Gastauteur

2.322 Artikelen
3 Waanlinks
25 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Joanídea Sodret (cc)

Haal pedofilie uit taboesfeer voor leefbare stad

OPINIE - De burgemeester moet niet op de stoel van de rechter gaan zitten, vindt Jonge Democraten. Maar bovenal moet het onderwerp pedofilie uit de taboesfeer gehaald worden.

De burgemeester van Veenendaal Wouter Kolff werd afgelopen week teruggefloten door de rechter toen hij maatregelen wilde treffen tegen een pedofiel die naar zijn oude woning in de gemeente wilde terugkeren. Teleurgesteld door deze uitspraak deed Kolff vervolgens via de media een beroep op de politiek. Hij meent dat het hoog tijd is dat Den Haag zich uitspreekt over de moeilijkheden waarmee burgemeesters kampen wanneer een pedofiel zich wil vestigen in hun gemeente. Kolff staat daarin niet alleen. Volgens een enquête van KRO Brandpunt vindt een meerderheid van de burgemeesters dat zij onvoldoende maatregelen kunnen nemen bij de terugkeer van een pedofiel in de samenleving na uitzitten van zijn straf. 

Kolff vergeet dat afspraken over terugkeer naar woning en gemeente worden gemaakt in de rechtszaal en niet in het gemeentehuis. In ons rechtssysteem is het de onafhankelijke rechter die de strafmaat bepaalt. De rechter weegt een reeks aan factoren mee wanneer hij de juiste straf bepaalt. Daarbij heeft een straf in Nederland niet alleen een vergeldend karakter, maar moet de rechter met zijn of haar straf ook zorgen dat de kans op recidive sterk afneemt. Een ander belangrijk aspect van de juiste straf is dat na het uitzitten ervan de dader klaar is om terug te keren in de samenleving. De rechter wordt bij dit laatste aspect ondersteund door de reclassering, die ook na (voorwaardelijke) vrijlating een flink oogje in het zeil houdt. Zo geredeneerd is de rechter dan ook bij uitstek de figuur die voorwaarden kan stellen aan de woonsituatie van de pedofiel. De burgemeester kan uiteraard in het voortraject betrokken worden.

Foto: Karen Eliot (cc)

Australian carbon emission politics explained

OPINIE - Have a look at the beautiful graph below, which depicts the main trends in Australian emissions and its promised emission reduction targets.

climate graph
Note: trajectories to the 2020 target range are illustrative.

The dotted orange line shows the amount of greenhouse gas that Australia’s economy produces. It depicts a steadily increasing line from 420 million tonnes in 1990 to 560 million tonnes today, projected to rise to 650 million tonnes in 2020 under a ‘business as usual scenario’. The blue line shows total emissions, which thus adds emissions from deforestation to the ‘economic emissions’.

The three straight lines at the end of the graph show Australia’s promises, and then in particular the -5% line that both parties have committed to. Its a beautifully informative graph, which I have used in several lectures the last few years. It is of course meant to shock the audience into rising to the challenge, but it is also very useful as a guide to discussing the politics of greenhouse emissions:

  • Actual economic emissions have more or less followed the ‘business as usual scenario’ in the last 20 years, despite several governments tinkering with wind-mills and ‘energy efficiency’.
  • The only reason that Australia now only emits slightly more than in 1990 is because forestry activities are included in the headline numbers (the blue line): there happened to be a lot of deforestation in the early 1990s. It would be much more proper, of course, to exclude this source: you won’t see this source in the reports of the International Energy Agency which calculates world emissions. Hence, a mere ‘accounting trick’, probably cooked up by some clever civil servant years ago, is keeping Australia in the ballpark of its promised reduction. And of course, another accounting trick is needed to exclude bush fires from ‘deforestation’. If you really want to pretend our ‘efforts’ look good, you can just look at the blue line without seeing the orange line and crow about the years with reduced emissions (such as is done here), but if one would look at economic emissions alone, then keeping the 5% reduction target would entail reducing the economic emissions between now and 2020 by about 40% relative to the ‘business as usual scenario’.
  • Foto: epSos .de (cc)

    Er is een pilletje tegen verslaving, maar de dokter schrijft het niet voor

    ACHTERGROND - Een veelbelovend medicijn tegen verschillende vormen van verslaving wordt nauwelijks voorgeschreven. Toeval, of is er meer aan de hand?

