Bij Nader Inzien

33 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Bij Nader Inzien presenteert inzichten uit de academische filosofie voor een breed publiek. Actuele maatschappelijke kwesties worden van filosofische analyse en reflectie voorzien. Recente ontwikkelingen in de academische filosofie worden toegankelijker gemaakt voor niet-specialisten
Foto: Kim'n'Cris Knight (cc)

Wie gelooft er nog in menselijke waardigheid?

OPINIE - Aan het begin van de zomer schreef ik over de teloorgang van menselijke waardigheid. De afgelopen maanden zijn de consequenties van het mensonwaardige Europese beleid alleen maar verhevigd: in volgepropte vrachtwagens op Oostenrijkse snelwegen, op een strandje bij Bodrum en iedere dag weer in de kampen van Calais. Dat schreeuwt om onmiddellijke actie, maar roept ook op tot nadenken. De trend om mensen af te schrijven treft namelijk niet alleen maar asielzoekers, maar ook werklozen, criminelen en hele volken als de Grieken. Over de hele politieke breedte roept die verharding steeds dezelfde prangende vraag op: begrijpen we eigenlijk nog wel waarom we mensen moeten helpen, gewoon omdat ze mens zijn? In dit essay zoek ik naar een antwoord.

Minderwaardig volk

In de afgelopen jaren is een gigantische groep medemensen ontmaskerd, die door hun gedrag niet alleen onze waardering heeft verloren, maar in sommige gevallen ook haar rechten.

Asielzoekers zijn natuurlijk al een geheel politiek tijdperk persona non grata. Het maatschappelijke dieptepunt werd onlangs bereikt in Steenbergen, maar het politieke dieptepunt vond plaats afgelopen april, de maand die gekenmerkt werd door drie kleine woordjes: bed, bad en brood. Even onschuldige als elementaire zaken die in Nederland niet gratis verkrijgbaar zijn. Sterker nog, volgens onze regering hebben uitgeprocedeerde asielzoekers er helemaal geen recht op. Dat recht hadden ze natuurlijk ooit wel. Maar op de dag dat de rechter definitief vonnist dat een asielzoeker niet in Nederland mag blijven wordt hij illegaal en verdient hij geen hulp. Blijkbaar heeft een illegaal zijn waarde verspeeld, en verdient hij slechts uitzetting.

En zo denken we wel over meer mensen. Werkgeversnotabele Hans de Boer zei het al: bijstanders zijn labbekakken. Wie niet werkt is schuldig, en moet verantwoording afleggen. In Rotterdam denken ze er ook zo over, waar uitkeringsgerechtigden gedwongen worden tegenprestaties te leveren. Voor wat, hoort wat. In Nederland is namelijk geen plek voor naïevelingen die iets willen krijgen terwijl ze er niets voor doen. Burgers moeten overheidshulp verdienen.

Foto: Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) (cc)

Waarom is orgaandonatie nog steeds een probleem?

Eens in de zoveel tijd laait de discussie op: moet er in Nederland een ander registratiesysteem komen voor orgaandonoren? Onlangs heeft D66 wederom een initiatiefwet ingediend om het bestaande systeem (geen donor, tenzij je expliciet aangeeft dit te willen zijn) te veranderen in een ‘opt-out’ systeem (automatisch donor, tenzij je bezwaar maakt). Dit is een tweede poging sinds de Raad van State negatief advies gaf over een voorstel van D66 en CDA in 2012. De verwachting is dat de wet er nu opnieuw niet doorkomt. En dat terwijl er toch veel levens mee gewonnen zouden zijn: naar schatting overlijden jaarlijks 150 mensen in afwachting van een orgaan. Van waar dan toch die weerstand?

Het ‘opt-out’-, of ‘geen bezwaar’- systeem houdt in dat iedere burger in Nederland orgaandonor is, tenzij hij of zij bezwaar maakt. In de praktijk zou dit volgens de initiatiefwet betekenen dat iedereen een brief thuiskrijgt met de vraag of je orgaandonor wilt zijn of niet. Bij geen reactie, krijg je na zes weken opnieuw een brief met dezelfde vraag. Wie dan nog niet reageert, wordt geregistreerd als orgaandonor. Het blijft daarna mogelijk om alsnog aan te geven geen orgaandonor te willen zijn. Ook behouden nabestaanden het recht om anders te beslissen.

Foto: Jason Rogers (cc)

Grote maatschappelijke problemen: niet zonder de ethiek!

