Politiek bedrijven met een *

Foto: Herman (cc)
Serie:

Christoph Ploß is een Duitse politicus uit Hamburg die namens de CDU in de Bondsdag zit en daarvoor in september weer verkiesbaar is. Hij keert zich in zijn campagne tegen genderonderscheidingen in het taalgebruik . Het ‘gendern’ moet in officiële  instellingen worden verboden, vindt Ploß. We moeten gewoon weer schrijven en spreken over Ärzten in plaats van „Ärztinnen und Ärzten“ of „Ärzt*innen“, „Ärzt_innen“ of „Ärzt:innen“. Taal moet verenigen, niet splijten. Ploß verzet zich tegen een politiek die niet langer gaat over het algemeen belang, maar alleen nog over de bijzondere belangen van verschillende identiteitsgroepen in een verdeelde samenleving.

Het gaat Ploß niet zozeer om de praktische, esthetische of taalkundige kant van het genderspecifieke taalgebruik. Achter de gendertaal gaat volgens hem een identiteitspolitiek wereldbeeld schuil. ‘En dat wereldbeeld wordt ons via taalvoorschriften dwingend opgelegd.’ Op scholen wordt het een beoordelingscriterium. Op ambtelijke burelen een nieuwe plicht. Hij wijst er op dat het onderscheidende taalgebruik in Frankrijk al in de ban is gedaan. Enquêtes wijzen uit dat een meerderheid van de Duitsers de dwingend opgelegde gendertaal afwijst.  Volgens Ploß brengt ‘gendern’ op geen enkele manier het belangrijke doel van gelijkheid dichterbij. ‘Als dat zo zou zijn, zou discriminatie van minderheden volkomen onbekend moeten zijn in landen met niet onderscheidende talen zoals Hongarije of Turkije.’

Ploß wil voorkomen dat….:

‘….mensen steeds vaker in groepen worden ingedeeld. In plaats daarvan hebben we meer empathie nodig in onze samenleving en het vermogen om ons in te leven in andere mensen. Taal moet mensen samenbrengen, niet uitsluiten. Het burgerlijke centrum [lees: de CDU]  moet zich daarom ook in Duitsland resoluut verzetten tegen een verdeeldheid zaaiende identiteitspolitiek.’

Met een pleidooi voor meer empathie zou je denken dat Ploß nog niet eens zo ver afstaat van de voorstanders van gender- of meer algemeen identiteitsspecifiek taalgebruik. Het sterretje geeft aan dat de schrijver wil laten zien dat achter zijn omschrijving zonder uitzondering alle identiteiten gelezen moeten worden, ongeacht kleur, geslacht of seksuele voorkeur. De kritiek van degenen die hechten aan het gebruik van *innen of varianten daarvan is juist dat zonder dat onderscheid te laten zien bepaalde minderheidsgroepen zich uitgesloten kunnen voelen. Alsof ze niet bestaan.

Indianen

Bettina Jarasch, lijsttrekker voor Bündnis90/ Die Grünen bij de verkiezingen voor het parlement van Berlijn, verdedigt het ‘gendern’. Ze zegt dat ze er zelf ook aan heeft moeten wennen en onlangs nog is gecorrigeerd toen ze op een bijeenkomst van haar partij bekende dat ze als kind graag indianenopperhoofd had willen worden. Indianen heten in het nieuwe taalgebruik ‘oorspronkelijke inwoners van Amerika’, in het Duits Ureinwohner*innen Amerikas. Volgens Jarasch is er geen reden om je zo druk over te maken over deze taalvernieuwingen en termen als ‘gedachtenpolitie’ of ’taalterreur’ in de mond te nemen. Er zijn voortdurend veranderingen in het taalgebruik. Aansluitend bij het pleidooi voor empathie van Christan Plosz schrijft ze: ‘Het gaat er om….:

….dat ik op zo’n manier probeer te spreken dat ik niemand beledig, kleineer of marginaliseer. En daarbij hoort, in de zin van empathie en wederzijdse welwillendheid, dat ik probeer een sterretje te krijgen omdat het voor een trans* persoon elke dag een probleem is om zich voldoende te vinden in de bestaande uitingsvormen. Of dat ik begrijp dat jonge vrouwelijke ingenieurs zichzelf in een groep met mannelijke collega’s zien als Ingenieur*innen en niet als [onderdeel van een groep mannelijke] ingenieurs. Het gaat om zichtbaarheid en passende representatie, wat ook tot uiting komt in bewuste en gereflecteerde taal.’

