RECENSIE - Abdul Qadeer Khan, de Pakistaanse atoomspion die met kennis van het Nederlandse ultracentrifugeproject zijn land hielp aan de atoombom, is onlangs op 85-jarige leeftijd overleden. Pakistan voerde onder zijn leiding in 1998 voor het eerst een atoomtest uit, als reactie op kernproeven in buurland en aartsvijand India. Khan studeerde in Delft metaalkunde en werkte na zijn promotie in de jaren zeventig bij het Fysisch Dynamisch Onderzoekslaboratorium (FDO) dat onderzoek deed voor Urenco. Zijn collega, technisch fotograaf Frits Veerman, kreeg argwaan vanwege de belangstelling die Khan had voor de bouw van het ultracentrifugeproject. Toen hij dit meldde werd hem het zwijgen opgelegd en kreeg hij ontslag. Veerman heeft zijn zaak na meer dan dertig jaar voorgelegd aan het Huis voor Klokkenluiders. Vorig jaar is hij na onderzoek van het Huis erkend als klokkenluider. Frans Bromet maakte een documentaire over Veerman die in april j.l is uitgezonden. Dirk van Delft, de voormalige chef van de wetenschapsredactie van NRC-Handelsblad, schreef over de affaire het onthullende boek Splijtstof, mede op basis van gesprekken die hij met Veerman had, kort voordat deze in februari van dit jaar plotseling is overleden.
Nederland werkte mee
Het verhaal over de oorsprong van de Pakistaanse atoombom is inmiddels wijd en zijd bekend. Wat Veerman door zijn volharding om als klokkenluider erkend te worden hieraan heeft toegevoegd is de Nederlandse kant van wat in de media oorspronkelijk is neergezet als een buitengewoon geval van bedrijfsspionage. Veerman kreeg eind jaren zeventig het zwijgen opgelegd ter bescherming van de commerciële belangen van de bedrijven betrokken bij het ultracentrifugeproject. Zijn collega Khan heeft niet alleen kunnen profiteren van de gebrekkige bescherming van het onderzoek en de bouw van de kerncentrale. Toen hij eenmaal met de gestolen gegevens in Pakistan aan de slag ging om het Almelose project na te bouwen voor de productie van een atoombom kreeg hij nog altijd medewerking vanuit zijn Nederlandse netwerk. FDO en VMF Stork leverden onderdelen aan Pakistan. Een studievriend van Khan, Henk Slebos, heeft hem ook jarenlang spullen verkocht voor de Pakistaanse atoombom. De Tilburgse autofabrikant Daf leverde Khan 6.500 buizen van `maraging staal’. Slebos is veroordeeld, Daf, FDO en Stork niet. Ook Khan’s voormalige hoogleraar Martin Brabers (TU Delft, later Universiteit van Leuven) die zijn student lange tijd heeft bijgestaan bij zijn ontwikkeling van de Pakistaanse atoombom is daar nooit op aangesproken.
Bemoeienis van de BVD
Veerman werd door zijn werkgever min of meer voor gek verklaard, op een zijspoor gezet en later ontslagen. FDO werd bij het onschadelijk maken van de klokkenluider geholpen door de BVD. De inlichtingendienst had indertijd groen licht gegeven voor een functie van Khan bij FDO. Toen later toch verdenkingen rezen werd hij niet gestopt. Vermoedelijk heeft de dienst zich laten leiden door de collega’s van de CIA die de atoomspion zijn gang wilden laten gaan om hem te kunnen blijven volgen. Er zijn ook vermoedens dat de Verenigde Staten een Pakistaanse atoombom niet wilden tegenhouden ‘als tegenwicht met buurland India dat met de Russen aanpapte en er al een had’. De inval van de Sovjet-Unie in buurland Afghanistan kan ook nog een rol gespeeld hebben. Een eventuele betrokkenheid van Nederland en de Verenigde Staten bij de Pakistaanse bom mocht echter niet bekend worden vanwege het in 1968 wereldwijd overeengekomen VN-nonproliferatieverdrag. Pakistan had dat als een van de weinigen naast India en Israël niet getekend. Begin 2004 verschenen er berichten dat Khan zijn nucleaire kennis, op persoonlijk basis, zou hebben verkocht aan landen geregeerd door dubieuze regimes, met name Libië, Iran en Noord-Korea.