    Ik schreef al eerder een stuk over de manieren waarop het bedrijfsleven ondersteund door de overheid consumenten systematisch naait. Alles draait om winst, ongeacht de consequenties. Daarom worden er bijvoorbeeld geen medicijnen ontwikkeld voor zeldzame ziekten. Die markt is gewoon te klein om de enorme kosten voor onderzoek en testen te kunnen terugverdienen. Soms zijn de gevolgen van dat streven naar winst wel bijzonder schrijnend. Zo is er een medicijn tegen alle soorten van verslaving dat aantoonbaar werkt bij ten minste 60% van de patiënten, maar dat desondanks niet op recept verkrijgbaar is.

    Medicijn tegen verslaving?

    Yep. Of je nu verslaafd bent aan alcohol, cannabis, gokken, roken of shoppen, Baclofen helpt. Het is een spierverslapper die al jaren succesvol en veilig werkt tegen spastische aanvallen en spierspanningen. Een Franse cardioloog, Olivier Ameisen, ontdekte dat het ook zijn zucht naar alcohol wegnam. Ameisen, zwaar alcoholist, gebruikte zichzelf als proefpersoon. En inderdaad, na het steeds verder verhogen van de dosis Baclofen, verdween zijn ‘dorst’. Hij kon zonder problemen stoppen met drinken. Sterker, na langdurig gebruik van Baclofen bleek hij zelfs gewoon af en toe een wijntje te kunnen drinken zonder terug te vallen in zijn oude verslaving.

    Foto: samuel bausson (cc)

    Waarom hogeropgeleiden meer politiek participeren

    ACHTERGROND - Opleidingsniveau is een belangrijke voorspeller van politieke participatie. Maar waarom?

    Binnen de politicologie wordt opleidingsniveau vaak gezien als een belangrijke voorspeller van politiek gedrag. Zo zouden lager opgeleiden minder politiek participeren dan hoger opgeleiden. Maar over de vraag waarom opleidingsniveau nu eigenlijk een belangrijke voorspeller is van politieke participatie bestaat meer onduidelijkheid.

    Ten eerste zou je iemands opleiding zélf als belangrijkste oorzaak kunnen zien. Een goede opleiding zou dan tot meer politieke kennis, meer politieke interesse, en meer politieke vaardigheden leiden. Mensen met een betere opleiding zullen om deze reden meer politiek participeren.

    Het zou echter ook zo kunnen zijn dat de oorzaak niet zozeer in de opleiding zelf gezocht moet worden. Misschien zijn mensen die een hoge opleiding hebben genoten meer geneigd politiek te participeren door hun cognitieve vermogens of de opvoeding die ze gehad hebben. Het is dan niet de opleiding zelf die politieke participatie in de hand werkt, maar het zijn de sociale omstandigheden en de cognitieve vermogens die al aanwezig waren vóórdat iemand aan zijn of haar opleiding begon, die van invloed zijn op de mate van politieke participatie. Welke verklaring is nu het meest waarschijnlijk?

    In een recent onderzoek (paywall) vindt Mikael Persson ondersteuning voor de tweede verklaring. Hij maakt gebruik van een Brits vragenlijstonderzoek, een zogenaamde ‘cohortstudie’, waarbij mensen die op ongeveer hetzelfde moment geboren zijn (tussen 5 en 11 april 1970) hun leven lang gevolgd worden en één keer in de zoveel jaar worden gevraagd een vragenlijst in te vullen (tijdens hun kindertijd werd de vragenlijst door hun ouders ingevuld).

    Foto: copyright ok. Gecheckt 11-02-2022

    Verdedigde Immanuel Kant ooit theïstische evolutie?

