun dwaalweg bekennen komen vrij. Zij die dat niet doen gaan op de brand­stapel. Jacques Molay als laatste in 1314. Het is een lange strijd tussen Kerk en staat. Tussen paus en koning eigenlijk. De koning wint deze keer. De Kerk heeft de kruis­tochten verloren en duidelijk minder macht. Het geloof heeft een deuk opgelo­pen. Er gaan geen koningen en andere adel meer naar het Midden-Oos­ten. Alle energie kan weer op oorlogen in het eigen gebied worden gericht. Engeland – Frankrijk dus.

De vlam gaat in de pan als Edward III in 1337 maar weer eens weigert de Franse koning te erken­nen. In 1338 verbinden de Vla­mingen zich met de Engelsen en in 1340 neemt Edward III de titel Koning van Frankrijk aan. De Franse vloot wordt bij Brugge ver­nietigd en in 1346 worden ze bijCrécy in de pan gehakt. Calais capituleert in 1347. Het gaat niet goed met Frankrijk. In 1347 wordt er dan vrede gesloten die wat uitloopt tot 1355 van­wege de pest. Ondanks die rampzalige ziekte, die ongeveer 30% van de bevolking neemt, gaat de oorlog daarna gewoon door. De Engel­sen plunderen het Franse land d.m.v. kortdurende roof­tochten. De zwarte ridder verhalen komen uit deze periode.

Het gaat verder. In 1356 worden de Fransen bij Poitiers in de pan gehakt en in 1358 wordt de dauphin vermoord. Du Gues­clin is een Frans militair die dan eindelijk wat terug weet te doen. Vechtend trekt hij 21 jaar, tot 1380, door Frankrijk en jaagt de Engelsen uit een groot deel vanZuidwest-Frankrijk in 1369/1370.

Richard II en Karel VI proberen het diplomatiek. Richard II krijgt zelfs in 1396 de dochter van Karel als vrouw. Ze is dan vijf jaar. Het mag niet baten en Henry IV gaat er weer vol in. In 1407 wordt de graaf van Orléans vermoord door de mannen van Jan Zonder Angst van Bourgondië. Er ontstaan twee par­tijen. De Ar­magnacs en de Bourgondiërs.

Als dan ook een burgeroorlog ontstaat tussen beiden is de chaos compleet. In 1419 wordt Jan Zonder Angst vermoord als hij toe­nadering met deArmagnacs zoekt. Di­rect daarna schui­ven de Bourgondiërs door naar het Engelse kamp. Samen met Isa­beau de Bavière, de vrouw van Karel VI en dus koningin van Frank­rijk. Dat is nogal wat.

Isabeau, dochter van de hertog van Beieren, was feitelijk re­gen­tes van Frankrijk met Karel VI (sinds ongeveer 1392 open­lijk) als gek aan haar zijde. Ze weet als Beierse in de krankzin­nige Franse situatie niet goed meer wat te doen binnen de open­lijke bur­ger­oorlog. Ze begaat twee doodzonden. Ten eer­ste kiest ze de kant van de Bour­gon­diërs en sluit ze het verdrag van Troyes geheel ten voordele van de Engelse ko­ning. Ten tweede onterft ze Karel VII, het enig overle­vende kind van haar en Ka­rel VI. Het wordt haar niet in dank afgenomen. Ze sterft in 1435 te­rugge­trokken in l’hôtel Saint-Pol. Veracht door ieder­een.

In 1420 wordt dan het verdrag van Troyes gesloten waarin de Koning van Engeland de titel Koning van Frankrijk krijgt. Karel VI en Henry V sterven alle twee in 1422 (toeval?). De kronen van Frank­rijk en En­geland zijn verenigd. Parijs is op de hand van de Engelsen en in 1432 wordt de Engelse koning Henry VI in Parijs in de Notre Dame gekroond. Van 1420 tot 1436 bezetten de Engel­sen Parijs. Ze lijken te hebben gewonnen en Karel VII weet eigen­lijk niet wat hij moet doen.

