Schoof hoeft niet naar meerderheden te scharrelen

Foto: © Rijksoverheid Kabinet Schoof bordesfoto - foto Valerie Kuypers (foto bewerkt)

COLUMN - De brokstukken van kabinet Schoof hoeven geen meerderheden in de Tweede Kamer bij elkaar te scharrelen om het land te blijven besturen.

Het kabinet leunt op 32 zetels in de Tweede kamer (de gezamenlijke grootte van VVD en BBB fracties). Maar in veel gevallen kan het kabinet rekenen op steun van de rechterflank in de Kamer. Die rechtse groep is samen goed voor 76 zetels. Een krappe meerderheid, maar hoe dan ook een meerderheid:.

PVV (37), VVD (24), BBB (8), FvD (3), SGP (3), JA21 (1)

Zetelroof

De BBB had tot voor kort 7 zetels, maar is een zeteltje rijker geworden dankzij de zetelroof van Agnes Joseph (die recent overstapte van NSC naar BBB).

Het NSC moet trouwens nog vervangers zien te vinden voor de eveneens vertrokken Kamerleden Soepboer en Boomsma, die overstappen naar respectievelijk de Friese Nationale Partij en JA21. OP moment van dit schrijven telt de NSC-fractie geen 19 maar 17 leden.

Het wordt voor Schoof en consorten in twee gevallen pas echt een probleem:
1 – Als een van de oppositiepartijen ter rechterzijde geen steun geeft bij bepaalde besluiten. Wat dat betreft moet het kabinet vooral de SGP en FvD te vriend zien houden.

En 2 – Als na de Tweede Kamerverkiezingen eind oktober er een aardverschuiving plaatsvindt en de rechterflank ineens een aanzienlijk verlies te incasseren krijgt. Dat zou mooi zijn, prachtig zelfs, maar zo zit het Nederlandse electoraat niet in elkaar.

Hoe dan ook, dat het huidige kabinet Schoof nu een beetje de dictatuur van de minderheid gaat lopen uithangen, dat zit er niet echt in.

Wettelijke verantwoordelijkheid? Ammehoela!

En dan nog dit…

Dat het kabinet Schoof ondertussen de geschiedenis in zal gaan als kampioen verantwoordelijkheden ontlopen (voor zich uitschuiven, zo u wil), werd ook gisteren weer duidelijk.

De Raad van State tikte minister Van Weel (nu ook minister van Asiel en Migratie) op de vingers. De minister had eerder gesteld geen discretionaire bevoegdheid meer te hebben om bij schrijnende gevallen een verblijfsvergunning te verlenen. Een wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 had die bevoegdheid op het bordje van de directeur van het IND gelegd.

Maar, zegt de Raad van State nu, de discretionaire bevoegdheid van de minister in de Vreemdelingenwet 2000 is nog altijd van kracht en is met de wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 niet ingeperkt. Als de minister van die bevoegdheid af wil moet hij de wet veranderen. En zo ver is het nog niet.

Minister Van Weel reageerde snel en briefde aan de Tweede Kamer:

Hoewel ik dus als minister van Asiel en Migratie eindverantwoordelijkheid draag, blijf ik de toepassing van de bevoegdheid te besluiten over asielaanvragen mandateren aan de directeur-generaal IND

Met andere woorden: wettelijke verantwoordelijkheden, daar heeft de minister geen boodschap aan. Dat horen we de laatste tijd toch echt te vaak….

Reacties (4)

#1 Co Stuifbergen

Van Weel wil asielzoekers niet helpen, maar verschool zich achter de smoes dat hij het niet mocht.
Als je asielzoekers terug wilt duwen, zeg het dan gewoon.

#2 Co Stuifbergen

Als na de Tweede Kamerverkiezingen eind oktober er een aardverschuiving plaatsvindt

Nee.
Er heeft een aardverschuiving plaatsgevonden in de standpunten van NSC:
NSC beloofde een transparant bestuur en respect voor de grondwet, en heeft die beloftes meteen gebroken na de verkiezingen.
Daarna kelderde NSC in de peilingen.

Normaal zou een coalitie zijn gekomen met NSC, VDD, CDA en PvdA. Misschien D66 of Volt erbij, en CU.

Dus er kan een andere regering komen, na oktober.

(Opvallend is ook dat de VVD steeds kleiner wordt, terwijl hij steeds meer op de PVV lijken gaat.
Dus de liberale kiezers gaan weg bij de VVD, terwijl de PVV-stemmers er niet heen gaan.)

#3 Jos van Dijk

Met NSC, CDA en -in elk geval inzake Gaza- ook de CU is die rechterflank nog wel wat groter dan 76 zetels. Om dat te veranderen is er op 29 oktober inderdaad wel een aardverschuiving nodig.

#4 greet

Het is ondertussen een ethische kwestie geworden om te bepalen welke politici wel echt tegen of voor hulp aan asielzoekers is. Al enige tijd ben ik (met tussenpozen over een periode van meer dan 10 jaar) als vrijwilliger werkzaam als taalcoach waarbij het werk eerst bestond uit hulp op gebied van taalbeheersing- en de eisen die onze staat qua inburgering aan hen stelt. Hiernaast ontstond ook een een levendige handel in de materialen (studie- en leesboeken) en consulten die voor één en ander nodig zijn. Dit was niet allemaal van even hoge kwaliteit en de vrijwilligers hadden hier zichtbaar en hoorbaar in ieder geval hun handen aan vol. In combinatie met de schrijnende verhalen en weinig zicht op een betere toekomst viel dit niet mee. Mijn conclusie is in ieder geval dat we asielzoekers echt veel te weinig te bieden hebben om zomaar iedereen te willen opvangen in ons kleine land. Ondertussen ben ik niet de enige die er zo over denkt. Waarom niet in de directe omgeving kijken naar mogelijkheden? We hebben ze echt te weinig te bieden. Vanuit veel culturen van landen waar vluchtelingen vandaan komen is het wonen in ons land geen goed vooruitzicht afgezien van financiële mogelijkheden. Ook zullen al die problemen natuurlijk steeds groter worden naarmate de situaties langer duren. Maar dit mag je dus in Nederland niet hardop zeggen. Dat is toch raar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*