COLUMN - Vorige week was er een vergadering in Uruguay waar men de toekomst van internet besprak. De deelnemende organisaties – ICANN, IANA, IETF, IAB, W3C, ISOC, de RIRs – zullen de gemiddelde burger weinig zeggen, maar het zijn deze instanties die internet op de been houden. Ze beheren de architectuur van internet, ze geven IP-adressen uit, ze definiëren protocollen.
Zij zorgen ervoor dat systemen op elkaar aansluiten, dat vele kleine netwerkjes samen het grote internet kunnen vormen, en dat computers van overal op de wereld elkaar kunnen vinden. Door hun werk weet uw browser waar hij moet wezen wanneer u iets in de adresbalk typt, en weet uw mailprogramma waar het leuke mailtje voor uw tante naartoe moet.
Door de ontstaansgeschiedenis van internet waren veel van deze organisaties aanvankelijk Amerikaans. Al werd het lidmaatschap ervan geïnternationaliseerd, toch bleven veel van deze instanties op de een of andere manier onder Amerikaanse verantwoordelijkheid vallen. Maar internet was is al een paar decennia geen Amerikaanse aangelegenheid meer.
Een poging om de architecten onder de VN te laten vallen, werd gelukkig afgeslagen: dat zou hun taak te makkelijk tot speelbal van de politiek maken. (Daarnaast staat de VN bepaald niet bekend om haar voortvarendheid.) Terwijl werd gezocht naar een gepaste internationale structuur, accepteerden de architecten dat Amerika tijdelijk de toezichthouder bleef.
Tot in Montevideo.
Daar zeiden ze de VS de wacht aan. Ze willen nú onder het Amerikaans toezicht uit, en pleiten voor een organisatie waarin alle belanghebbenden een gelijkwaardige rol kunnen spelen.
De reden? De ongelimiteerde surveillance door Amerika. ICANN verklaarde na afloop dat de VS met haar aftappraktijken het vertrouwen in internet heeft opgeblazen. Tussen de regels door lees je een harder verwijt: de VS kun je het toezicht op de architectuur van internet niet meer toevertrouwen; bij hen is het recht op vrije toegang tot internet en de bewaking van de open architectuur van internet niet veilig.
Kort daarna had Fadi Chehadi, de voorzitter van ICANN, een ontmoeting met de Braziliaanse president Roussef, en verzocht haar om een actieve rol in het proces van de internationalisering van het internetbeheer te nemen. Pikant detail: Roussef heeft zich de afgelopen maanden fel tegen de NSA-praktijken gekeerd. Met goede reden, overigens: ook zij bleek door de NSA te zijn afgeluisterd, evenals een Braziliaanse oliemaatschappij.
Hoe het nu verder moet, weet niemand. Maar een ding is duidelijk: de architecten van het internet hebben zich van de VS afgekeerd en zoeken nieuwe bondgenoten. Ze wensen geen politiek toezicht; ze wensen een convenant dat hun raamwerk vastlegt, dat vrijheid van informatie en vrijheid van meningsuiting garandeert, en dat overheidsbemoeienis minimaliseert.
Dat krijg je ervan, wanneer je als overheid internet misbruikt.
Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool.
Reacties (4)
Aan de andere kant, wie heeft internet bedacht: Het Amerikaanse leger. En die staan er nu niet bepaald om bekend dat ze vanuit goedheid dingen voor andere mensen doen.
Je kon er dus eigenlijk op wachten wat er nu gebeurt qua spionage door de US of A.
Dat krijg je ervan, als je als overheid internet afluistert.
Het mooie is natuurlijk dat de architekten van het internet nog wel vrijheid van meningsuiting hebben.
In dat opzicht zijn er ergere landen dan de VS.
Het mooist is natuurlijk dat de architekten hun vrijheid met iedereen delen willen.
@1: Toen het internet bedacht werd, werd volgens mij nog niet rekening gehouden met de mogelijkheid dat de hele wereld het gebruiken zou.
Trucs om het internet af te luisteren zijn daarom volgens mij later bedacht.
Omdat het leger het internet bedacht, is gezorgd dat zo veel mogelijk onderdelen zelfstandig kunnen blijven draaien.
In principe kan iedereen een netwerk opzetten, en dienen de organisaties er alleen voor om te zorgen dat de netwerken samenwerken.
Maar iedere netwerkbeheerder zou een alternatief samenwerkingsverband aan kunnen gaan.
Zolang al die Amerikaanse hun baan niet willen opgeven en willen verhuizen zullen het Amerikaanse diensten blijven die onder de Amerikaanse overheid vallen.
En internet is natuurlijk niet bedacht door het Amerikaanse leger.