Ondertussen strijden de Armagnacs in de provincie door. Karel VII is dan wel Dauphin, maar het lijkt of niemand hem meer ziet staan. Ook de Duitse keizer Sigmund van Luxem­burg erkent Henry V en hij tekent een verdrag met de Engelsen te Canterbury in 1416. Het is alsof Engeland en Frank­rijk echt één ko­nink­rijk zijn. Maar dan blijkt dat de ogen van de eenen­twintig­ste eeuw vervormd kij­ken naar deze peri­ode, want niets is minder waar. Binnen een paar jaar is alles om­ge­keerd en gaat de Engelse ko­ning met de staart tussen de benen terug om nooit meer in Frankrijk te worden gezien. In elk geval niet om de troon te clai­men. De in­nerlijke werking van deze laatste jaren en de werke­lijke reden van het vertrek van Engeland zijn duister. Is het de uitputting van beide lan­den?

Plotseling is daar in 1429 een zeventienjarig boerenmeisje uit Domrémy aan de Maas, net buiten het feodale Frankrijk. Onge­letterd en gedreven door stemmen. Vermoede­lijk onderwezen door haar moeder en enkele mensen uit haar omgeving. Zij is er van overtuigd dat Karel VII de rechtmatige koning van Frankrijk is en dat de Engelsen verslagen kunnen worden. Maar eerst moet Karel VII in Reims gekroond en door de Kerk gewijd wor­den. Het gebeurt zoals zij heeft gezegd, maar bij Com­piègne gaat het fout. Ze wordt door een Fransman gevangen genomen, door een Fransman verkocht en door de Franse in­quisitie be­recht. De secu­liere rechtbank negeert haar en de vol­gende och­tend wordt het vuur aangestoken door een Engelse Beul. Het is een kort leven. Ze wordt nog geen twintig jaar.

1412 6 januari – Geboorte van Jeanne [of Jehanne] d’Arc in Domrémy [la Pucelle].

1429 Februari – Vertrek van Domrémy naar Vaucouleurs

1429 Eind februari – Vertrek naar Chinon

1429 8 Mei – Bevrijding van Orléans

1429 17 juli – Koningswijding van Karel VII te Reims

1430 april/mei – Veldtocht rond Compiègne

1430 23 mei – Jeanne wordt gevangen genomen op bevel van Jan van Luxemburg. Hij levert haar uit voor 10.000 Tour­naise ponden – enkele honderdduizenden euro’s zegt men – aan bis­schop Pierre Cauchon, die op de hand van de En­gel­sen is.

1430 mei/november – Jeanne wordt gevangen gehouden in Beaulieu en Beaurevoir

1430 november/december – Jeanne wordt overgebracht van Beaurevoir naar Rouen

1431 9 januari – Begin van het proces van de inquisitie.

1431 24 mei – Jeanne tekent de afzwering van dwalingen.

1431 28/29 mei – Jeanne wordt in mannenkleren aangetrof­fen en er wordt een te­rugval verklaard. Ze wordt over­gedra­gen aan de seculiere rechterlijke macht die haar direct doorgeeft aan de beul, zonder enige verdere rechtsgang.

1431 30 mei – Vroeg in de ochtend wordt Jeanne levend ver­brand op de oude markt van Rouen.

Ze is gebruikt en gemanipuleerd. Ze had erkend. Ze had gete­kend. Er was geen re­den meer om haar te executeren. Er is alle aanleiding om te vermoeden dat de enige kleren die ze had ge­kregen op 28 mei de bewuste mannenkleren waren en die trok ze dus aan. Ik betwijfel of ze zich gereali­seerd heeft dat het haar dood zou worden. Op weg naar het schavot en vastgebon­den op de brandstapel gaat ze geweldig tekeer in een sterk emotionele tirade die een enorme indruk op de massa maakt. Het vuur wordt aangestoken en ze is snel dood. Dan wordt de brandstapel openge­broken om de ver­branding te stoppen. Haar kleren zijn al bijna weg, de resten worden wegge­trok­ken en ze is zicht­baar in haar naaktheid. Het is aangetoond dat ze een vrouw is. Het vuur wordt weer op gang ge­bracht en blijft bran­den tot Jeanne volle­dig verast is[4].

Toch is er dan blijkbaar iets veranderd, want Philips de Goede van Bourgondië trekt zich terug uit de alliantie met de Engelsen die dan weer alleen staan. Wat er allemaal precies is gebeurd aan politiek gekonkel, is moeilijk te achterhalen. Hij krijgt daar­voor van Karel VII de graafschappenAuxerre, Mâcon en de ste­den aan de Somme. Met dit verdrag van Arras in 1435 is het einde van de oorlog nabij. In 1448 is er nog een offensief inNormandië en in 1450 is er een veldslag bij Formigny. De laat­ste schermutselingen vinden plaats bij Castillon in 1453. Alleen Ca­lais is dan nog in bezit van de Engelsen.