OPINIE - Vorige week maandag hadden wij de eer om aan te schuiven als tafelwetenschappers bij de Avond voor Wetenschap en Maatschappij. Dat is een jaarlijks terugkerende avond in de Ridderzaal aan het Binnenhof in Den Haag, waarvoor wetenschappers en de elite van Nederland uitgenodigd worden om over het belang van de wetenschap voor de samenleving te praten. Per tafel zitten er zo’n 12 tafelgasten uit de politiek, het bestuur, bedrijfsleven, media, cultuur en wetenschap. Twee tafelwetenschappers – doorgaans een hoogleraar die dan een energieke en getalenteerde promovendus mag meebrengen (charmant betiteld als “side-kick”), krijgen 10 minuten de tijd om een stelling te verdedigen, waarna de tafelgasten er over kunnen discussiëren.

De vraag die we gevraagd werden te beantwoorden, was welke grote vraag ons vakgebied de komende 20 jaar zal beantwoorden? Ons antwoord op deze vraag is dat er niet zo’n vraag bestaat, maar dat heeft ons er niet van weerhouden om een direct hieraan gerelateerde stelling te verdedigen. Wie ons verhaal wil horen, leze verder!

Wat zijn de grote uitdagingen waar de mensheid nu mee geconfronteerd wordt, en waar de wetenschappen misschien een rol kunnen spelen in het zoeken naar oplossingen?

Waarschijnlijk hebben we allemaal een andere top tien van meest urgente problemen, maar toch zullen er een aantal uitdagingen bij velen van ons bovenaan staan. Een eerste maatschappelijke uitdaging is de vraag hoe we de aarde leefbaar kunnen houden in een context van de uitputting van niet-hernieuwbare grondstoffen en een groeiende wereldbevolking (minstens 11 miljard mensen tegen het einde van deze eeuw). We hebben het dan over uitdagingen op het raakvlak van ecologische duurzaamheid, klimaatsverandering, energietransitie, consumptiepatronen, mondiale ongelijkheden, en demografische veranderingen. Een tweede maatschappelijke vraag gaat over hoe we conflicten tussen groepen zoveel mogelijk kunnen vermijden, voorkomen en oplossen, gegeven de botsende religies en ideologieën die verschillende groepen aanhangen, en de rechten die ze op basis daarvan menen te hebben. Nog een andere vraag is hoe we de wereld zo kunnen inrichten dat de zwaksten maximaal beschermd worden. En ten slotte, is de huidige vorm van het kapitalisme het best denkbare en haalbare economische systeem dat mensen kunnen realiseren?

Foto: Halfway to paradise with a suitcase (cropped) - Patrick Marioné (cc)

Economische migratie – een mensenrecht?

Bij Nader Inzien is een blog waar zo’n 23 academische filosofen op publiceren. Deze bijdrage is van Helen de Cruz, cognitiefilosoof aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.

In de jaren 1970 had Maleisië nog geen economische welvaart bereikt, en leefden veel mensen er in relatieve armoede. Mijn vader was zo iemand – zijn vader was gestorven toen hij twaalf was, en zijn moeder was nauwelijks in staat om voor hem en zijn zes jongere broers en zussen te zorgen. Zijn familie werd ondersteund door een Amerikaanse non-profit (ik weet niet dewelke) om te kunnen overleven. De dagelijkse kost was rijst met sambal. Vlees was ongekende een luxe. Mijn grootmoeder kon de schoolbijdrages voor haar kinderen niet betalen.

Mijn vader wou de extreme armoede van zijn jeugd achterlaten, en reisde toen hij midden de twintig was naar Duitsland, waar hij hoorde dat er veel kansen waren op werk en het uitbouwen van een goede levensstandaard. Het was een avontuurlijke reis als verstekeling op een boot, liftend, en veel te voet, doorheen landen als Iran en Afghanistan.

Helaas, in de 2de helft van de jaren 1970 plaatste Europa, als gevolg van een vertragende economie, een rem op economische migratie. Aangezien mijn vaders leven niet in gevaar was, maar hij enkel maar armoede wou ontvluchten, werd besloten dat hij geen recht had om in Europa te blijven. Hij reisde van Duitsland naar Groot-Brittannië naar België, telkens hetzelfde verhaal: je bent “maar” een economische migrant, dus je moet terug.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hoed u voor mensen die klagen over ‘aanzuigende werking’

In de filosofie spreekt men weleens van een verwerpelijke conclusie. We verwerpen dan een bepaalde redenering omdat we haar consequenties niet kunnen en willen aanvaarden. Sommige gedachtes zijn namelijk bloedlink en verleiden ons om foute paden te bewandelen. Het debat over asielzoekers zit helaas vol met deze redeneringen. Zo suggereerde Halbe Zijlstra in Pauw dat Europese opvangplannen weinig nuttig zijn, als de oorzaak van het probleem niet wordt aangepakt – alsof de opvang van duizenden reddeloze mensen een bijzaak is. Veel erger nog is het idee van de ‘aanzuigende werking’ van vluchtelingenopvang.