    RECENSIE - Een boek over geloof en wetenschap, van de hand van de Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724-1804) – zo kan Kants natuurfilosofische werk Allgemeine Naturgeschichte und Theorie des Himmels uit 1755 wel gekenmerkt worden.

    Het boek is recentelijk voor het eerst in het Nederlands vertaald, door Kant-vertaler Willem Visser, en met de mooie titel Het ontstaan van het heelal en de goede God.

    Maar kosmologie uit de 18e eeuw, is dat niet volledig achterhaald? Niet helemaal dus. Een korte bespreking.

    De Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724-1804) is vooral beroemd geworden door zijn drie “Kritieken”, maar hij is ook beroemd buiten de filosofie. In de sterrenkunde is hij bekend vanwege de “zonnenevel-hypothese” of de “Kant-Laplace-hypothese” die het ontstaan van ons zonnestelsel en het universum verklaart op basis van een ordening uit chaos.

    In Kants Allgemeine Naturgeschichte und Theorie des Himmels uit 1755, die nu voor het eerst in het Nederlands vertaald is door Willem Visser, beschrijft Kant hoe hij meent dat het zonnestelsel en het universum als geheel verklaard kan worden op basis van “aantrekking” (zwaartekracht) en “afstoting” (centrifugale kracht).

    Het universum een systematisch geheel

    Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel beschrijft Kant hoe het universum een systematisch geheel is. Onze melkweg is één van vele sterrenstelsels, maar de onderliggende principes zijn allen gelijk. In het tweede deel – het langste van het boek – beschrijft hij de wording van ons zonnestelsel (hij kende alleen de zes planeten Mercurius, Venus, de aarde, Mars, Jupiter en Saturnus, maar vermoedde dat er wellicht nog meer planeten zouden zijn).

    Foto: Marie Aschehoug-Clauteaux (cc)

    Over racisme en antiracisme

    LONGREAD - Racisme is een complex en veelzijdig verschijnsel dat goed moet worden begrepen wil het effectief bestreden worden. Allereerst is het nodig het verschijnsel goed te definiëren. Dat blijkt wel uit de vele discussies met alle gevoeligheden van dien en misverstanden die het steeds weer oproept. Het is van belang een uitgewerkt begrip van racisme te hanteren. Ik ga in dit stuk in op racisme en de recente geschiedenis van het antiracisme, in de hoop op inspiratie voor een vernieuwde beweging.

    Racisme is een complex en veelzijdig systeem van dominantie en uitsluiting dat sociale ongelijkheid tussen verschillende etnische groepen teweegbrengt. Dit systeem wordt in de geschiedenis en in verschillende samenlevingen steeds opnieuw  ge(re)produceerd door de praktijken van dominante groepen, inclusief hun discours, en door gedeelde beelden die de werkelijkheid betekenis geven. In mijn opvatting verwijst racisme niet alleen naar openlijke en gewelddadige vormen van sociale overheersing maar ook naar meer indirecte en subtiele vormen zoals die naar voren komen in dagelijkse praktijken en naar meer structurele vormen die bedoeld of onbedoeld discriminerend uitwerken. Hierbij is het ook belangrijk op te merken dat racisme niet moet worden gezien als een eigenschap van individuen maar eerder als een dynamisch, voortdurend veranderende  (ideologische) dimensie van sociale praktijken; daaronder versta ik ook discursieve praktijken zoals die naar voren komen in politieke debatten en de media. Een moreel appel schiet dan ook tekort als het erom gaat racisme tegen te gaan.

    Foto: copyright ok. Gecheckt 15-03-2022

    Recensie | Who owns the future

    RECENSIE - Is er een alternatief voor de huidige data-gedreven samenleving? Jaron Lanier geeft er in zijn nieuwe boek Who Owns The Future een interessante visie op.

