ONDERZOEK - Hebben jongeren nog een beetje zin in democratie? Regelmatig gaan over dit onderwerp de alarmbellen af. Jongeren zouden ontevreden zijn over de democratie. Ze doen niet mee, hebben geen interesse of kennis, en een derde vindt het zelfs geen probleem als er een dictator aan de macht komt. Toch gaan deze berichten zelden over Nederlandse jongeren, of wordt er geen vergelijking getrokken tussen jongeren en volwassenen. Gijs Schumacher, Bert Bakker, Jakob Kasper en Max Zuslove vergelijken jongeren met volwassenen op tevredenheid met democratie, hoe belangrijk democratie is, de interesse in politiek en politiek activisme. Hun conclusie is dat jongeren en volwassenen elkaar niet veel ontlopen: jongeren zijn tevredener met democratie en vertonen meer politiek activisme; volwassenen vinden democratie belangrijker en hebben een hogere politieke interesse.
Het IP-PAD project heeft een steekproef laten uitvoeren door Gallup International onder 1000 Nederlandse jongeren tussen de 16 en 21. De gemiddelde leeftijd van de bevraagde jongeren was 19,09 (SD = 1,41). Er waren 474 mannelijke, 514 vrouwelijke deelnemers en 12 non-binaire deelnemers. De steekproef van deze enquête is representatief voor de Nederlandse bevolking qua onderwijs niveau en regionale vertegenwoordiging. We vergelijken deze data met gegevens van een studie onder ongeveer 2000 volwassenen (18+) uitgevoerd door Flycatcher in het najaar van 2023. Hieronder beschrijven we de conclusies van deze vergelijking. Een factsheet met de resultaten en verdere gegevens over het vertrouwen in democratische instellingen en belangrijke politieke kwesties onder jongeren staat hier.
Jongeren vinden democratie minder belangrijk maar zijn wel meer tevreden dan volwassenen
Het overgrote deel van de jongeren vindt democratie enigszins belangrijk tot heel belangrijk (79,4%). Hiervan vindt meer dan de helft dit belangrijk tot heel belangrijk (54,7%). De groep die democratie onbelangrijk of heel onbelangrijk vindt is vrij klein met slechts 2,6%. Volwassenen vinden democratie nog belangrijker dan jongeren. Het grootste verschil tussen de twee groepen zit in de neutrale categorie.
Een meerderheid van de jongeren is tevreden met hoe de democratie werkt (58,5%). Slechts 1 op de 5 jongeren is enigszins ontevreden tot helemaal niet tevreden met hoe de democratie werkt (18,3%). Volwassenen zijn net iets meer ontevreden dan jongeren (22,1%).
Figuur 1. Belang en tevredenheid democratie onder jongeren en volwassenen (label: ouderen).
Jongeren zijn minder geïnteresseerd maar meer activistisch dan volwassenen
Figuur 2 laat zien dat ongeveer 60 procent van de jongeren is niet geïnteresseerd of helemaal niet geïnteresseerd in de politiek (59,4%), terwijl ongeveer 40% zegt geïnteresseerd tot heel geïnteresseerd te zijn in de politiek (40,6). Een kleine meerderheid van de volwassen zegt heel geïnteresseerd of geïnteresseerd te zijn in de politiek (51,9%, tegenover 48,1%). Dit verschil tussen jongeren en volwassenen is statistisch significant.
Figuur 2. Politieke interesse onder jongeren en volwassenen (label: ouderen).
Ondanks deze lagere interesse in de politiek zijn jongeren eerder bereid tot activisme dan volwassenen (Figuur 3). In de enquête zijn vier vormen van politiek activisme bevraagd: bereidheid om een petitie te tekenen, om iets over de politiek online te plaatsen, om mee te doen aan een protest en om voor een politieke partij te werken. Volwassenen zijn eerder bereid om een petitie te tekenen dan jongeren. Van de bevraagde volwassenen is 66,4% procent bereidt of heel bereid om een petitie te tekenen. Dit staat in contrast met 56,2% procent voor jongeren. Echter, jongeren zijn eerder bereid iets online te posten over de politiek dan volwassenen (33% tegenover 19,9%). Dit geldt ook voor de bereidheid om te demonstreren (25,5% tegenover 16,1%), en voor de bereidheid om te werken voor een politieke partij (23,9% tegenover 19,2). Al met al is er een grotere bereidheid tot politiek activisme bij jongeren dan bij volwassen.
