Dimitri Tokmetzis

1.273 Artikelen
1.248 Waanlinks
534 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Overleven in de personal information economy (5/6)

Alle consumenten, in Nederland en daarbuiten, laten een groeiende digitaal spoor achter in de duizelingwekkende grote databanken van het bedrijfsleven. En we worden omringd door een wolk van klantprofielen. Op basis daarvan worden we gelabeld, gestuurd, verleid en beoordeeld. Dit raakt niet alleen onze privacy. Deze klantprofielen bepalen of we worden bediend en tegen welke prijs en zijn dus direct van invloed hoe we ons kunnen handhaven in de informatiemaatschappij. Een serie. Vandaag deel 5: bedrijfsleven en overheid, een symbiotische relatie.

We hebben in eerdere afleveringen gezien hoe belangrijk de databronnen van de overheid zijn voor bedrijven. De hele marketingsector (en later Customer Relationship Management) zouden niet bestaan zonder de geodemografische informatie die bedrijven uit openbare bronnen plukken.

Andersom leunt de overheid in toenemende mate op de data die in het bedrijfsleven aanwezig is. En dat is allerminst onschuldig.

Wie wat bewaart, heeft wat. Dat dacht de regering ook en die kreeg het parlement zover om op 1 januari 2006 de Wet vorderen gegevens aan te nemen. Ondanks grote bezwaren van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) waarschuwde dat elk bedrijf hierdoor een verlengstuk van justitie wordt. Die kritiek werd gehoord, maar grotendeels genegeerd. Opsporings- en veiligheidsdiensten konden altijd al bij overheidsorganen informatie over verdachten en niet-verdachten opvragen. Maar nu is ook het Nederlandse bedrijfsleven onder dit regime geplaatst. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) kreeg kort daarop de bevoegdheid om complete bedrijfsdatabanken op te vragen, te koppelen en te doorzoeken op verdachte verbanden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Overleven in de personal information economy (4/6)

Alle consumenten, in Nederland en daarbuiten, laten een groeiende digitaal spoor achter in de duizelingwekkende grote databanken van het bedrijfsleven. En we worden omringd door een wolk van klantprofielen. Op basis daarvan worden we gelabeld, gestuurd, verleid en beoordeeld. Dit raakt niet alleen onze privacy. Deze klantprofielen bepalen of we worden bediend en tegen welke prijs en zijn dus direct van invloed hoe we ons kunnen handhaven in de informatiemaatschappij. Een serie. Vandaag deel 4: sorry, u komt er niet meer in.

dollarsDe verzameling van gegevens, het volgen op internet en daarbuiten, het ligt dus gevoelig. Het klinkt inderdaad soms eng als je ziet hoeveel bedrijven van ons weten. We denken autonome mensen te zijn, mediawijs, modern. We laten ons niet makkelijk verleiden en sturen. Toch? Maar blijkbaar worden we aan alle kanten gemanipuleerd en hebben we dat vaak niet door. Is dat erg? Ja en nee. Eerst waarom dat niet erg is.

We moeten niet vergeten dat sprake is van een simpele uitruil. Onze persoonsgegevens in ruil voor gratis of goedkopere diensten. Je denkt er niet meer bij na, maar is het niet verbazingwekkend dat zoveel sites, diensten en content op internet gratis zijn (ook deze site)? Je kunt honderden foto’s kwijt op flickr en het kost je niets. Je mag je e-mailbak op hotmail tot de nok vullen op kosten van Microsoft. Je kunt twee computers met Syncplicity synchroon laten lopen. Voor niets. Wil je een spreadsheet maken of een boek schrijven? Doe het met google docs en de prijs is nul euro. De beste kranten en tijdschriften ter wereld zetten hun verhalen online. In ruil doorvoor willen ze graag weten wie je bent, zodat ze meer geld verdienen met hun advertenties. Lijkt mij best een goede deal.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

het Saillant | Domme meters

SaillantLOGOMaria van den Hoeven stuurt haar voorstel voor de landelijke invoering van slimme energiemeters deze week weer naar de Kamer. Als de minister weer niet duidelijk kan maken wat nou precies het nut hiervan is, moet de Kamer het voorstel weer van tafel vegen.

