COLUMN - De NOS houdt open audities voor een nieuwe weerman of -vrouw om Erwin Kroll op te volgen. Drie tips voor alle ambitieuze meteorologen die graag met hun kop op tv willen.
Eigenlijk kijk ik zelden naar het weerbericht. Ik check af en toe de weersverwachting online, maar alleen als ik weet dat ik een activiteit heb die buiten gaat plaatsvinden en wil weten of ik daar een regenjas voor moet meenemen. Verder kijk ik gewoon uit het raam voordat ik vertrek, en kleed ik me overeenkomstig.
Het probleem met de weerberichten op televisie is dat ik me altijd groen en geel erger aan de presentatoren. Aan hun gezellige gekeuvel over het weer van de afgelopen dag (heb ik ook gezien, dank u) en aan de talloze publieksfoto’s van een koe in de wei met z’n pootjes in de laaghangende mist. Daarom hier een aantal tips voor een nieuwe weerman- of vrouw, in de hoop dat de NOS weerberichten iets draaglijker worden.
1. Stop met die suffe foto’s
Een zonopkomst, een weide met koeien/schapen/paarden, mist, herfstbomen met een prachtige kleurenschakering, een zonsondergang. En als het zomers weer is geweest: kindjes en honden die dolblij in een plas/rivier springen en drommen mensen op het strand. Dat zijn de publieksfoto’s die standaard bij elk weerbericht getoond worden en ik ben er klaar mee. Begrijp me niet verkeerd: ik houd ontzettend van fotografie, maar mooie foto’s zijn schaars in de selectie die de weermannen en -vrouwen doorgaans laten zien. Bovendien wordt het weerbericht zo opgerekt tot over de vijf minuten, en ik wil gewoon weten of ik morgen een muts op moet, verdomme! Dus, lieve Erwin 2.0: doe d’r iets aan, en je hebt me voor je gewonnen.