    Eind jaren ’80, begin jaren ’90 stond de naam van Jaron Lanier gelijk aan virtual reality. Lanier was een pionier op dit gebied, wat door hype en hoop werd omgeven. De beloften van de nieuwe digitale wereld lonkten en Lanier maakte de eerste stappen. Een jaar of 20-30 later is Lanier stukken veel minder optimistisch ove’r de mogelijkheden die de digitale netwerksamenleving heeft gebracht.  Dat bleek al uit zijn  kritiek op user-generated content in You are not a Gadget (2010) en nu ook in zijn nieuwste boek Who owns the Future.

    “Who owns the future” bouwt hier en daar voor op het vorige boek, maar gaat nog een flinke stap verder. Lanier doet een ideologisch relaas over hoe, door de architectuur van hedendaagse digitale netwerken, onze economie in grote problemen komt. Door het digitale-efficiëntiedenken verdwijnen de banen en zekerheden van de economische middenklasse, en concentreren data, geld en macht zich bij centrale servers van de mensen met de beste computers en de slimste programmeurs. Siren servers, zoals Lanier ze noemt.

    De manier waarop het moderne internet is ingericht zorgt ervoor dat alleen deze siren servers geld verdienen aan de waardevolle informatie die op het web wordt gecreëerd. Zij monitoren en verzamelen alle informatie die over het netwerk wordt verstuurd. De servers die op het hoogste overzichtsniveau informatie verzamelen, creëren de meeste waarde en hebben de macht om de markt naar hun hand te zetten. Dit zijn de bekende internetreuzen zoals Google, Facebook en Amazon, maar ook de verzekeraars en supermarktketens als Wal-Mart die informatie over klanten verzamelen. De siren servers verdienen miljarden, maar de makers van de informatie worden hier niet voor gecompenseerd. Een succesvolle informatie economie kan volgens Lanier niet functioneren op dit principe waarin een kleine groep grof geld verdient aan informatie, terwijl de rest van de samenleving het gratis weggeeft.

    Foto: Dplanet:: (cc)

    Raad van Europa tikt Nederland op z’n opgestoken vingertje

    ANALYSE - Half oktober bracht ECRI, de Commissie die voor de Raad van Europa belast is met de monitoring van vormen van racisme en rassendiscriminatie in de landen van Europa verslag uit over Nederland, Malta, Moldavië en Rusland. Aan ECRI nemen alle landen van de EU deel via afvaardiging van erkende deskundigen. Voor Nederland gebeurt dit door Rieke Samson, bekend van de gelijknamige Commissie die eerder het kindermisbruik in de Jeugdzorg onderzocht.

    In de vorige rapportage liet ECRI zich onder meer zeer kritisch uit over het discours en de beleidsvoorstellen van de PVV ten aanzien van moslims en migranten waaronder het maatschappelijk klimaat, naar de mening van deze gezaghebbende instantie, zwaar gebukt gaat. In het nieuwe rapport betreurt de instantie zich erover dat integratie is verworden tot iets dat slechts de verantwoordelijkheid van de mensen die naar Nederland komen.
    Reacties op nieuwe rapport


    Het nieuwste rapport geeft een overzichtelijk, informatief en evenwichtig beeld van de stand van zaken in Nederland op het terrein van racisme en rassendiscriminatie en doet een aantal waardevolle aanbevelingen over mogelijke verbeteringen. Ook de positieve stappen die door Nederland in de afgelopen periode werden gezet, worden genoemd. De juridische aspecten en de monitoring van toepassing van de rechtsregels, instituties, maatschappelijke terreinen, opinieklimaat en het publieke debat, de kwetsbare groepen die voorwerp zijn van discriminatie en onderwijs en bewustwordingsdimensies worden allemaal behandeld. Het is zowaar een programma van aandachtspunten waar instanties en organisaties die antidiscriminatie en gelijke rechten voor alle bevolkingsgroepen in Nederland en Europa een warm hart toe dragen, hun voordeel mee kunnen doen. Zeker nu het nationaal door onder meer het verdwijnen van de Monitor Racisme en Extremisme van de Anne Frank Stichting in toenemende mate aan een totaaloverzicht ontbreekt.