Direct na de inname van Rouen in 1450 wordt bevel gegeven door Karel VII voor een onderzoek naar het proces van Jeanne d’Arc. Het gaat moeizaam. De Kerk erkent dat er fouten zijn gemaakt, maar werkt het proces tegen. In 1456 wordt ze dan toch ge­reha­biliteerd. In Enge­land wordt ze nog lang als heks beschouwd. Daar komt pas ver­andering in met het verschijnen van de History of Great Britain van Speed (1611). Pas in 1909 wordt ze zalig verklaard. Op 16 mei 1920 wordt ze heilig ver­klaard[5].

Het zijn de ingrediënten van het feodale systeem die aan de wieg staan van de Hon­derdjarige Oorlog die feitelijk zal duren van 1066 tot 1435 met het verdrag van Ar­ras, of tot 1453 bij de overwin­ning van Castillon, of tot 1558 als de Fransen Calais ein­delijk terugveroveren op de Engel­sen. Toch geven de Engel­sen de claim op de Franse troon niet op en pas in 1801, als ze blijkbaar de overtui­ging hebben dat er echt geen koning meer in Frankrijk komt, geven ze die titel op. Of mis­schien ook wel om­dat het ze de kop kan kosten, of wellicht zijn ze bang voor Na­poleon, wie zal het zeggen. Waarom ze die titel wilden hou­den, maar nooit meer hebben willen effectu­eren, is een goede vraag. In zekere zin is het Europa op zijn smalst. En de Britten type­rend.

Het is voorbij. Het is ingewikkeld. De Franse en Engelse adel zijn gedecimeerd en in Engeland breekt als gevolg van het echec de war of the rosesuit. Het volk is het zat en heeft zwaar te lijden gehad. De Kerk heeft politiek grotendeels langs de zijlijn ge­staan, d.w.z. kon of wilde geen vuist maken om de partijen te laten stoppen. De pest en de oorlog laten de beide landen in een econo­mische crisis achter. Het feodale systeem bestaat niet meer en Frankrijk is nu een compleet land. De koning wordt erkend. Maar de feodale verhoudingen zijn nog niet verdwenen. Het heeft ruim 400 jaar geduurd sinds Hugo Capet. De feodale heersers geven uiteindelijk allemaal de strijd op en worden deel van Frankrijk. Ze worden veroverd zoals Bourgondië, of worden bezit door gemani­puleerde huwelijken zoals Bretagne. Het lijkt dat de konin­gen en adel wijzer uit de strijd komen. Dit soort oorlogen komt hierna niet meer voor. Men lijkt te weten dat je niet wint op deze ma­nier. De machts­strijden onderling en met de Kerk vinden vanaf nu vrijwel uit­sluitend op politieke wijze plaats. Geschil­len tussen landen zijn nog niet zo ver.

De macht van de Kerk wordt minder. Parallel aan de Honderd­ja­rige Oorlog vindt in 1414–1418 het concilie van Konstanz, plaats dat een einde maakt aan het Grote Schisma van het Westen waar pausen in Avignon, Rome en Pisa bestaan. Ofwel de grote ver­warring van de legitimiteit van de pausen…

Het is genoeg.

Wat blijft is de verbazing over het handelen van een zeventien­jarig meisje.

[1] Ik heb gekozen de naam Aliénor te gebruiken en niet Elia­nor, Eleanor, Leonore – en wat ik verder allemaal niet ben tegenge­ko­men. De naam komt van alia Aénor – een andere Aénor vol­gens Jean Flori. Ze is dus naar haar moeder ver­noemd. Daarbij vind ik Aliénor gewoon een mooie naam.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

‘Twittervrienden’

Onderzoeker Mirjam Schuijff vraagt zich af hoe het komt dat Twitter zoveel over haar weet. Een nieuwe aflevering in de serie Intieme Technologie van het Rathenau Instituut.

Ik geef het eerlijk toe: ik loop bepaald niet voorop als het gaat om het omarmen van nieuwe technologieën. Maar beter laat dan nooit toch? Alleen doen die apparaatjes, gadgets en programmaatjes me soms verbaasd staan. Onlangs gebeurde dat nog.