Minister Van den Hoeven stuurt deze week een nieuw voorstel voor slimme energiemeters naar de Tweede Kamer. Als het wordt aangenomen kan iedereen een kastje in huis krijgen waarmee de energieleverancier op afstand al dan niet ‘live’ het energieverbruik van de klant minutieus kan volgen. Het eerste voorstel legde een verplichting op aan klanten om zo’n meter te installeren. De senaat verwierp dat vorig jaar omdat de meters een te groot privacyrisico in zich dragen: de meter wordt niet voor niets ook wel het spionagekastje genoemd. In het nieuwe voorstel krijgt de consument wel een keuze. Maar het voorstel blijft lood om oud ijzer, want de slimme meter blijft vooral een cadeautje voor de markt en niet voor de consument.

U weet het misschien niet, maar we gaan gebukt onder een enorm probleem. Bij het doorgeven van meterstanden gaat er veel mis, zeker als klanten overstappen naar een andere energieleverancier. Daardoor krijgen ze een foute eindafrekening, zegt Maria van den Hoeven tegen Vara’s Kassa. Dat probleem is zo groot dat bij meer dan zes miljoen huishoudens een slimme meter geïnstalleerd moet worden. Zo groot dus dat miljoenen mensen een dag moeten thuisblijven (‘kunt u dan op zijn minst aangeven welk dagdeel u komt? Nee, ergens tussen 07.00 en 21.00 uur’). Ik begin wel te begrijpen waarom de laatste jaren zo weinig van Van den Hoeven hebben gehoord: ze was druk bezig een enorm maatschappelijk probleem op te lossen! Dank u Maria.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Overleven in de personal information economy (3/6)

Alle consumenten, in Nederland en daarbuiten, laten een groeiende digitaal spoor achter in de duizelingwekkende grote databanken van het bedrijfsleven. En we worden omringd door een wolk van klantprofielen. Op basis daarvan worden we gelabeld, gestuurd, verleid en beoordeeld. Dit raakt niet alleen onze privacy. Deze klantprofielen bepalen of we worden bediend en tegen welke prijs en zijn dus direct van invloed hoe we ons kunnen handhaven in de informatiemaatschappij. Een serie. Vandaag deel drie: Hoe worden al die bits en bytes omgezet in waardevolle kennis?

credit cardsCreditcardmaatschappijen noteren niet alleen wie hoeveel aan wie betaalt, maar ook wat er wordt gekocht, wanneer, waar en wat iemand nog meer koopt. Een beetje creditcardmaatschappij heeft gedragspsychologen en statistici in dienst die al die transactiegegevens doorpluizen op zoek naar relevante patronen. In de eerste plaats doen ze dat voor zichzelf. De concurrentie is groot, de marges zijn klein. Teveel wanbetalers in het klantenbestand betekent verlies. Door het betaalgedrag te analyseren kunnen ze een risicoprofiel maken van iedere klant. In ruwe vorm werkt het zo. Iemand die vaak kinderkleren en babyvoeding koopt en maandelijks aan de kerk doneert, zal waarschijnlijk een goede betaalmoraal hebben. Uit onderzoek – van een Canadese creditcardmaatschappij – blijkt mensen met kinderen ouders vaak financieel meer verantwoord leven. Wellicht is het verstandig minder krediet aan te bieden of een hogere rente vragen aan een klant die zijn creditcard voornamelijk bij de Gall&Gall en buurtkroeg Ons Honk gebruikt en continu tegen zijn bestedingslimiet aan zit. Het blijft kansberekening, maar de creditcardmaatschappijen worden er steeds beter in.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mother Hale’s duizend baby’s


Harlem is een van de meest beroemde buurten van Amerika, het epicentrum van Afro-Amerikaanse cultuur en politiek. Het is ook een van de armste wijken van New York. Sargasso-correspondent Dimitri Tokmetzis woont er met zijn jonge gezin middenin en doet wekelijks verslag over het razendsnel veranderende leven in de wijk en daarmee over het razendsnel veranderende leven in de Verenigde Staten. Vandaag de zevende aflevering: Mother Hale.