De ellende van die redenering is in heel Europa te zien.

Laten we ons een debat voorstellen tussen Arie, voorstander van een humane vluchtelingenopvang, en Ernst, die veel moeite heeft met de komst van al die vreemdelingen. Als Ernst zich onder de idealen van Arie uit wil trekken kan hij het volgende stellen: ‘als we asielzoekers opvangen en laten profiteren van onze welvaart, komen er alleen maar meer deze kant op’! Hoe moeten we dit argument beoordelen?

Dit is in ieder geval waar: omdat de omstandigheden hier veel beter zijn dan in vluchtelingenkampen in Libanon en Turkije, komen vluchtelingen onze kant uit. Onze welvaart en veiligheid hebben een aanzuigend effect.

Foto: Serment du Jeu de Paume - Jacques-Louis David

De Jihadist is het gevolg van de Europese malaise

Bij Nader Inzien is een blog waar zo’n 23 academische filosofen op publiceren. Deze bijdrage is van Eric Schliesser, hoogleraar Filosofie en Ethiek te Gent.

Volgens de EU zijn er tenminste 6000 Europese jonge mannen naar Syrië getrokken die zich bij Jihadistische groepen hebben aangesloten (het werkelijke aantal wordt veel hoger vermoed). Gezien het feit dat een aantal van hen naar Europa zijn teruggekeerd om lokale terreuraanslagen te plegen, worden terug te keren jihadisten door de EU nu gezien als een bedreiging van de veiligheid (zie hier).

In reactie daarop proberen overheden nu preventief te voorkomen dat deze mensen afreizen uit Europa (in weerwil van het basisrecht op vrije personenverkeer), zelfs als het een nobel motief betreft om te vechten tegen dictatuur aldaar.

Mijn collega, Marieke de Goede, heeft een aantal andere aspecten van dit preventief beleid beschreven in haar boek (2012) Speculative Security: The Politics of Pursuing Terrorist Monies, en dit beleid in breder perspectief geplaatst. Een opvallende bevinding van De Goede is hoe groot inmiddels de verplichtte, wettelijke rol van privé-partijen (zoals banken en financiële instellingen) in het toezicht op en rapportage van mogelijke verdachte terroristische transacties is geworden.

Onlangs, tijdens een congres dat door Prof. De Goede georganiseerd werd (“European Security Practices After 9/11”), leerde ik dat in veel Europese landen er nu wetgeving in de maak is (of reeds is doorgevoerd) dat soortgelijk toezicht en rapportage van artsen, leraren, advocaten, hoogleraren, en zelfs ouders (enz.) vereist danwel probeert deze partijen uit het maatschappelijk middenveld te betrekken in vrijwillige begeleiding en, indien nodig, rapportage van ‘potentiële’ jihadi.

Foto: Photo Giddy (cc)

House of Cards – politiek versus moraal?

COLUMN - Deze zomer heb ik mijzelf schuldig gemaakt aan binge-viewing en de drie tot nu toe verschenen seizoenen van House of Cards gezien. De Netflix-serie handelt over de politieke machinaties van Frank Underwood (Kevin Spacey), die begint als leider van de Democraten in het Congres. De serie laat een nogal grimmig beeld zien van de politieke strijd in Washington. Eigenlijk zijn alle spelers dronken van machtswellust; het enige verschil tussen hen is dat Underwood effectiever is in het bereiken van zijn doelen dan alle anderen. Filosofisch gezien is de nogal platte interpretatie van House of Cards: Machiavelli had gelijk (althans de Machiavelli van Il Principe, in zijn andere grote boek, de Discorsi liggen de zaken toch wat anders). Politiek is niets anders dan een persoonlijke strijd om de macht, waarbij elk middel geoorloofd is in de strijd om het doel. Underwood zaait angst en intimideert iedereen die hem tegenwerkt, en krijgt iedereen uiteindelijk in het gareel.

De visie van House of Cards heeft een perfecte tegenspeler in de politieke serie de West Wing, die eveneens gaat over de politieke strijd in Washington.