Op een mooie zaterdag besluit ik een Twitter-account aan te maken. Na een half uur tevergeefs gebruikersnamen te hebben geprobeerd – het nadeel van niet zo vlot zijn met nieuwe technologieën is dat alle eenvoudige gebruikersnamen op Twitter al bezet zijn door vlottere mensen – heb ik eindelijk een account. Snel wil ik de eerste tweet de wereld in sturen. Maar eerst moet ik door een menuutje heen. Ik kan aangeven of ik bijvoorbeeld ‘dwdd’ of ‘nickensimontwit’ wil volgen. Nick en Simon? Die Volendamse zangers die ik wegzap als ze op te tv zijn? Hoe komt Twitter erop. Gelukkig hoeft het niet.

Het volgende scherm is een overzicht van “Twitter-accounts aanbevolen voor jou, gebaseerd op wie je volgt en meer”. Ik volg nog helemaal niemand, maar Twitter heeft een bont gezelschap vage bekenden voor me geselecteerd. Een vriendin van een vriendin, iemand die ik ken van een cursus, en wat vrienden van mijn broer (dat laatste denk ik tenminste, zo goed ken ik ze). Mijn oude studievereniging staat ook op het lijstje, en nog hoog ook. Verder zie ik ICT-onderneminkjes waar ik nog nooit van gehoord heb en een bedrijf dat zich specialiseert in lenzen en lenzenvloeistof.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-11-2022

Ik voel me net Tarzan

Een gastbijdrage van Mohammed Benzakour. De bijdrage verscheen ook op nieuwwij.nl.

Voor dag en dauw belde een goede vriend aan. Hij had een hengel bij zich. Ik monteerde een werpmolen op de mijne en maakte de felgekleurde dobber vast. Het dunne nylon was doorzichtig en onzichtbaar voor de vissen, en eigenlijk ook voor mij.
Ik zei: ‘Zeg, ik heb geen visakte.’
‘Dondert niet’, zei hij. ‘We vangen waarschijnlijk toch niets.’
We togen naar de Oude Maas en wierpen onze hengels uit, telkens weer. Maar al die worpen door de ijle ochtendlucht, het interesseerde de baarzen en snoeken niets. Mijn vriend zei: ‘Ze zitten daar in de diepte; we krijgen ze wel.’
Maar we kregen ze niet. Als ze in de diepte zaten, zaten ze daar nog. De eerste weken aan de oevers van de Oude Maas haalden we bakzeil, en toch had ik ’t niet willen missen. Hengelen voor voedsel werkt louterend. We schenken koffie uit de thermoskan, eten een broodje, en turen over het rimpelende wateroppervlak.
Ik verlangde niet naar een Titaans gevecht met een kolossale vis ter bewijs van mijn mannelijkheid. Wel vond ik het prettig zo nu en dan medewerking te krijgen van een baars die goed past in mijn braadpan. En waarlijk, eergisteren hapte eindelijk een baars. Even later hapte ik hem.
Ja mensen, de tijden van de Egyptische vleespotten zijn voorbij. Dus ik ben gestopt met de kabeljauw en poon van de visboer. Tegenwoordig haal ik mijn vis rechtstreeks uit de rivier.
Ook de slager heb ik vaarwel gezegd. In een naburig park neem ik op goed geluk een sappig haasje te grazen met een uitgespannen net. En wist u hoe kostelijk wilde eend smaakt? Eerst goed uitspoelen hoor, dan marineren in een saus van laurier, gember, chilipepers en rode wijn, vervolgens zachtjes gaar laten sudderen in een pannetje boter. Eerlijker en biologischer kun je het niet krijgen.
Restaurants boycot ik, voortaan bereid ik m’n eigen potje. En het moet gezegd, mijn reeds gewaardeerde kookkunsten zijn thans op een niveau beland die Jamie doen stuiteren van jaloezie.
Crisis is het beste wat de mensheid kon overkomen. Sinds de onheilstijding op m’n deur klopte veranderden m’n grijze haren in ravenzwarte krullen. Ik voel dat ik leef. Ik voel mij Tarzan.
Douchen doe ik niet meer elke dag, hoogstens tweemaal per week. Behalve de milieuvoordelen, ruik ik mezelf weer. Dat is een groot goed: je komt in het reine met jezelf.
Van m’n Nissan kan ik weliswaar nog geen afstand doen; wel ben ik overgestapt op dikke, rustieke kaarsen. In de slaapkamer gloort een Jemenitische olielamp. Nooit eerder wasemde m’n huis zoveel warmte en spiritualiteit uit.
Zelfs boodschappen zijn een mystiek avontuur geworden. Met enige durf en creativiteit zul je ontdekken dat Jumbo zich uitstekend leent voor proletarisch winkelen – zonder de wet te overtreden. Hoe precies, kan ik u niet verklappen, want Jumbo leest mee.
Het dure fitness-abonnement heb ik opgezegd en cultuur staak ik ook.
Waar ik dan m’n ontspanning vandaan haal? Gewoon op straat. Gratis knokken met hangjongeren. Niets heilzamer dan met de blote knoesten erop losbeuken. In Peru hebben ze dit al eeuwen ontdekt: ‘Takanakuy’, ofwel: als het bloed kookt. Door de kracht van de klappen die je elkaar toebrengt los je je zorgen en spanningen op. Goedkoop, lekker, en ‘het voelt als speed man’, zeggen de van blowtjes suf geworden hangjongeren.
Terwijl de Nederlander het hoofd grijpt en God smeekt om de crisis te stoppen, smeek ik Hem de recessie te laten voortwoekeren. In elk geval tot 21 december, dan vergaan we toch. Heerlijk, zo’n tsunami over Zwijndrecht.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