Ik hoorde voor het eerst van Mother Hale toen we een kinderdagverblijf in de buurt zochten. Gek genoeg viel dat niet mee. Gezien de strenge veiligheidseisen willen veel dagverblijven geen baby’s: één leidster voor twee kids. Bij het Mother Hale Learning Center (ja, zelfs baby’s moeten al vroeg een competitive advantage te krijgen voor Yale of Harvard) zijn alle kinderen welkom.

Het kinderdagverblijf is wat je ervan verwacht, heel gewoontjes. Netjes, professioneel, duizenden regeltjes en duur. Dat is niet altijd zo geweest. De opvang heeft een roemruchtig verleden, een geschiedenis waar armoede en zelfredzaamheid twee in elkaar verstrengelde rode draden waren.

Het begon allemaal bij Clara ‘Mother’ Hale. Het is lastig om een stuk te schrijven over haar te schrijven zonder dat het een hagiografie wordt. Want sjonge, wat een verhaal.

Mother Hale met enkele van haar kinderenClara Hale (1905-1992) kwam zelf uit een arm, maar verstandig gezin in North Carolina. Met haar man verhuisde ze eind jaren twintig naar Harlem, New York. Haar man kwam al vroeg te overlijden en Hale stond er op het dieptepunt van de Grote Depressie alleen voor om haar twee kinderen op te voeden. Haar dochter behaalde een PhD op Columbia University, dus ze heeft iets goed gedaan. Overdag maakte ze huizen schoon. ’s Avonds bioscopen. Ondertussen paste ze af en toe op buurtkinderen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Overleven in de personal information economy (2/6)

Alle consumenten, in Nederland en daarbuiten, laten een groeiende digitaal spoor achter in de duizelingwekkende grote databanken van het bedrijfsleven. En we worden omringd door een wolk van klantprofielen. Op basis daarvan worden we gelabeld, gestuurd, verleid en beoordeeld. Dit raakt niet alleen onze privacy. Deze klantprofielen bepalen of we worden bediend en tegen welke prijs en zijn dus direct van invloed hoe we ons kunnen handhaven in de informatiemaatschappij. Een serie. Vandaag deel twee: de verzamelwoede.

stofzuigerOp funda.nl kun je met één druk op de knop zien welke kranten er in een buurt worden gelezen, in wat voor auto’s populair zijn in de straat en wat de lifestyle van de buren is. Dat hebben we te danken aan de overheid. In de jaren zeventig, tachtig en negentig hebben alle Westerse overheden een vloedgolf aan demografische, sociale, economische en statistische informatie op de markt losgelaten. Het Sociaal Cultureel Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Kadaster, het Centraal Planbureau, ze leveren allemaal openbare informatie over de Nederlandse bevolking. Op postcodeniveau is daarom erg veel bekend. Voor bedrijven is deze demografische informatie een dankbare en veelgebruikte bron.

Maar de meeste informatie laten we simpelweg achter door spullen te kopen. Nu steeds meer transacties met bankpas en creditcard worden betaald, zien winkels en bedrijven wie wat wanneer heeft gekocht. Ze zitten op een gouden berg aan informatie, waarmee ze klantanalyses kunnen uitvoeren. Stel je koopt bij de Albert Heijn iedere vrijdag een Euroshopper rookworst. Dan kan het voor de supermarkt interessant zijn om je op een woensdag een aanbieding te sturen waarbij je korting krijgt op een Unox worst als je een pak AH-boerenkool aanschaft.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Overleven in de personal information economy (1/6)

