ACHTERGROND - Vanwaar voelen mensen zich toch aangetrokken door autoritaire ideeën en ideologieën? Zijn mensen van nature alleen maar op zoek naar macht? Waarom zijn er dan toch zo veel mensen die zich laten onderdrukken en hun vrijheid opgeven?
In 1941 probeerde de psycholoog Erich Fromm (1900-1980) deze vragen in zijn boek De Angst voor Vrijheid te beantwoorden. In dit artikel beschrijft Alexander Goesten beknopt Fromms ideeën daaromtrent.
De grote populariteit van Trump en de opkomst van rechtspopulistische bewegingen in Europa maken Fromms overwegingen nog net zo actueel als 75 jaar geleden.
Individuatie
Erich Fromm zag in het verloop van de geschiedenis een steeds toenemend besef dat de mens een individu is en niet alleen een onderdeel van de natuur, stam, natie of ras. Dit maatschappelijk proces gaat gepaard met een toename van vrijheid.
Dit proces noemde Fromm: individuatie. Individuatie wordt voortgedreven door de groei van het productievermogen en de wetenschappelijke vooruitgang. Tegelijkertijd met de individuatie komen er steeds weer autoritaire ideeën op, die de verworven vrijheden terug willen dringen. Dit gebeurt omdat vele mensen door het ontwikkelen van “vrijheid van” van hun sociale banden los werden gesneden.
Hierdoor krijgen veel personen het gevoel van machteloosheid en eenzaamheid. Veel mensen vluchten voor dit gevoel door zich te vereenzelvigen met een groter symbiotisch geheel. Dit kan een symbiotische binding zijn in de vorm van een religie, persoon, natie, voetbalclub of een totalitaire ideologie. Men probeert de machteloosheid, eenzaamheid en onzekerheid te overwinnen door zich als onderdeel van iets groots te voelen.
Vlucht voor de vrijheid
De aanvaarding van de Reformatie van Luther en het nazisme door de Duitse bevolking waren volgens Fromm beiden een vlucht voor het gevoel van machteloosheid, eenzaamheid en nietigheid.
Duitsland werd sinds 1923 geconfronteerd met een hoge inflatie en daarbovenop kwam de systeemcrisis van 1929. De middenklasse werd bedreigd in hun economische zelfstandigheid en verloor het geloof in particulier initiatief.
Voor de Eerste Wereldoorlog had de middenklasse nog hun status, hun zelfstandigheid en hun welvaart. Daarnaast kon de middenklasse zich toen nog vereenzelvigen met de Duitse keizer. Maar dit alles was weggevallen door de Eerste Wereldoorlog en de crisis. De middenklasse keek met afgunst naar de macht van het grootkapitaal.
De middenklasse had grote problemen met het systeem, maar als het systeem zou uiteenvallen, dan zou hun positie daarmee ook wegvallen. Dit alles zorgde voor de psychologische ondergrond waarop het autoritarisme kon groeien. Men verlangde ernaar onderdeel te worden van iets groters. Het fascisme zorgde daarvoor.
Het autoritaire karakter
Denkbeelden worden niet alleen aangenomen door een rationele denkwijze, maar worden ook voor een groot gedeelte bepaald door iemands karakter.
In het boek behandelt Fromm voornamelijk het autoritaire karakter. Dit karaktertype is geobsedeerd door macht en een sterk gezag. Het houdt van een sterk gezag omdat het twijfel en eenzaamheid wegneemt en het gevoel geeft dat de persoon een onderdeel is van een groter machtiger geheel.
Het autoritaire karakter heeft met gezag een tweezijdige verhouding. Aan de ene kant wil het zelf op andere mensen macht uitoefenen, maar wil zich tegelijkertijd ondergeschikt voelen aan iets hogers. Het autoritair karakter is overtuigd dat het leven wordt beslist door machten buiten de mens.