CleanIT: schoolvoorbeeld van een ontspoord veiligheidsproject

Het bestrijden van criminaliteit via internet is belangrijk. Het is dan ook onvergeeflijk als overheden geen idee hebben wat ze aan het doen zijn, onze internetvrijheid te grabbel gooien en bakken met belastinggeld pompen in amateuristisch broddelwerk zoals het CleanIT-project, stelt Ot van Daalen, directeur van Bits of Freedom.

Het onlangs gelanceerde Clean IT project is één van de ergste voorbeelden hiervan. We twijfelden zelfs of we er aandacht aan moesten besteden. Maar omdat het van serieuze overheidspartijen komt, leek het ons goed om toch eens in detail uit te leggen waarom dit project rechtstreeks de prullenbak in kan.

De drijvende kracht achter het Clean IT project is de Nederlandse Nationale Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV). Deelnemers zijn onder meer Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, België en Europol. Het doel van het project is “to counter the illegal use of the internet by terrorists”, zo staat op de website.

De leden zijn een aantal keren bij elkaar gekomen en gaan dat het komende jaar blijven doen. Uiteindelijk hopen ze regels te ontwikkelen om, ja wat precies? Het is onduidelijk, maar belooft weinig goeds. 

Het doel is niet duidelijk

Alle overheidsprojecten moeten een helder omschreven en zo beperkt mogelijk doel hebben. Op die manier zorg je dat belastinggeld zo effectief mogelijk wordt ingezet. Bovendien kan je niet alle problemen in één keer oplossen. Daarnaast beperk je zo het risico dat het project ook voor andere doeleinden wordt ingezet (zogenoemde “function creep“). En als privacy en communicatievrijheid in het geding zijn, is een heldere doelomschrijving zelfs verplicht op grond van Europese mensenrechtenverdragen.

Het doel van het Clean IT project is de eerste maanden al hopeloos uit de klauwen gegroeid:

  • Eerst was het projectdoel “combating the misuse of internet for Al Qaida influenced terrorist purposes” (project outline van 15 september 2011, PDF).
  • Nog niet een maand later werd dit al uitgebreid. De workshop van het project werd georganiseerd “to discuss illegal use of the internet”. Opeens blijkt het project zich te richten op het misbruik van het internet door “terrorists and extremists”. En dat zijn er nogal wat: “all kinds of terrorists organizations, including lone wolf terrorists and individual extremists. Including (alphabetical) animal rights, left-wing, racist, religious, right-wing, separatist and all other terrorist and extremist organizations and individuals.” Al Qaida wordt niet meer specifiek genoemd. Zie het verslag van de workshop van 24 en 25 oktober 2011 (PDF).
  • Bovendien blijkt het project zich opeens te richten op geweld en hate speech: “The project also aims to limit the use of the internet by organizations or individuals inciting murder and violence, and or publishing or disseminating racist and xenophobic material, and hate speech.”
  • En terloops wordt opgemerkt dat het internet “is misused in many forms, including cybercrime, hate speech, discrimination, illegal software, child pornography and terrorism”.