Een hand met dollarbiljetten komt uit een beelschermRalph Hupkens (44) wilde eind vorig jaar (2008) een abonnement voor zijn mobieltje afsluiten bij KPN. Het bedrijf weigerde: hij was niet kredietwaardig. Vreemd. Vlak daarvoor had hij zonder problemen een hypotheek van 2,5 ton afgesloten voor zijn nieuwe huis in Haarlem. Hupkens belde KPN. De medewerker van het callcenter kon alleen oplezen wat het computerscherm toonde. Hij kreeg het advies contact op te nemen met databedrijf Experian, dat voor KPN risicoprofielen van nieuwe klanten maakt. Een medewerker van Experian vertelde dat op zijn adres ‘negatieve kredietinformatie’ was gevonden.

Toen viel het kwartje. Hupkens had zijn huis in een executieverkoop gekocht: de vorige bewoner kon niet aan diens betaalverplichtingen voldoen. „Ik werd dus beoordeeld op zíjn betaalverleden. Experian keek naar informatie op adresniveau, in plaats van op persoonsniveau. Ik kon het laten veranderen, maar dan moest ik een papierwinkel invullen. Daar had ik geen zin in. Ik heb die fout niet gemaakt.” Hupkens liet KPN voor wat het was en stapte over op een andere telefoonaanbieder. Daar kreeg hij zonder problemen een abonnement.

Of hij er verstandig aan heeft gedaan om zijn informatie niet te veranderen, is de vraag.

Hupkens’ slechte risicoprofiel kan nog als een boemerang bij hem terugkomen: Experian levert aan meer dan drieduizend bedrijven informatie over Nederlandse consumenten. Er zijn dus nog een hoop bedrijven die een verkeerd beeld van Ralph Hupkens kunnen krijgen. Experian wilde geen toelichting geven. In de orde der dingen lijkt dit voorbeeld niet zo dramatisch, maar toch raakt het iedereen. „Experian beschikt over een immens grote databank, met uiteenlopende gegevens van 7,5 miljoen Nederlandse huishoudens”, meldt de website. Experian meet zijn wereldwijde omzet in miljarden en is bij lange na niet de enige datagigant die succesvol in persoonsgegevens handelt. Lexis Nexis ChoicePoint, DoubleClick, Google, ValueClick, AdLINK, 24/7 Real Media, Wunderloop, Graydon, Trans Links Systems, Adbrite: de kans is groot dat u, of uw huishouden in hun databanken staat. Volgens onderzoeksbureau Considerati komt de gemiddelde Nederlander in enkele honderden, mogelijk duizenden klantbestanden voor. Preciezer kunnen ze het niet zeggen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een emmer kip tegen borstkanker

Met verbazing zie ik dagelijks dit reclamefilmpje voorbij komen. Welk maatschappelijk verhaal zit hier achter? Uit welke filosofische, sociale, economische en psychologische onderstroom is dit korte filmpje opgeborreld?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Robert en het capsulaire leven


Harlem is een van de meest beroemde buurten van Amerika, het epicentrum van Afro-Amerikaanse cultuur en politiek. Het is ook een van de armste wijken van New York. Sargasso-correspondent Dimitri Tokmetzis woont er met zijn jonge gezin middenin en doet wekelijks verslag over het razendsnel veranderende leven in de wijk en daarmee over het razendsnel veranderende leven in de Verenigde Staten. Vandaag de zesde aflevering: het capsulaire leven.

Onlangs ontmoette ik Robert in de oude wasserette op Lenox Avenue. Een ras-Harlemnees, al is hij geboren in Belize. Tijdens een bonte was vertelde hij dat hij al veertig jaar in New York woont. Helaas kon hij de stijgende huren niet meer betalen en woonde hij noodgedwongen verder uptown. ‘Dat komt door rijke bleekscheten als jij’, plaagde hij. Nee hoor, hij was er wel blij mee dat de wijk wat meer gemengd werd en de huizen weer werden opgeknapt. Nu pakte hij gewoon dagelijks de metro om rond te hangen in Harlem. ‘Jammer dat de nieuwe bewoners zich zo in hun huizen terugtrekken en zich zo weinig met de buurt bemoeien’, mopperde hij. Maar er was altijd nog wel een vreemde te vinden die een potje schaak met hem wilde spelen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

