Nederland is niet verplicht om de 42 Afghaanse beveiligers van de ambassade in Kabul naar Nederland te halen. Juridisch klopt het ongetwijfeld allemaal. Er is geen formele gezagsverhouding, de mensenrechtenverdragen bieden geen “zelfstandige grond”, en Afghaans recht was van toepassing. Prachtig, een sluitend juridisch bouwwerk, maar in de praktijk zit je tot je middel in het drijfzand.
Want laten we niet doen alsof er werkelijk een relevant verschil is tussen de Afghaanse en de Hongaarse bewakers die tijdens de val van Kabul aan dezelfde poort stonden. De enigen die dat verschil zagen, waren bureaucraten in Den Haag. Voor de Taliban was het één pot nat: wie met de Nederlanders werkte, was een verrader. De juridische nuance van “geen zorgplicht” maakt in dat soort omstandigheden net zoveel indruk als een handboek arbeidsrecht op een kalasjnikov.
De uitspraak past naadloos in het Nederlandse migratieklimaat waarin “niet toelaten” zwaarder weegt dan “het juiste doen”. Niet bestaande precedentwerking en angst voor electoraal verlies lijken groter dan de wil tot rechtvaardigheid. Zelfs wanneer het om maar een paar dozijn mensen gaat. Geen massa, geen volksverhuizing, maar een handvol individuen die hun leven op het spel zetten voor de Nederlandse missie. Alles wordt afgewogen en afgezwakt tot de kern verdampt. Morele verantwoordelijkheid is alleen nog een PR-term voor op de website van Buitenlandse Zaken. Zodra het over echte mensen gaat, over de chauffeurs, tolken en beveiligers die hun leven riskeerden voor de Nederlandse missie en dreigen naar Nederland te komen, wordt het ineens een kwestie van “toepasselijk recht”. Want voor de achterban is elke migrant er een te veel.
“Lawful but awful,” zoals juristen in het Angelsaksische recht dat noemen. Wettig, maar afschuwelijk. We zijn een land geworden dat zijn fatsoen in regelgeving heeft uitbesteed, zodat niemand zich ooit meer schuldig hoeft te voelen. De minister kan wijzen op het hof, het hof op het recht, en het recht op de regels.
Ondertussen zitten 42 mannen en hun gezinnen nog steeds ergens in Afghanistan, opgejaagd door dezelfde mensen tegen wie ze ooit Nederlanders beschermden. Onze nationale kruideniersmentaliteit, maar dan met mensenlevens als inzet.
Reacties (2)
Ik neem aan dat de Afghaanse werknemers destijds een risico-inschatting hebben gemaakt.
En dat ze de gevolgen van hun beslissing niet konden overzien (wat het was moeilijk te voorzien dat Nederland (en de VS) een paar jaar later Afghanistan weer zouden uitleveren aan de Taliban).
Net zoals vrouwen zonder verblijfsvergunning de beslissing nemen om in Europa in de sex-industrie te werken, en de gevolgen misschien niet kunnen overzien.
En hoe noemen we dat?
uitbuiting.
(ook als de gevolgen wel waren te voorzien)
Ik ben overigens verbaasd dat het Afghaanse recht van toepassing was.
Het is mij niet duidelijk of Afghanistan in die tijd een autonome staat was.
In zekere zin was Afghanistan door de VS bezet sinds de verdrijving van de Taliban.
Van de andere kant zijn er wel verkiezingen geweest.