Hitler en Luther zijn volgens Fromm goede voorbeelden van het autoritaire karakter. Hitler wilde alle macht naar zich toe trekken en over mensen heersen, maar hij zag zichzelf ook onderworpen aan iets hogers:
De natuur, die eeuwig is, wreekt onverbiddelijk iedere inbreuk op haar geboden. Daarom is het mijn overtuiging, dat ik werk in de geest van de almachtige Schepper: Want door mij te verweren tegen de Jood strijd ik voor het werk van de Heer. (Adolf Hitler, Mein Kampf)
Luther als autoritaire figuur
Bij Luther is de tweespalt ook duidelijk. Hij preekte een soort van individualisme bij het bepalen van iemands plek in het hiernamaals. Bij Luther wordt iemands zielenheil niet bepaald door de Katholieke Kerk of door de geloofsgemeenschap, maar wordt bepaald per individu door God. Deze mening zorgde voor de bevrijding van het geestelijke monopolie van de Katholieke Kerk.
Maar tegelijkertijd predikte Luther machteloosheid en nietigheid ten opzichte van God door zijn predestinatieleer. Luther rebelleerde tegen de autoriteit van de kerk, maar anderzijds liet hij protestantse boeren bij de boerenopstanden uitmoorden en onderdrukken door de Duitse vorsten.
Voor het autoritaire karakter bestaan er alleen maar twee soorten mensen: de zwakkeren en de sterkeren. Het autoritair karakter verafschuwt de zwakkeren en heeft respect voor sterkeren. Zelfs met betrekking tot het gezag zelf. Als het gezag sterk is dan respecteert een autoritaire persoon het. Maar als de gezagsdrager zijn zwakte toont dan is de autoritaire personen vervuld van haat en afschuw tegenover de gezagsdrager.
Machteloosheid & eenzaamheid in democratieën
Ook in de democratische landen wordt men overvallen door een sterk gevoel van machteloosheid en eenzaamheid; dit ten gevolge van grote mammoetorganisaties die zich op alle gebieden uitstrekken, zoals in de industrie, warenhuizen, onderwijs, gezondheidszorg en de overheid.
Bij onze hedendaagse samenleving wordt deze gevoelens van onbeduidendheid versterkt door de hedendaagse flexibilisering van de arbeidsmarkt. Het boek De cultuur van het nieuwe kapitalisme van de socioloog Richard Sennett uit 2006 gaat over de invloed van de flexibele arbeidsmarkt.
Uit interviews concludeert Sennet dat door een onstabiele werkomgeving met veel tijdelijke en flexibele arbeidskrachten – waardoor de collega-kring snel wordt vervangen – een negatieve invloed heeft op het geluk van de werknemers. Ook succesvolle mensen raken na enkele jaren overspannen en gefrustreerd. Ze voelen zich in de steek gelaten en weinig gewaardeerd. Ze kennen hun collega’s steeds minder en worden overmand door een gevoel van eenzaamheid.
De uiterlijke dwang is in onze samenleving van minder belang. De dwang is verschoven naar innerlijke dwang. De sterkste innerlijke dwang is het conformisme. De mens durft niet alleen te staan. Hij durft geen sterk afwijkende mening te hebben. Hij doet wat anderen van hem verwachten. Hij is bang dat achter zijn rug belachelijk gemaakt wordt. In plaats van verschillende bronnen het nieuws te halen en zelf na te denken door verschillende argumenten af te wegen, worden klakkeloos experts of demagogen nagepraat.
Positieve vrijheid
De reden dat vrijheid omslaat in een vlucht naar onderdrukking en autoriteit ligt in de vorm van de verworven vrijheid. De verworven vrijheid is voornamelijk “vrijheid van” (negatieve vrijheid), dat wil zeggen vrij van externe onderdrukking of belemmeringen. Dit kan leiden tot een gevoel van onbeduidendheid (machteloosheid, eenzaamheid, onzekerheid en onoverzichtelijkheid).
