De grote onderwijsdebatten van onze tijd gaan steevast over de vorm. Over de beste methode. Over het juiste lesprogramma. ‘Wel of geen iPad?’ is daarbij de grootste vraag. Het onderwijs wordt keer op keer gepresenteerd als een manier om je aan te passen – als een glijmiddel om het leven mee door te glibberen. Op de vele onderwijscongressen orakelt de ene na de andere trendwatcher over de arbeidsmarkt van de toekomst en de bijbehorende ’21st century skills’ (doorgaans iets met ‘creatief’, ‘adaptief’ en ‘flexibel’).
Eigenlijk [zouden we] een heel andere vraag moeten stellen: welke kennis en vaardigheden willen we dat onze kinderen hebben in 2032?
Wie die vraag stelt, heeft het niet meer over aanpassen en meebewegen, maar over sturen en creëren. Dan gaat het niet meer over hoe we ons geld moeten verdienen, maar over hoe we het willen verdienen. Op deze vraag hebben de trendwatchers geen antwoord. Zij zijn immers de volgers van de trends, niet de scheppers.
Rutger Bregman in De Correspondent.
Reacties (6)
Rutger slaat de spijker op de kop. Wie wil zien wat een ’21st century attitude’ je zal brengen hoeft maar te kijken naar mexicanen bij een Home Depot. Adaptief, flexibel, creatief en zelfvoorzienend. Een werkelijk vrij man op een vrije markt, de droom van het nieuwe kapitalisme.
Wie die vraag stelt, heeft het niet meer over aanpassen en meebewegen, maar over sturen en creëren.
Ah, de maakbare samenleving!
Over de rug van beïnvloedbare jonge kinderen!
Er zijn tijden geweest dat je dat toch beter niet meer voor kon stellen.
Hieraan vooraf of tegelijkertijd gaat de vraag of we het economisch (en bancair) systeem gaan aanpassen of dat dit uit noodzaak zal gebeuren.
Immers als enkel het vergaren van rijkdom, als enkel het consumeren bepalend zal zijn, dan zal er niet veel veranderen, ook het onderwijssysteem niet.
Het punt is dat “trendwatchers” bepaalde schijnbare of marginale trends uitvergroten en net doen alsof het dan onvermijdelijk is dat we die kant op gaan. En mensen die iets anders willen zijn dan ouderwetse losers.
Het hele neoliberalisme drijft erop. Alsof het onvermijdelijk is dat werknemers steeds flexibeler (lees: steeds minder rechten hebbend) moeten zijn, en dat marktwerking onvermijdelijk en noodzakelijk is.
@2: maar je kids naar de uitingen van de reclame industrie laten kijken op tv tussen 1 november en 5 december als deze in een zeer beïnvloedbare leeftijd zijn met als gevolg dat het net zulke materialistische opportunistische egocentrische consumenten worden als hun ouders die “keihard werken, om daarna keihard te genieten”n door hun hard bij elkaar gewerkte centen te spenderen aan shit die je niet nodig hebt, is niet een vorm van maakbare samenleving?
@4: exact, die hele arbeidsmarkt flexibilisering is toch echt gevolg van politieke keuzes (al dan niet ingegeven door lobby clubjes) en niet van een of andere “natuurkracht”
De vorm van onderwijs is wel degelijk relevant. Veel van de zaken die we kinderen leren zijn al decennia terecht hetzelfde en die zullen ook nog decennia hetzelfde blijven. Geschiedenis, rekenen, lezen, taal, biologie, aardrijkskunde etc. Belangrijk voor een algemene ontwikkeling van kinderen. Dan is het juist heel belangrijk om na te denken over hoe je die vakken gaat geven. Persoonlijk heb ik altijd het klasikaal uitleggen van bepaalde zaken compleet nutteloos gevonden. Dat kan prima individueel via boeken en opdrachten. De docent slechts gebruiken voor persoonlijke verduidelijking en hulp. Tevens meer projecten, minder toetsen.
Dat artikel is trouwen wel erg slecht. Beetje gemierenneuk over één woordje.
Met als hoogtepunt:
“Stel: je neemt meer kunst, geschiedenis en filosofie op in het curriculum. Reken maar dat er vervolgens meer vraag ontstaat naar kunstenaars, historici en filosofen.”
Tuurlijk.