De uitbreiding van het project wordt bevestigd in een voortgangsrapportage van 16 november 2011 (PDF). Desondanks schrijft het NCTV in een persbericht op 18 november 2011 dat het project nog steeds beperkt zou zijn tot Al Qaida: “The project focuses on Al Qaïda influenced content.”

Niet alleen zijn in een paar maanden de groepen waar het project zich op richt uitgebreid: ook is het soort gebruik in de loop van het project uitgebreid. Hoewel het project zich in eerste instantie richtte op “the illegal use” van het internet door bepaalde groepen, is het doel een maand later uitgebreid tot “the illegal and unwanted use” van het internet (verslag van workshop van 24 en 25 oktober 2011, onderstreping toegevoegd).

Dat betekent dus dat het project erop is gericht om gedrag dat niet op basis van een wet verboden kan worden, toch te beperken. Ook hier stelt het persbericht van een maand later weer dat het project zich beperkt “to counter the illegal use of the internet by terrorists”. Dat steekt des te meer, nu het project parlementaire controle omzeilt. We komen hieronder op terug.

De vraag is niet helder

Niet alleen moet het doel helder omschreven zijn: ook de vraag moet  kraakhelder zijn. Want pas dan weet je naar welke oplossingen je moet zoeken. Het klinkt bijna te simpel. Maar niet voor het Clean IT project. In de project outline staat slechts een aanname: “The internet plays a central role and is of great strategic importance for Al Qaida influenced extremist networks.” Daar volgt geen vraag uit.

Terwijl de vraag van alles kan zijn: hoe kan worden voorkomen dat aanhangers van Al Qaida gebruik maken van het internet, of dat sympathisanten fondsen werven via het internet, of dat zij nieuwe recruten werven via het internet? Ga zo maar door.

Ook een maand later was nog steeds niet duidelijk wat de deelnemers precies aan het oplossen waren. En toch organiseren ze allemaal workshops. Als je geen duidelijke vraag hebt, zijn alle zogenaamde oplossingen nutteloos. Want je weet niet of ze werken.

De gevolgen voor communicatievrijheid en privacy worden niet besproken

Clean IT maakt inbreuk op de privacy en communicatievrijheid. Daarom schrijven de organisatoren dat respect voor fundamentele rechten onderdeel moet zijn van het project. Maar dat voornemen opschrijven is niet voldoende: er moet expliciet onderzoek worden gedaan naar de manieren waarop deze grondrechten worden ingeperkt en wat de onbedoelde en ongewenste neveneffecten van het project kunnen zijn.

Want zelfs als zo een systeem met de beste bedoelingen zou worden opgezet: het risico dat dit project in de toekomst wordt misbruikt voor censuur en surveillance is groot:

  • Dit project heeft een megalomane reikwijdte en zou zich richten op misbruik: “within in [sic] all layers and parts of the internet. This includes (in alphabetical order) audio messages posted on internet, blogs, chat rooms, documents posted, e-mail, messaging systems, payment systems, social media, static texts on websites, video messages, web forums” (verslag van workshop van 24 en 25 oktober 2011).
  • En vrijwel de hele internetgemeenschap zou moeten meewerken aan deze regels: “browser providers, certificate providers, cloud providers, domain registrars, e­‐mail service providers, exchange points, filter providers, hosting providers, hotlines, investigation companies, law firms, security consultants, search engine companies, social network sites, technology innovators, vendor sites and web forum providers”.
  • Daarbij komt dat de oplossingen die worden voorgesteld in het document het grondrecht op communicatievrijheid en privacy inperken, zoals het publiceren van zwarte lijsten van verboden websites of het afschaffen van anonimiteit.


Het project wordt niet gebaseerd op bewijs

Het lijkt voor de hand liggen: alle beleid moet worden gebaseerd op stevig bewijs. Het bestaan en de omvang van het probleem moet onderbouwd worden met deugdelijke, onafhankelijke data. En vervolgens moeten de effectiviteit en de gevolgen van alternatieve oplossingen op basis van onafhankelijk onderzoek in kaart worden gebracht. Als dat bewijs ontbreekt is een project niet meer dan een mening van een paar deelnemers. Helaas ontbreekt in Clean IT iedere poging om het project met bewijs te staven. Het probleem wordt niet onderbouwd – het blijft slechts bij aannames – en de oplossingen komen uit de lucht vallen.

