COLUMN - Wat ik steevast als een gruwel heb ervaren in mijn leven, is het opdelen van mijn tijd. Het jalonneren van mijn tijd. Van DE tijd.
Toen de klok zijn intrede deed op de stations van het 19de eeuwse Engeland, was het publiek er niet onverdeeld enthousiast over. Tot dan toe leefde men vrijwel zonder tijdsaanduiding. Je keek naar de zon, hoewel ik me dat in Engeland weinig bij kan voorstellen, maar dit terzijde.
Men vond het opdelen van hun tijd in uren en minuten een inbreuk op hun welbevinden. Hoe filosofisch die mensen waren! Kom daar maar eens om in het Nederland van de 21ste eeuw. We zijn verslaafd geraakt aan het opdelen van de tijd, in liefst zo klein mogelijke porties.
Ik heb daar een hartgrondige hekel aan.
Ik noem het verloren tijdsbesef van je kindertijd “het veld wuivend koren tot de horizon”. Mijn 10-jarige ik stond voor zo’n veld naast mijn huis te wachten op mijn neven die de zomer zouden komen spenderen. De zomer, die net was begonnen, leek eindeloos. Net als dat veld.
Er zijn lange periodes geweest dat ik, net als de rest van de maatschappij, me moest onderwerpen aan een strak schema. Ik studeerde af in de kortst mogelijke tijd als werkende alleenstaande moeder met een pendeltijd van drie uur per dag. Ja, dan moet je wel.
30 jaar lang moeder van een groot gezin met een meer dan voltijdse baan: 30 jaar lang bij de klok geleefd.
Op de minuut dat het laatste kind geen intensieve begeleiding meer nodig had ging het vanzelf: ik liet de tijd los. BAM. Klaar ermee. Mijn werkzaamheden zijn tegenwoordig, toeval of onbewuste berekening, allemaal afspraakloos te verrichten. Ik plan geen vakanties, geen bezoekjes, nix. Ik sterf liever langzaam aan de kanker dan dat ik een afspraak met een dokter maak. Want afspraken, dat is de appel van Eva, het gif van het leven, de sprinkhanenplaag van het eindeloos wuivende korenveld in de zon. Ik leef bij de dag en elke dag moet ik mezelf verliezen in de onmetelijke tijd.
De tijd strekt zich weer uit als een eindeloos korenveld dat zachtjes in de zon wuift. Weids als de steppen van Mongolië.
Het laatste wat je mij aan moet doen is een pilon neerzetten ergens in mijn toekomst, door zoals schoonzus in september over Kerst te praten, of ouders in maart te reppen van een bezoek in de zomer. Daar staat dan een vlag geprikt. Het kwaad geschied: tijd eindig. Tijd opgedeeld. Ondraaglijk leed.
Reacties (11)
Maar spijt komt altijd te laat. Dus maak die afspraak met de dokter toch maar.
Carpe diem :-)
Ach, oud worden brengt vanzelf weer beperkte tijd mee.
Al was het maar door het innemen van medicijnen op de juiste tijden, afspraken met fysio, opticiens, en specialisten in het ziekenhuis. Die overigens een enorm gevoel van herboren vrijheid kunnen brengen door het wegnemen van ongemak en pijn.
Ik leef met je mee, en ik ben (nog) niet (heel) oud, oud zeikwijf. Maar de mensen om mij heen…
Fijne overweging OZ. Wat een bevrijding moet dat zijn…….
Le temps c’est les autres.
@6: PRECIES!
@ Frank: dank. Het lukt natuurlijk niet 100% maar áls het lukt is het heel lekker ja.
@3 vreselijk vooruitzicht. Mijn oma was in de 90 toen ze elke middag een prikje moest van de wijkverpleging. Ze wist niet hoelaat ze kwamen dus was zij, naar eigen zeggen ‘une femme d’extérieur’, gekluisterd aan huis. Het vergalde haar leven zo dat ze me vroeg om de dokter uit te leggen dat zij liever dood ging dan zo te moeten leven. Ik overlegde met mijn tantes, ze vonden het goed en zo geschiedde. De behandeling stopte, mijn oma ging weer elke dag in de bergen dartelen, ze leefde nog een jaar of 2 en stierf uiteindelijk na een lang en gelukkig leven.
@1 het tegenovergestelde van wat ik bedoel.
Dat klopt niet; men leefde wel met tijdsaanduiding: de mechanische klok is al 1000 jaar oud.
Het publiek was niet enthousiast omdat eerst elke plaats zijn eigen op de stand van de zon gebaseerde echte tijd had en dit voor een dienstregeling gelijk werd getrokken in één landelijke tijdzone.
@8: Maar de stations moesten nog gebouwd worden.
@8: alleen de rijken bezaten een horloge.
@10: Klopt, armen keken door het raam gewoon naar de kerkklok, die was heel wat makkelijker te zien dan het latere uurwerk op het melkverzurende station.
De aarde heeft bij de evenaar een omtrek van 40.070 kilometer, dat betekend op de 52-ste breedtegraad waar wij leven qua echte tijd cos(52)x40.070/24 dat er per 1050,7 km 1 uur tijdverschil is, per 17,5 km 1 minuut tijdverschil is en per 291,86 meter 1 seconde tijdsverschil is, wordt een beetje lastig zo treinen op tijd te laten rijden.
Probleem van de mensen was dat bv koeien schijt hebben aan tijdzones, die leven gewoon naar hun eigen biologische klok en boeren zo van de leg raakten omdat een boer in oost Groot-Brittannië bijna 40 minuten eerder uit zijn nest moest komen dan eentje in het westen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tijdzone