Stel een grens aan collectief gefinancierde medische ingrepen, vindt Jonge Democraten.
Afgelopen week presenteerde het kabinet de miljoenennota, waarin zo’n 260 miljard euro aan uitgaven voor 2014 stonden ingepland. Grotendeels structurele uitgaven, op het gebied van sociale zekerheid, zorg, onderwijs, infrastructuur en veiligheid. Het maatschappelijke debat ging echter voornamelijk over de aanschaf van een jachtvliegtuig, een eenmalige uitgave van 4 miljard euro die over meerdere jaren wordt uitgesmeerd. Belangrijk, maar peanuts als je naar de begroting als geheel kijkt. Er zijn grotere uitdagingen.
Zo geven we volgend jaar collectief ruim 77 miljard euro uit aan zorg. Ons zorgstelsel is het op-vijf-na-duurste ter wereld. Levert dit de kwaliteit op die je zou mogen verwachten? Niet bepaald. Er zijn zestien landen die een kwalitatief hoogstaander zorgstelsel hebben dan wij.
Het Centraal Planbureau deed onderzoek naar de (stijgende) zorgkosten. De conclusies zijn op zijn zachtst gezegd schokkend. We vergrijzen, worden ouder en stellen steeds hogere eisen aan de zorg. Terwijl we momenteel van iedere verdiende euro iets meer dan 10 cent uitgeven aan collectieve zorg, zal dat zonder ingrijpen in 2040 stijgen tot ruim 30 cent. Dat betekent dat er gezinnen zijn die bijna de helft van hun inkomen aan zorgpremies kwijt zullen zijn. Dat is op de lange termijn onhoudbaar. Een gedeelte kan worden opgevangen door solidariteit tussen inkomensgroepen, maar ook dat kent zijn grenzen. ‘Makkelijke uitwegen zijn er niet’, stelt het rapport van het CPB. Kortgezegd zijn er twee opties: het pakket van collectieve zorg wordt beperkt, of de eigen bijdrage moet drastisch omhoog.
Helaas lijkt politiek Den Haag vooral in de ban van een ideologische strijd. Links roept dat stoppen met marktwerking leidt tot minder management en topsalarissen. Rechts claimt dat méér marktwerking juist de efficiëntie ten goede komt. In beide verhalen zit een kern van waarheid, maar het is gerommel in de marge, waardoor de werkelijke keuzes waar we voor staan onder het tapijt worden geveegd.
En deze stilte over werkelijke keuzes leidt tot willekeur. De postcodebekostiging van ziekenhuizen leidt ertoe dat dure behandelingen met weinig gezondheidswinst in het ene ziekenhuis wel, en in het andere ziekenhuis niet worden uitgevoerd. Daarom is het belangrijk dat de overheid zich in dit debat mengt. Een grens voor geaccepteerde kosteneffectiviteit van medische behandelingen is niet leuk, maar wel noodzakelijk om ervoor te zorgen dat iedere euro die we in de zorg te besteden hebben zo goed mogelijk terechtkomt: daar waar de meeste gezondheidswinst en de beste kwaliteit van leven voor zoveel mogelijk mensen gerealiseerd kan worden.
Afgelopen najaar bleek dat een meerderheid van de medisch specialisten voorstander is van zo’n richtlijn. Zij beseffen dat elke euro in de zorg maar een keer uitgegeven kan worden. Ze staan daarin niet alleen. In 2006 stelde de Raad voor Volksgezondheid en Zorg, het belangrijkste adviesorgaan van het ministerie, voor om een behandelgrens van 80.000 euro per kwalitatief gewonnen levensjaar in te stellen. Het rapport werd, mede omdat het politiek zo gevoelig ligt, in een la op het ministerie weggestopt. Nog steeds rust er een politiek taboe op discussies over kosteneffectiviteit van medische behandelingen.
Als Jonge Democraten zijn we ervan overtuigd dat weglopen voor deze vraagstukken geen optie meer is. Juist het weglopen zorgt voor willekeur en perverse situaties, waarbij de postcode of mondigheid van een patiënt de doorslag kunnen geven of een behandeling wel of niet wordt uitgevoerd. Daarom hebben wij afgelopen donderdag ons zorgplanaan Minister Schippers aangeboden, waarin we als eerste politieke organisatie achter het plan van de Raad van Volksgezondheid en Zorg gaan staan om 80.000 euro per kwalitatief gewonnen levensjaar als grens aan collectief gefinancierde medische ingrepen te stellen. We willen het taboe op discussies over de effectiviteit van zorg doorbreken, en hopen dat politieke partijen hun ogen openen voor de werkelijke keuzes waar we als samenleving voor staan. Keuzes die bij een almaar groeiende zorgvraag – helaas – onvermijdelijk zijn.