Het project omzeilt parlementaire controle

Bij het Clean IT project is ervoor gekozen om parlementaire controle te omzeilen, zo blijkt uit de project outline:

“In addition to regulatory approaches, public-private partnerships can cause a breakthrough in deadlocked talks between government and industry. The internet is in most countries predominantly privately owned, and the internet knowledge is 100% privately owned. Therefore, the solutions to these problems can be found in direct cooperation between member-states and the Internet business.”

In plaats daarvan streven de deelnemers naar “gentlemens agreements” tussen de overheid en marktpartijen:

“The main objective of this project is of a non-legislative  ́framework ́ that consists of general principles and best practices. The principles will be used as a guideline or gentlemen’s agreement, adopted by many partners. They will describe responsibilities and concrete steps public and private partners can take to counter the illegal use of Internet. The principles should fill the gap between Member States (national) regulation and private initiatives / best practices.”

Iedere inperking op de communicatievrijheid en privacy die afkomstig is van de overheid moet gebaseerd zijn op een formele wet. Dat volgt uit de Europese mensenrechtenverdragen. En terecht: het parlement moet zich over die maatregelen kunnen uitspreken, regels moeten in volledige openheid tot stand komen en burgers moeten precies weten waar ze aan toe zijn.

Dat in dit geval ervoor is gekozen om het parlement te omzeilen, is onacceptabel, zeker omdat het project ook is gericht op het beperken van gedrag dat niet op basis van een wet verboden kan worden.

Conclusie: het Clean IT project kan de prullenbak in

De bestrijding van criminaliteit is te belangrijk om met dit soort halfbakken plannetjes aan te pakken. We hopen dat het parlement het Clean IT project in de kiem smoort en dat de overheid ons belastinggeld in de toekomst beter besteed.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Bestaat er eigenlijk wel toezicht op het OV?

Onze anonieme scribent, werkzaam bij een Rotterdams OV-bedrijf, schrijft vertelt vandaag hoe het toezicht op de veiligheid van het OV is geregeld. Kort gezegd: de toezichthouder kán eigenlijk geen toezicht meer houden.

Een oude grap uit “Yes minister” laat zien dat politici de verantwoordelijkheid voor een heikel besluit kunnen ontduiken door hun ambtenaren de opdracht te geven een rapport te schrijven, waarna een werkgroep wordt ingesteld, die commissies benoemd, die ………… waarna de verantwoordelijkheid zo diffuus is geworden dat niemand er meer op aangesproken kan worden. Voor een “terugtredende” overheid is dit niet meer nodig en is de verantwoordelijkheid helder. Je zegt wanneer iets klaar moet zijn en wat het mag kosten.

Vroeger moesten we alles voorleggen aan Inspectie Verkeer & Waterstaat en werd al ons werk tot op het kleinste detail inhoudelijk beoordeeld door hun deskundigen; binnendoorweggetjes en noodoplossingen waren onacceptabel en de standaarden voor de veiligheid lagen bijzonder hoog.

Tegenwoordig gaat het net als bij de APK van uw auto. Een commerciële partij kijkt of op dat moment aan een kleine set minimumeisen is voldaan en geeft dan goedkeuring, de rest van het jaar bent u zelf verantwoordelijk voor de veiligheid.

Het APK keuringsstation heet bij ons “Independent Safety Assessor”, maar heeft een erg vrijblijvend karakter omdat er nog geen richtlijnen voor zijn. Het verschil met APK is, dat niet iedereen mag zeggen een APK keuringsstation te zijn. En als de garage zich alleen als administrator gedraagt, die aftekent als u langs bent geweest, verliest hij zijn keurmerk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wissen van angst kan samenleving helpen

Professor Merel Kindt ontdekte een methode om nare herinneringen van angstreacties te ontdoen. Een nieuwe aflevering in de serie Intieme Technologie van het Rathenau Instituut.

Uruzgan-veteraan Richard Paats heeft in Afghanistan vreselijke ervaringen opgedaan, onder meer met bermbommen. Terug in Nederland breekt hem nog steeds het angstzweet uit als er naast hem een auto stopt voor een verkeerslicht. Paats angst was functioneel in Afghanistan, maar verhindert een gewoon leven in Nederland.