In de West Wing komen de president en zijn medewerkers er echter een stuk beter van af. Hoewel politieke machinaties niet vreemd zijn aan de belangrijkste karakters, zijn het toch allen do-gooders die proberen Amerika in de juiste (ook hier weer: Democratische) richting te sturen. De serie is dan ook overweldigend geïnterpreteerd als een idealistisch anti-dotum op de ideologische cynische Bush-jaren, als een middel voor het democratische establishment in de periode 2000-2005 om de werkelijkheid even te vergeten. Politiek is overwegend het beroep van mensen met goede intenties die zich moeten staande houden in de weerbarstige werkelijkheid.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Klimaatzaakcritici zitten fout: uitspraak begeeft zich niet op een hellend vlak

COLUMN - Moet de Nederlandse staat in hoger beroep gaan in de klimaatzaak? Afgelopen week betoogde zowel de NRC in haar hoofdredactioneel commentaar (28 augustus), als hoogleraar staatsrecht Wim Voermans in een opiniestuk in de Volkskrant (28 augustus 2015) dat de Nederlandse staat dit absoluut zou moeten doen. Eén van de argumenten die zij noemen is dat het oordeel van rechter zou leiden tot een hellend vlak waarbij de rechter in toenemende mate op de stoel van de politiek gaat zitten.

Maar hoe reëel is deze angst?

De NRC schrijft in haar hoofdredactioneel commentaar het volgende:

Bedenk dat een keuze voor het door de rechter voorgeschreven beleid ook op andere terreinen gevolgen heeft. Het heeft invloed: op de energietarieven en zelfs de algemene economische ontwikkeling. Moet de rechter het kabinet dan ook houden aan de afspraak in NAVO-verband om 2 procent van het bbp aan defensie uit te geven? Dat doet Nederland al meer dan twintig jaar niet.

Voermans formuleert een soortgelijk argument:

Dat een zorgplicht die een overheid heeft ineens omslaat in een aanspraak voor een burger is erg onwenselijk (en juridisch niet houdbaar). Neem de afspraken die Nederland heeft gemaakt in verband met het Europees Stabiliteits- en Groeipact 1997. Die houden in dat ons begrotingstekort niet groter dan 3 procent mag zijn en de staatsschuld niet groter dan 60 procent van het bbp. In 2013 en 2014 was het begrotingstekort groter dan 3 procent en al meer dan vijf jaar lang is de Nederlandse staatsschuld groter dan 60 procent van het bbp. Moeten burgers of een vereniging de mogelijkheid krijgen minister Dijsselbloem van Financiën op straffe van een dwangsom te dwingen die doelstelling te behalen, omdat de belanghebbenden dat belangrijker vinden dan alle andere onderdelen van beleidsvoering? Natuurlijk niet.

Foto: screenpunk (cc)

Heb je eigenlijk wel recht op eigendom?

Door belastingheffing en herverdeling probeert de staat de inbreuk op vrijheid die noodzakelijk verbonden is aan het bestaan van eigendomsrechten te minimaliseren. Deze stelling van het weblog Bij Nader Inzien zou eens diepgaand aan de orde moeten komen bij het debat over de herziening van het belastingsysteem.

De eerste die een stuk grond omheinde en durfde te zeggen ‘dat is van mij’, en mensen aantrof die onnozel genoeg waren om hem te geloven, was de ware grondlegger van de burgerlijke maatschappij. Wat een misdaden, oorlogen, moorden, wat een ellende en verschrikkingen was de mensheid niet gespaard gebleven als iemand toen de palen had uitgerukt of de gracht had gedempt en tot zijn medemensen had geroepen: ‘Hoed je om naar die bedrieger te luisteren; jullie zijn verloren als jullie vergeten dat de vruchten iedereen toebehoren en dat de aarde van niemand is.

Zo begint de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau (1712 – 1778) het tweede deel van zijn Vertoog over de Ongelijkheid (1755). Het verschil met huidige discussies over ons belastingstelsel kan moeilijk groter zijn.

Politici van links tot rechts delen de cruciale veronderstelling dat burgers eigendomsrechten hebben, en dat de overheid in principe van hun eigendom af dient te blijven, tenzij er andere, zwaarder wegende, redenen zijn om belasting te heffen. Kortom: het recht op eigendom staat tegenwoordig als een huis. Maar wat rechtvaardigt het bestaan van privé-eigendom eigenlijk? Welke argumenten kan Dagobert Duck geven om aan te tonen dat iets van hem is en hoort te zijn, en niet van iemand anders? Wij zullen betogen dat eigendomsrechten niet zo vanzelfsprekend zijn als ze lijken. Integendeel: er zijn goede redenen om, net als Rousseau, de man die ‘zijn’ grond omheint met enig wantrouwen te bezien.

Vorige