Overdrijven

De voorstanders van het identiteitspolitiek correcte taalgebruik overdrijven, zegt Zeit-journalist Ijoma Mangold. Hij spreekt over Jarrasch’ aanvaring met haar partijgenotenover over het gebruik van de term ‘indianen’ als een ‘boeteritueel’. ‘Als ik zoiets zie, heb ik niet het gevoel dat het hier gaat om een levendig antiracismedebat, maar om een sociaal ritueel dat bedoeld is om de groepsidentiteit als progressieve partij van diversiteit te ondersteunen en te onderstrepen.’ 

Maar een verbod op overdreven taalgebruik gaat veel politici te ver. SPD duo-voorzitter Sasia Esken heeft geen behoefte anderen voor te schrijven welke woorden ze moeten gebruiken en hoe ze zich respectvol voor anderen willen uitdrukken. Ze raadt de CDU aan kalmte te blijven bewaren, ‘in plaats van reflexmatig verbodsbepalingen te eisen omdat ze overweldigd wordt door sociale verandering.’ FDP-leider Christian Lindner zei dat als de CDU op rechts meer stemmen wil winnen de partij beter kan kijken naar de economische politiek of naar de migratiepolitiek. In Die Linke wordt verdeeld gereageerd. Bondsdaglid Doris Achelwilm meent dat Ploß ook aan ‘gendern’ doet door vast te houden aan die ene mannelijke vorm. Maar Sarah Wagenknecht, lijsttrekker van Die Linke in Nordrhein-Westfalen en een voor haar partij veel gevraagde deelnemer aan tv-talkshows, is tegenstander van het in haar ogen elitaire ‘gendern’. De ’taalmonsters van gendertaal’ zijn geen middel tot meer gelijkheid, ‘maar zijn zelf discriminerend in die zin dat ze de taal van de meerderheid van de bevolking diskwalificeren als achterlijk en achterhaald’, meent zij.

CDU wint weer

Het is verre van zeker dat het voorstel van Ploß voor een verbod op identiteitspolitiek correct taalgebruik door zijn partij wordt overgenomen. Christian Lindner heeft gelijk als hij vermoedt dat het vooral is ingegeven door de wens het CDU aantrekkelijker te maken voor de rechtse kiezers. Ploß zal graag verwijzen naar het onverwachte verkiezingssucces van afgelopen zondag van zijn partijgenoot-premier in Saksen-Anhalt, de conservatieve Reiner Haselhoff. Ook Haselhoff had zich eerder kritisch uitgelaten over gendertaal. Vooralsnog houdt de CDU partijleider en lijsttrekker van CDU/CSU Armin Laschet in navolging van Angela Merkel een middenkoers aan. Misschien is hij bereid ook wat meer naar rechts te kijken na de gisteren gepubliceerde poll van het ZDF waarin CDU/CSU op winst staat en de identiteitspolitiek correcte Groenen achteruit gaan. Maar de race is nog niet gelopen. Dat identiteitspolitieke kwesties daarin een rol gaan spelen is echter wel te verwachten.

Reacties (2)

#1 beugwant

Max Mustermann heeft echt geen boodschap aan dat onnodige moeilijk doen. De suffix *innen achter elke groepsaanduiding was tot daar aan toe, al staat me uit de vroege jaren ’90 een cartoon bij waarin een dakpan achter een katheder een aantal dakgoten toespreekt: ”Liebe Dachren und Dachrinnen.”
Taal verandert inderdaad, maar van bovenaf verandert het zelden blijvend.
Het blijft een geforceerde poging modieus inclusief te willen zijn, ook waar dat helemaal niet ter zake doet of enig doel dient. Al is het maar omdat de groep die met de eigen geslachtsbeleving overhoop ligt in de ogen van Otto Normalverbraucher verwaarloosbaar klein is. Ik heb daar geen cijfers van, maar het lijkt me zeer aannemelijk.
Links kan haar energie beter besteden aan die bevolkingsgroepen die met hun overleven echt in de knel zitten, zoals Hartz 4 slachtoffers, voor wie dit gendern een kunstmatige en overbodige luxe is. Of hoe de gewone man in de energietransitie zijn mobiliteit nog betalen kan. Wil je mensen bereiken, zul je ze moeten aanspreken. Dat gaat met gendern niet lukken.
Daarom team Wagenknecht.

  • Volgende discussie
#2 Bismarck

“Dat identiteitspolitieke kwesties daarin een rol gaan spelen is echter wel te verwachten.”
Maf eigenlijk, je zou denken dat Duitsland wel wat urgentere uitdagingen het hoofd te bieden heeft. Maarja, het is natuurlijk een goedkoop onderwerp (letterlijk), het leidt mooi af van problemen waar bepaalde partijen liever minder aandacht aan besteden en mensen laten er zicht blijkbaar ook makkelijk door afleiden.

  • Vorige discussie