    Foto: Darice (cc)

    Wat Rob Wijnberg niet ziet

    ANALYSE - Het is ernstig gesteld met het kritische discours in Nederland als Joost Niemöller zowaar een goed punt heeft. Rob Wijnberg, correspondent Media, Politiek & Filosofie van De Correspondent (dat is kennelijk geen pleonasme), schreef een stuk naar aanleiding van de Zwarte Piet-discussie waarin hij zowel voor- als tegenstanders van de huidige Pietvorm aan de kaak stelt.

    In dit artikel betoogt Wijnberg dat hij een ‘raciaal skepticus’ is. Hiermee bedoelt hij dat rassendenken een vorm van essentialisme is: een manier van denken die uitgaat van onveranderbare genetische verschillen tussen mensen en die gebruikt als verklaring voor gedragsverschillen of het vaststellen van een morele hiërarchie. Zulk denken, zegt Wijnberg, is racistisch en dat wijst hij af. In plaats daarvan moeten we begrijpen dat mensen slechts gradueel van elkaar verschillen, niet in essentie, en dat daarom categorieën zoals ras geen betekenis hebben.

    Even heel simpel gezegd: er zijn geen ‘blanken’ en ‘zwarten’, er zijn alleen tinten. Vandaar ook dat de raciaal scepticus het concept ‘ras’ typeert als een ‘culturele misvatting’.

    Vervolgens beticht hij Quinsy Gario, die de discussie over Zwarte Piet zou hebben aangezwengeld, van dezelfde fout: door Zwarte Piet racisme te noemen denkt hij in rassen – als iets dat echt bestaat, in plaats van de categorie te herkennen als een illusie. Aan de ene kant, betoogt Wijnberg, wil Gario dat we ras niet zien, zodat racisme onmogelijk wordt; aan de andere kant vindt hij Zwarte Piet racisme en vindt hij het verkeerd dat witte Nederlanders dat niet zien. We moesten het toch juist niet zien? Zo is de redenering van de filosoof.

    Foto: Albertus82 (cc)

    Amsterdam redt stadsdelen

    ANALYSE - De gemeente Amsterdam heeft een list verzonnen om de stadsdelen te behouden, ook al zullen die in 2014 bij wet vervallen.

    Een paar weken geleden kreeg mijn vrouw het verzoek zich kandidaat te stellen voor de stadsdeelverkiezingen in Amsterdam-Centrum, die gelijk met de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 gehouden zullen worden. Zij was daar nogal verbaasd over, want zij dacht dat de deelgemeenten waren afgeschaft bij wet van 7 februari 2013. Dat klopt ook, want op grond van die wet (die vermoedelijk in maart 2014 in werking treedt), vervallen de bepalingen (de artikelen 87-92) uit de Gemeentewet die het bestaan van de deelgemeenten regelen.

    Maar de gemeente Amsterdam heeft een list verzonnen om de stadsdelen toch in stand te houden. De deelgemeenten ontleenden hun bevoegdheden aan delegatie. De gemeenteraad droeg bevoegdheden (waaronder die om algemeen verbindende voorschriften te stellen) over aan de deelraden. Het college van B&W droeg bevoegdheden over aan het stadsdeelbestuur. De burgemeester tenslotte, droeg bevoegdheden over aan de stadsdeelvoorzitter. Als de deelgemeenten uit de Gemeentewet verdwijnen kan dat niet meer. Althans, niet meer op grond van artikel 87 van de Gemeentewet.

    De Gemeentewet kent namelijk ook bestuurscommissies (zie artikel 83 Gemeentewet). Blijkens het eerste lid van dat artikel kunnen de raad, het college en de burgemeester bevoegdheden overdragen aan deze bestuurscommissies, net zoals deze organen bevoegdheden konden overdragen aan de deelgemeenten. De gemeente Amsterdam is van plan de stadsdelen te laten voortbestaan, maar dan in de vorm van de bestuurscommissies van artikel 83 van de Gemeentewet.