Volgens Fromm moet negatieve vrijheid aangevuld worden met “vrijheid tot” (positieve vrijheid), dat wil zeggen de mogelijkheid en de capaciteiten hebben tot beïnvloeding van jouw omgeving door zelfvertrouwen, wilskracht, democratie en economische zeggenschap. Het individu moet kunnen deelnemen aan het bepalen van zijn eigen leven.
De mens moet niet de slaaf van de overheid zijn en ook geen speelbal van machten die op de markt werken. De mens moet in het dagelijks leven zeggenschap hebben over zijn eigen leven en werk, zodat men hun lot in eigen handen kan nemen zonder te vervallen in eenzaamheid of het overheersen van anderen.
De zorgen van volgelingen van Trump en consorten moet men serieus nemen. Niet door het opvolgen van hun autoritaire wensen, maar door het gevoel van onbeduidendheid weg te nemen.
Alexander Goesten (MSc Bouwkunde, TU Eindhoven) is naast politieke filosofie vooral geïnteresseerd in vochtschade in historische gebouwen.
Reacties (8)
Ja, prachtig boek. Goed dat deze analyse nog de moeite waard wordt bevonden om weer boven water te halen.
Overigens is in mijn geheugen – ruim 30 jaar geleden gelezen – het calvinisme net zo sterk betrokken in de analyse als het Lutheranisme. Ik kan me vergissen. Ik ga het eens herlezen.
Het opvallende is dat je niet enkel in Europa en VS nu, maar ook in Rusland, Turkije, Egypte en India dezelfde reflexen ziet.
Je zou de populariteit van islamistische bewegingen op dezelfde wijze kunnen duiden. Door grootstedelijkheid en industrialisatie zijn traditionele verbanden aan erosie onderhevig; beperkte elites lijken daarvan te profiteren en vervolgens zoekt de grote massa een gevoel van duiding en betekenis, en een herstel van de eigen rol in de geschiedenis, in (quasi-)theocratische bewegingen.
Over de sociale omstandigheden waarin Luther zijn dingetje kon doen (en laten we wel wezen, meer dan een papiertje op een deur plakken was dat niet), weten we niet genoeg, en ik ben het zo langzamerhand zat dat mensen blijven doen alsof Hitler alleen met een paar scheldwoorden en verder volstrekt democratisch aan de macht gekomen is – die gast had groepen gewapende paramilitairen op straat rondlopen die gericht acties uitvoerden tegen politieke tegenstanders en voor de rest gewoon in het algemeen fysieke terreur zaaiden potdomme!
Maar goed, als je daarbij wilt blijven: ik denk dat de grootste schreeuwert in heel veel gevallen het meest direct krijgt wat hij wil. Zie ook groepen hoolies, krakerts, zigeuners en moslimjeugd: wie zich en masse het slechtst gedraagt, krijgt een speciale behandeling. De reden is: het gaat nu nog goed en ik wil gewoon niet in elkaar geslagen worden dus pak alsjeblieft wat je hebben wil en ga weg zodat ik verder kan met mijn leven.
Dit boek zou verplichte lectuur moeten zijn op middelbare scholen.
Fromm heeft natuurlijk gelijk. Wel vraag ik me af of Fromm zelf de termen ‘negatieve vrijheid’ en ‘positieve vrijheid’ gebruikt of dat de auteur @Gastredacteur die termen van Isaiah Berlin heeft geleend en ze met terugwerkende kracht op Fromm toepast. Overigens, ik denk dat Berlin er iets andere mee bedoelde: zie hier mijn uitleg (met in de reacties een uitgebreidere en m.i. originele uitleg):
http://gebandvanjoop.blogspot.nl/2016/04/waarom-geluk-zich-niet-laat-dwingen.html
Een even korte als adequate definitie van liberalisme is ’the right to exit’ waardoor het liberalisme elke binding met iets of iemand anders doorsnijdt. Dat impliceert onder meer het recht om je geboortegrond en zelfs je land te verlaten (open grenzen; vrij verkeer van mensen en goederen), het recht om met je familie te breken met bv. het einde van de uithuwelijking (individualisme, je kiest en bepaalt zelf je leven en je relaties) en zelfs het recht om zelf uit het leven te stappen (het recht op euthanasie). Het liberalisme geeft zelfs aan elk individu het recht op een eigen mening!