Geheime dossiers
Klokkenluider Veerman is nog jarenlang lastiggevallen door de BVD. Hij heeft voor zijn zaak in het Huis voor Klokkenluiders geprobeerd daar meer over te weten te komen door een verzoek tot inzage van zijn persoonsdossier. Maar de AIVD, die naar later bleek een spion in het Huis voor Klokkenluiders heeft gestationeerd, wilde van geen openheid weten. Het dossier dat hij uiteindelijk na een proces bij de rechtbank Den Haag te zien kreeg bevatte een deel van zijn eigen correspondentie plus nog enkele zwaar met de witkwast bewerkte notities. Het dossier over een mislukte strafzaak tegen Khan uit de jaren tachtig is ook op onverklaarbare wijze zoekgeraakt.
Dirk van Delft heeft het verhaal van Veerman buitengewoon boeiend beschreven. Inclusief vele natuurkundige en technische details over de constructie van de ultracentrifugefabriek. Maar die kun je als niet-ingewijde ook wel overslaan, als je wilt. Van Delft is ook kritisch gebleven en presenteert onzekerheden als zodanig. Hij laat niet na de gaten in het geheugen van de klokkenluider te noemen. Veerman was niet altijd even consistent in de weergave van de gebeurtenissen die een groot deel van zijn leven hebben bepaald. Maar het is goed dat zijn verhaal nu in alle volledigheid is vastgelegd. Het is jammer dat hij het zelf niet meer heeft kunnen meemaken.
Is de link naar het boek hierboven niet zichtbaar? Klik dan hier om het boek te bestellen
Reacties (3)
Dat het moest en zou gebeuren dat Pakistan de bom kreeg, dat was mij al wel duidelijk. Wat ik mij afvraag: in de keten van iemand ontslaan zitten altijd chefs en de mensen van de personeelsafdeling, om niet te spreken van de baas zelf. Wat wisten zij?
‘FDO, VMF Stork en de BVD hadden al halverwege 1975, ruim voor Khans vertrek, de dubieuze handel en wandel van de Pakistaanse metallurg in de gaten’ (hoofdstuk 19 van Splijtstof). Veerman maakte aanvankelijk in zeer bedekte termen melding van zijn verdenkingen aan zijn directe baas. Zonder resultaat. Hij telefoneerde anoniem met een hogere baas, maar kwam niet verder dan diens secretaresse. Toen Khan gevlogen was heeft hij het hele verhaal aan zijn directe bazen en de BVD verteld, waarna hij eerst uitgesloten werd van zijn oude werk en vervolgens ontslagen werd. Zowel vanuit het bedrijf als door de BVD werd hij meer en meer onder druk gezet om zijn mond te houden. In 1983 gaf hij een interview aan de Gooi- en Eemlander. De redactie is door anonieme overheidsfunctionarissen onder druk gezet om het verhaal niet te publiceren. Maar daar trok de krant zich niets van aan. Pas drie jaar later, toen het Amerikaanse Time met het verhaal kwam, hebben meer Nederlandse kranten er over geschreven.
Ik heb het boek met stijgende verbazing gelezen.
Herinner me nog een aflevering van Zembla oktober 2020 waarin deze periode van Veerman ook tegen het licht werd gehouden.
Wie goed doet, goed ontmoet, luidt het spreekwoord, maar dat gaat voor klokkenluiders tot op heden niet op en is hun bescherming nog steeds niet bij wet geregeld. Het beeld van een klokkenluider wiens leven na de meldingen zuur is gemaakt en die gedwongen vele jaren in een stacaravan woont, herinner ik me nog. Toen had IK stijgende verbazing…En niemand die iets doet tegen deze structurele onrechtvaardigheid.