Figuur 3. Politieke activisme onder jongeren en volwassenen.
Kleine verschillen, grote conclusies
De verschillen die we beschrijven zijn veelal klein. Als we het hebben over minder en meer gaat het vaak over een verschil van een paar procent. Ook laten de verschillen tegengestelde conclusies zijn: als er echt een antidemocratisch tendens was zouden we niet zien dat jongeren politiek actiever zijn dan volwassenen en zouden ze ook minder tevreden over de democratie moeten zijn. Een focus op een enkele variable (en zonder vergelijking met andere groepen) kan aanleiding geven tot alarmisme. Dit is wat ons betreft niet terecht.
[ dit artikel is overgenomen van Stuk Rood Vlees. De auteurs zijn verbonden aan de UvA]
Reacties (7)
Maar wat zegt het nou precies, als je op deze manier jongeren met ouderen vergelijkt? Mensen veranderen als ze ouder worden. Volgens mij is het bijvoorbeeld van alle tijden dan jongeren activistischer zijn. Zou je echt willen weten of de jongeren van nu meer of minder betrokken zijn bij de democratie, dan zou je de huidige 16 tot 21-jarigen moeten vergelijken met diezelfde leeftijdsgroep uit het verleden.
Dit onderzoek bevestigt niet dat jongeren minder democratisch zijn geworden, maar het weerlegt het ook niet. Het zegt eigenlijk niks. De basisregel van dit type onderzoek is immers dat je groepen moet vergelijken die echt vergelijkbaar zijn. Dat is hier niet gebeurd.
Het onderzoek weerlegt het geluid van de ‘alarmbellen’. Heel nuttig.
Nee, dat doet het niet, omdat er een grote methodologische fout wordt gemaakt.
Belangrijker dan de mate waarin de jeugd activistisch is, is de richting waarin zij dat doet, of zou willen doen.
Een ander onderzoek dat maandag werd gepubliceerd door de Friedrich Naumann Foundation for Freedom concludeert dat jongeren toegewijd zijn aan mensenrechten, maar sceptisch over democratie. Het onderzoek verzamelde inzichten van meer dan 5.000 jongeren van 16 tot 24 jaar in Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Polen en de Verenigde Staten. Terwijl 88 procent van de respondenten zegt dat mensenrechten voor iedereen zouden moeten gelden, denkt slechts 62 procent dat democratie de beste manier is om te regeren. Slechts 40 procent vindt dat hun eigen democratische systemen het goed doen.
Misschien moeten we die alarmbellen toch nog maar even bij de hand houden.
Vijftigplussers hebben een democratisch systeem ervaren dat op zijn minst een sterk gevoel van zekerheid heeft gegeven. En toen viel er een Muur om en moesten we ineens op alle gebieden tot het gaatje gaan. Menigeen viel er doorheen.
De onervaren jeugd van tegenwoordig ervaart daardoor onzekerheid op alle gebieden die er toe doen: studie(schuld), huisvesting, b(est)aan(s)zekerheid. Ook de proxy-oorlogen komen -zowel qua berichtgeving als fysiek- steeds dichterbij.
Dictators hebben over het algemeen één voordeel: je weet waar je aan toe bent, en wat je in elk geval niet krijgt. Geen fijne zekerheid, maar toch: een zekerheid.
Bovendien hebben die vijftigplussers de tijd nog meegemaakt waarin alle politieke partijen, en vrijwel de hele journalistiek, niets moest hebben van de desinformatie en demagogie die nu alomtegenwoordig zijn. Voor jongeren is die manier van politiek bedrijven inmiddels ‘normaal’. Populistisch (extreem) rechts is al hun hele leven een deel van de politiek. Het shifiting baseline syndrome lijkt hier ook te bestaan.
Dat neemt niet weg dat ik de indruk heb dat ook nogal wat ouderen daarin meegaan. Inclusief sommige boomers, die zich nog steeds graag op de borst kloppen over hoe ruimdenkend en progressief zijn wel niet waren, maar die ondertussen minstens zo reactionair en bekrompen zijn geworden als hun ouders.