    Foto: bram_souffreau (cc)

    Perspectives on bushfires in Australia

    ANALYSE - Natuurrampen zijn big business in Australië. Paul Frijters biedt een aantal economische perspectieven.

    I remember the great bushfire in Canberra of 2003. I had only arrived with the family a week before and had just rented a nice house near the top of Mt Cook, right in the path of an enormous bushfire that ended up destroying hundreds of homes.

    The heat of that day was immense: 40 degrees and strong winds. Activity was similarly frantic. Warnings on the radio of how the seemingly impossible was truly happening: fires that broke all containment lines were converging on the capital. Barbecues got cancelled as everyone returned home to prepare: people feverishly cleaning out the gutters of their house to remove anything that would easily combust; people filling up their bathtubs to be able to quickly immerse themselves if needed; the ban on using hose-pipes suddenly being lifted as the importance of water conservation gave way to survival. Our neighbour, whom we never talked to before, or afterwards, was suddenly very chummy in the face of this imminent joint danger. Indeed, there was a palpable buzz about Canberra as people went through a shared emergency.

    I remember standing on top of Mt Cook, seeing the fires break more containment lines on their way to our neighbourhood. In the distance, we could see huge fire-arcs of hundreds of meters, via which whole trees, full of igniting oils, were whirled into the Southern suburbs, causing immense damage to people and property. One had to be in awe of that kind of destructive force, which simply seemed too great for humans to meaningfully oppose. One suddenly felt a bit silly, holding two hosepipes in one’s hand waiting for these huge fires to come! Luckily for my neighbourhood, the wind shifted just as the fires were about to hit us, with the cooler air streaming from the opposite direction effectively ending the tragedy. For months afterwards, family back in the Netherlands and the UK would ask whether there were any houses left in Canberra and whether we had been lucky. We had been.

    Foto: Sue Clark (cc)

    Transport in zenuwcellen: over John op blauw-roze badslippers

    ACHTERGROND - Wetenschapscommunicatie kan heel leuk zijn, laat de co-promotor van Eva Teuling zien.

    In 2003 begon ik aan een promotieonderzoek bij het ErasmusMC in Rotterdam. Mijn onderzoek richtte zich op een ziekte van de zenuwcellen: Amyotrofe Laterale Sclerose (ALS). Bij deze ziekte gaan de zenuwcellen die de spieren in het lichaam aansturen, de motor-neuronen, dood, waardoor spieren verlamd raken. De patiënt overlijdt uiteindelijk door verlamming van de ademhalingsspieren. Hoe ALS precies ontstaat is nog steeds grotendeels onbekend, en er is ook nog geen medicijn beschikbaar. Mijn promotie-onderzoek richtte zich op het transport van stoffen in de zenuwcellen. Een motor-neuron kan namelijk enorm lang worden: het centrum van de zenuwcel bevindt zich in het ruggemerg, terwijl de uitlopers, de axonen, tot in de uiterste puntjes van de tenen en de vingers komen om de spieren aan te kunnen sturen. De hypothese was dat een verstoring van dit transport zou kunnen leiden tot de dood van zenuwcellen, en dit zou kunnen bijdragen aan het ontstaan van de ziekte ALS.

    Vier jaar promotieonderzoek lijkt lang, maar uiteindelijk is het maar net genoeg om een heel klein puzzelstukje op te lossen. Maar nu, tien jaar later, is mijn co-promotor Casper Hoogenraad hoogleraar Celbiologie aan de Universiteit van Utrecht, en nog steeds gefascineerd door transport in zenuwcellen. In Utrecht heeft hij nu een grote onderzoeksgroep waarin meerdere postdocs en promovendi verschillende aspecten van dit proces bestuderen. Het onderzoek focust zich op de moleculaire biologie van dit transport: hoe werkt het transport precies, welke eiwitten zijn erbij betrokken, en wat gebeurt er met de cel als het transport niet meer goed werkt? Dit onderzoek kan uiteindelijk leiden tot inzichten in het ontstaan en het behandelen van ziektes.

    Vorige Volgende