De macht van de situatie
Communicatie is een breed en belangrijk vakgebied. Vanuit de massamedia, interpersoonlijke communicatie en reclame kunnen we veel verschijnselen en trends in de maatschappij verklaren. Daarom belicht ik elke laatste vrijdag van de maand op GC een nieuwe communicatietrend, waarmee ik hoop bij te dragen aan jouw oordeelsvorming
Elke vrijdag staat mijn dag in het teken van de sociale psychologie. Het hele tweede blok van het eerste semester op de opleiding communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam dwaal ik als student-assistent door de gangen van het Bushuis aan de Kloveniersburgwal. Tweemaal twee uur geef ik in werkgroepen les aan eerstejaars over de fascinerende wijze waarop mensen zich ten opzichte van elkaar gedragen. Centraal thema is de macht van de situatie. Wat doen we als we andere opvattingen hebben dan de meerderheid? Hoe gedragen we ons onder druk van een autoriteit? Door de sociale psychologie te bestuderen, wordt het af en toe bizarre gedrag van mensen meer duidelijk.
Van de werking van irritante reclames tot de slachtpartij in My Lai: theorieën hebben er een verklaring voor. Daarom behandel ik in deze tweede post van de communicatietrendreeks enkele hoofdthema’s uit de sociale psychologie. Zodat u met die kennis in uw achterhoofd, de volgende berichten in deze reeks kan ingaan.

Een goed betoog begint met een omschrijving van het onderwerp. Maar over dit probleem is al zoveel geschreven dat ik het met moeite uit mijn pen krijg. Ik noem wat namen: Ehsan Jami, Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh. Wat daders: Mohammed B., Samir A. en de Hofstadgroep. Even in het Theodor-Holman-standje en tekeer gaan over moslimfundamentalisme, vrijheid van meningsuiting en verloren kunstenaars. Terecht hoor, als u het mij vraagt. Ik moet ook weleens schelden om de primitieve gedachten van sommige medemensen. En het is natuurlijk zeer belangrijk om deze discussie gaande te houden. Maar af en toe is het leuk om het over een hele andere boeg te gooien. En dat is precies wat ik nu ga doen, dus wees gewaarschuwd.
Vraag maar aan de familie Picornie, Lassche of wat recenter, Derksen. Inderdaad, de man met de lodderige blik, vastgeroeste sigaar en norse woorden. Als de term ?voetbalintellectueel? zou bestaan, was hij een zelfbenoemde. Inderdaad een beetje flauwe omschrijving. Maar zo doen we dat in Nederland: als iemand zijn kop boven het maaiveld uitsteekt, maken we diegene belachelijk. Helemaal als er zoveel haar op zit. Maar dat mag, iemand met woorden afmaken. 

Naar goed Nederlands gebruik neem ik tijdens een obscene last-minute naar een zonovergoten land op een ligbed een aanzienlijke stapel boeken door. Terwijl mijn bezwete rug aan het blauwe plastic van de stoel plakt, ik om de twintig seconden een waterfles aan mijn mond zet en af en toe met een schuin oog naar de meisjes kijk die vroeger mijn vakantievriendinnetjes geweest zouden zijn, verbaas ik mij over de vreemde fantasieën die Jan Wolkers met zijn publiek deelt in het autobiografische Terug naar Oestgeest.


In Europa voelde ik me een Nederlander. Ik stoorde me aan dronken Engelsen, chauvinistische Fransen, uitsluitend Duitssprekende Duitsers, Italianen die aan mijn vriendin zaten en teveel Polen in een te kleine auto. Het gevoel een Nederlander te zijn in zomaar een continent, het toeval wil Europa, bleef. Totdat ik naar Amerika vertrok om daar vier maanden stukjes te schrijven. Na een tijdje ontstond een raar bewustzijn, een vreemde gewaarwording, die tegelijk vertrouwd aanvoelde. In het everything bigger Amerika liep ik rond.., als een Europeaan.
Onze achttienjarige slaapkamerartieste timmert bijzonder goed aan de weg. Op YouTube bewonderde inmiddels al 26 miljoen mensen haar