Israel verbant leider PFLP, en sloopt huizen, kiosken en Bedoeïenonderkomens
Israelische militairen hebben woensdagmorgen vroeg het huis overhoop gehaald van Khalida Jarrar, een van de leiders van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (DFLP) op de Westoever. Jarrar is lid van het Palestijnse parlement en een advocaat die regelmatig Palestijnse gevangenen bijstaat. Zij kreeg een in het Hebreeuws gesteld gerechtelijk bevel overhandigd waarin haar bevolen werd haar huis in Ramallah te verlaten en naar een in het bevel aangegeven plek in Jericho te gaan, waar haar een soort huisarrest wachtte. Zij weigerde het papier te ondertekenen. Ze beraadt zich nu op juridische stappen. Het is voor het eerst sinds het midden van de jaren ’80 dat Israel een dergelijke “interne verbanning” probeert op te leggen.
Elders op de Westoever sloopte het Israelische leger woensdag zes huizen en een aantal andere bezittingen.
In At-Tawil, een dorpje vlakbij Nablus sloopten de Israeli’s vier huizen die toebehoorden aan de gebroeders Muhammad Sudqi Salih en Anwar Subhi Saleh. De reden zou zijn dat de huizen zonder vergunning zouden zijn gebouwd. Een vreemde reden, want de huizen waren meer dan 100 jaar oud, volgens Ghassan Daghlas, de man die voor de PA de activiteiten in de nederzettingen volgt.
Enkele uren later werden in Aqaba, een dorpje bij Tubas, nog eens twee huizen gesloopt van ingezetenen van het dorp, zo meldde de plaatselijke burgemeester, Same Sadeq.
Aan de weg tussen Hebron en Jeruzalem vernielden de Israeli’s woensdag een aantal kiosken van boeren uit de regio Beit Ummar die probeerden zo hun druiven en abrikozen te verkopen. Met de stalletjes werd ook hun koopwaar vernield, meldde Mohammed Awad, een plaatselijke activist. De boeren leden flinke schade door het militaire optreden.