Plutarchus/Ploutarchos leefde van 46 tot 120 na Christus. Zoals je aan zijn naam kunt zien, stamde hij uit een rijke familie in Chaironeia, Boiotië. Hij studeerde in Athene, reisde naar Egypte en Rome, was priester van het orakel van Delphi en schreef over zeer uiteenlopende onderwerpen.
In Plutarchus, Biografieën, Deel V staan de vertaalde parallelle biografieën van prominente figuren uit de Grieks-Romeinse Oudheid: de beroemde Atheense leider Perikles en de Romeinse politicus en immer treuzelende veldheer Fabius Maximus Cunctator, tegenstander van Hannibal; Alkibiades, strateeg van Athene tijdens de Peloponnesische oorlog (431-404) en Gaius Marcius Coriolanus. Plutarchus verheerlijkt Perikles minder dan Thucydides, voor wie het de onkreukbare pater patriae was. Bij de aristocratische Plutarchus heeft hij ook enkele zwakke kanten: hij kocht het volk om met landverdelingen, theatersubsidies en gesalarieerde baantjes, waardoor het slechte gewoontes aannam en tuk werd op luxe en onbeperkte vrijheid.
Plutarchus heeft ook kritiek op zijn buitenlandse politiek: hij ontketende de Samische oorlog om zijn vriendin Aspasia ter wille te zijn en de Peloponnesische wegens persoonlijke haat tegenover de Megarenzers en om te ontsnappen aan processen waarin zijn vertrouwelingen Feidias, Aspasia en Anaxagoras betrokken werden. Hij geeft wel toe dat de waarheid hieromtrent onduidelijk is.
Coriolanus en Alkibiades hebben meer met elkaar gemeen dan Perikles en Fabius: beide militaire leiders werden verbannen uit hun vaderland en liepen over naar de vijand, Alkibiades naar de Spartanen, Coriander naar de Volsci. Hoewel Coriander een deserteur was, bovendien arrogant en zelfingenomen, inspireerde hij in de versie van Plutarchus zowel Shakespeare als Beethoven (Ouverture Coriolanus).
De biografie van Artoxerxes is een buitenbeentje: hij heeft geen tegenhanger, hij is geen Griek of Romein, maar een doorgaans wrede Perzische koning. Plutarchus beschrijft hier de wrede toestanden aan het Perzische hof: moordpartijen, trouwen met dochters. Mogelijk doet hij dat om te moraliseren en te tonen hoe ver de Griekse beschaving verheven was boven de Oosterse. Algemeen wordt aangenomen dat Artoxerxes regeerde van 405 tot 359, dus 46 jaar. Maar Plutarchus maakt er 62 jaar van en laat hem pas sterven op zijn 94e, een leeftijd die toen bijna onmogelijk was.
Maar de exacte chronologie en historiografie zijn voor Plutarchus minder belangrijk dan de morele, psychische en filosofische aspecten van de karakters en van de daden van zijn dramatis personae. Hij beschrijft graag hun aangeboren talenten, hun opvoeding en onderwijs of het gebrek daaraan.
Dit geldt ook voor de andere portretten: ze missen structuur en chronologische volgorde, omgekeerd zijn ze rijk aan anekdotes, vormen van bijgeloof, voortekens en goddelijke inmenging, elementen die ons een beetje storen.
Gerard Janssen, die eerder al de tiendelige “Moralia” van Plutarchus vertaalde, omkadert deze vertaling met voldoende historische uitleg, hij vermeldt de bronnen die Plutarchus al dan niet gebruikt heeft, maar die hij niet altijd citeert, hij informeert over de Griekse en Romeinse maatschappij, dagelijks leven en godenwereld, hij voegt er prenten aan toe en ook simpele, maar onmisbare verhelderende kaartjes. Zijn vertaling is vlot, soms meer spreek- dan schrijftaal. De passages waar Plutarchus zijn Spartaanse personages pseudo-Dorisch laat spreken in plaats van Attisch, vertaalt de auteur met …pseudo-Fries. Zijn uitgeverij, gespecialiseerd in vertalingen van Plutarchus, draagt niet toevallig de spreekwoordelijke naam Chaironeia en ligt in Leeuwarden, de hoofdstad van de trotse Friezen.
De lezer zal van het boek genieten op voorwaarde dat hij of zij voldoende basiskennis heeft van de klassieke Oudheid.
Plutarchus, Biografieën, Deel V.
Vertaald door Gerard Janssen.
Uitgeverij Chaironeia, Leeuwarden, 2011.
251 p. ; prenten, kaarten, bibliografie.
ISBN 978 90 767 925 07; € 23,95.
Bestel hier Plutarchus Biografieen V
Reacties (1)
“Dit geldt ook voor de andere portretten: ze missen structuur en chronologische volgorde, omgekeerd zijn ze rijk aan anekdotes, vormen van bijgeloof, voortekens en goddelijke inmenging, elementen die ons een beetje storen.”
Men vond toen algemeen dat al die elementen de betekenis een persoon verduidelijkten. Die opvatting is ook later vrijwel zonder verandering overgenomen door de Christelijke theologen en kronikeurs van heiligenlevens. Zelfs de contemporaine tegenstanders en die in latere tijden vervatten hun stof niet wezenlijk anders. Zie bij Procopius, Walter Map, Voltaire, Lichtenberg.
Pas in de negentiende eeuw wordt de geschiedenis liberaal-wetenschappelijk geherfabuleerd, tot grenzeloze woede van Bilderdijk en Capadose die heel goed begrepen wat hier gaande was.