het Saillant | Bezuinig op veiligheid

SaillantLOGOHet nieuwe kabinet zal miljarden moeten bezuinigen (de VVD lijkt er met dertig miljard het meeste zin in te hebben). Eigen risico omhoog. Vijf euro per huisartsbezoek. Rollator uit het basispakket. Het zijn kruimels en de administratieve afwikkeling kost vaak meer dan de besparing die het moet opleveren. En dat terwijl er veel geld is te halen in een sector waar ontiegelijk veel wordt verspild. Veiligheid.

Er is vorig jaar 10,3 miljard euro uitgegeven aan veiligheid, becijferde een ambtelijke ‘heroverwegingswerkgroep’ onlangs. De kosten zijn aanmerkelijk gestegen in de laatste jaren. Daar valt dus best wat te halen.

We moeten namelijk eens af van het idee dat veiligheid alles mag kosten. Als het om veiligheid gaat, gelden de gebruikelijke begrotingsregels niet meer. Veiligheid is in toenemende mate verworden tot een gevoel. De broze burger pikt het allemaal niet meer en wil actie, ook al zijn de straten in Almere, Amsterdam en Akersloot best veilig. Het verbeteren van veiligheid is vooral heel veel theater.

De werkgroep heeft naar een besparing van twee miljard gezocht. Sommigen daarvan zijn wijs, zoals het doorberekenen van politiekosten aan grote evenementen, de burger meer zelfredzaam maken, het decriminaliseren van softdrugs en de vervanging van 26 politiekorpsen door één politieorganisatie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Einde van de Gang of Four


Harlem is een van de meest beroemde buurten van Amerika, het epicentrum van Afro-Amerikaanse cultuur en politiek. Het is ook een van de armste wijken van New York. Sargasso-correspondent Dimitri Tokmetzis woont er met zijn jonge gezin middenin en doet wekelijks verslag over het razendsnel veranderende leven in de wijk en daarmee over het razendsnel veranderende leven in de Verenigde Staten. Vandaag de vijfde aflevering: een politieke aardverschuiving.

Adam Clayton Powell jr.

Adam Clayton Powell jr.

Wie de zwarte stem wil binnenslepen, moet Harlem behagen. Dat is tenminste decennialang politieke wijsheid geweest. Maar aan de Harlemse politieke suprematie lijkt nu een einde te komen.

Sinds de vroege twintigste eeuw is Harlem het epicentrum van de zwarte politiek. De overal vereerde Adam Clayton Powell jr., een zwarte predikant, kwam er vandaan. Hij was de eerste zwarte New Yorkse afgevaardigde in het Congres (1945-1971). Hij stichtte een heuse dynastie en zijn naam prijkt op veel avenues, parken en pleinen – ook al kleefden er beschuldigingen van corruptie aan hem. Zijn zoon en kleinzoon roerden en roeren hun vingers in de plaatselijke politieke pap.

Degene die het zwaartepunt echt in Harlem heeft neergelegd is J. Raymond Jones, ook wel ‘the Harlem Fox’ genoemd. Hij was een groot politiek talent, de eerste zwarte leider van de beruchte New Yorkse Democratische (intens corrupte) ‘Machine’, Tammany Hall. De New York Times haalt een anekdote aan over de sluwheid van Raymond Jones. President Harry S. Truman once asked a New York newspaper reporter whether Mr. Jones could be trusted. To which the reporter supposedly replied: “Well, Mr. President, I can tell you one thing. If Ray Jones stole the Brooklyn Bridge, no one would ever find it.” Hij was een mannetjesmaker bij uitstek en richtte de Harlem Clubhouse op, een politieke club die onder zijn mentoraat een aantal zwarte talenten lanceerde. Een paar mannen sprongen er bovenuit, de zogenoemde Gang of Four.

Vorige Volgende