Het liberalisme vervangt zo de Gemeinschaft (gemeenschap) door een Gesellschaft (vereniging) – een losse verzameling individuen die vrijwillig en op contractbasis met elkaar omgaan – en dat maakt het moderne leven inderdaad eenzaam en onbevredigend. De mens wil zich binden aan iets groters/hogers waaraan hij zichzelf ondergeschikt kan maken (in dat opzicht verraadt de islam een goede psychologische intuïtie). Als in de seculiere tijd religie niet meer kan binden (met het desnoods sterven voor God), dan was nationalisme een aantrekkelijk alternatief (met het desnoods sterven voor het vaderland) en dat IS zo aantrekkelijk is voor jonge, westerse mannen heeft er zeker mee te maken dat die mannen in het Westen op zoek zijn naar de binding die ze precies in het Westen zijn verloren.
@5.
Zo dat leest een stuk beter dan jouw commentaar over de Amerikaanse verkiezingen.
Jouw nadruk op islam is voorspelbaar. Je kan het ook op het christendom projecteren. Wat dichter bij huis. Kijk maar eens naar de aantrekkingskracht van evangelische kerken op jonge mensen. En die kunnen behoorlijk orthodox in de leer zijn (minder individuele vrijheden, want niet bijbels). Maar wel met het vertrouwde groepsgevoel.
Maar goed, ik moet het uithuwelijken natuurlijk ook veroordelen, want anders ben ik een linkse wegkijker.
@6: De islam is een beter voorbeeld dan het christendom. Juist het christendom bracht ons het individualisme en liberalisme. Zoals @Gastredacteur al aangeeft:
Wel wijst volgens mij De Tocqueville (en anders Charles Taylor wel) er al op dat Amerikanen precies vanwege dat individualisme zo gelovig zijn: religie is het enige wat Amerikanen nog onderling kan binden (en elke immigrant integreert er door zich bij een kerk aan te sluiten, etc).
@7.
Christendom heeft tevens een conservatieve kant. Het is de Verlichting die het liberalisme heeft gebracht, juist met haar kritiek op de kerkelijke dogma’s. Het christendom heeft zich aangepast, meer niet. Dus ondanks, niet doordat.
Religie het enige dat Amerikanen bindt? Nee hoor, het nationalisme door s morgens op school de Amerikaanse vlag te hijsen en het volkslied te zingen en meer van dat soort gein. Als je daar niet aan meedoet krijg je problemen weet ik van een vriend.
De kerk is nog belangrijk omdat je anders sociaal buiten de boot kan vallen, heel gemakkelijk in Amerika. Zeker met de lage slavernijlonen. Een neef van mij daar is expres bij een andere kerk gegaan omdat hij daar meer geld voor zijn kinderen krijgt. Dus heeft de kerk/christendom een totaal andere maatschappelijke context dan hier.
Vergelijkbaar met de toestand 1850 in Nederland, toen moest je als je weinig geld had, ook naar de kerk, de speciale armenkerk, kreeg je een muntje. En de volgende dag werd bij de inlevering van het muntje, ze kwamen het thuis halen en dus controleren, wat brood gegeven.
Met andere woorden: je vergeet het sociaal-economische aspect. Het is niets meer dan gedwongen indoctrinatie van de rechtse elite op het grauwe volk. Als ze wel geld hebben, dan kan je natuurlijk liberaal zijn, en zondags uitslapen.
Blij dat die situatie in Nederland voorbij is, jammer, dat jij daar zo hoog van opgeeft dat het een sociaal bindsel is in de VS. Niets geen vrijheden!
Jouw opmerking die je aanhaalt van de gastredacteur slaat dus veel minder op de VS dan je denkt. Hoe vrij zijn de Amerikanen eigenlijk met hun systeem?