Mensen als Paats kunnen wij mogelijk een behandeling bieden die zijn ongegronde en verlammende angsten verminderen. Ik denk dat deze behandeling verlichtend kan zijn voor bijvoorbeeld politie-agenten, brandweermensen en slachtoffers van criminaliteit. Niet alleen kunnen we hun leed verzachten, wij kunnen ook voorkomen dat deze mensen arbeidsongeschikt worden. De maatschappij heeft er dus ook baat bij.

In ons lab hebben we aangetoond dat angsten te wissen zijn. Dat deden we door gezonde mensen eerst een angst aan te leren, bijvoorbeeld door een onschuldig plaatje van een spin consequent te laten volgen door een pijnprikkel die vervelend genoeg is om een angstreactie uit te lokken. Na een tijdje roept het plaatje zelf al angst op, dus zonder dat we de proefpersonen pijn hoeven te doen. Dit is angstconditionering. Het idee is dat getraumatiseerde mensen ook een relatie hebben gelegd tussen een situatie (‘een auto die stilstaat naast de jouwe’) en een heftige gebeurtenis (‘de automobilist blaast zichzelf op’).

Foto: copyright ok. Gecheckt 07-11-2022

Democratie is slecht. Het is tijd voor … de beslissingsmachine!

Democratie is leuk, maar kent ook vele problemen. In deze tijd ontkomen we er niet aan om belangrijke maatschappelijke beslissingen door machines te laten nemen, betoogt informatiedeskundige Frans Knibbe.

Democratie, de macht van het volk. Zo’n vijfentwintig eeuwen geleden, in de stadstaat Athene, bleek het een goed medicijn tegen tirannie te zijn. De directe democratie van Athene ontwikkelde zich tot representatieve democratie – geen referenda, maar bestuur via politieke partijen en volksvertegenwoordigers – en wordt nu wereldwijd gezien als het neusje van de zalm onder de bestuursvormen. Dit geloof gaat zelfs zo ver dat een land dat de democratische principes niet naleeft net zo lang met bommen of economische sancties bestookt mag worden totdat het ook in het democratisch gelid komt.

Is de faam van democratie terecht? Is het echt de beste manier om naties van miljoenen mensen te besturen? In ieder geval zijn er vele zwakke punten te vinden. Hieronder een tiental:

  • Bij verkiezingen mag men kiezen tussen een aantal politieke partijen. Elke partij staat voor een pakket principes en ideeën. De kans dat zo’n pakket exact overeenkomt met de principes van een individuele kiezer is zeer klein. Dus: Persoonlijke ideeën worden niet goed vertegenwoordigd.
  • Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    Kijken met geluid is onschuld voorbij

    Door echografie komen we steeds meer te weten over de ongeboren foetus. Deze technologisering van de zwangerschap heeft vergaande gevolgen, vindt professor Toine Pieters. Een nieuwe aflevering in de serie Intieme Technologie van het Rathenau Instituut.

    Op maandag 31 oktober 2011 passeerden we de magische grens van zeven miljard aardbewoners. Terwijl de hele wereld vocht om het binnenhalen van de  babyprimeur vergaapten honderdduizenden aanstaande ouders zich alweer aan de eerste echobeelden van hun nog ongeboren kind. Met hulp van de echoscopist of gynaecoloog wordt het onzichtbare zichtbaar gemaakt. Het begint met de herkenning van het hoofd, de romp en de ledematen van het nieuwe mensenleven in de baarmoeder.

    Maar al snel zal de verkenningstocht verder gaan. Nieuwsgierig wordt de buitenkant van het lichaam van de foetus afgespeurd op zoek naar sporen van het geslacht. Is dit eenmaal in het vizier dan gaat het snel verder richting binnenkant. De contouren van de organen dringen zich aan de kijker op. Hart, longen, maag, lever, nieren en hersenen. Gespannen luisteren ze naar het oordeel van de deskundige. Ieder onderdeel wordt beoordeeld op de kwaliteiten normaal of afwijkend. Gaandeweg de intieme speurtocht krijgt de identiteit van de foetus steeds meer vorm. De magie van het eerste ‘kijkmoment’ maakt al snel plaats voor de ouderwens om te weten wat voor vlees ze in de kuip hebben. Is het een jongen of meisje? Zit alles op en aan het kind? Wordt het een mooi, sterk en gezond kind? Antwoorden op deze vragen kunnen steeds gedetailleerder gegeven worden. Ouders hebben toegang gekregen tot een techniek die zich met duizelingwekkende snelheid ontwikkelt.

    Vorige Volgende