COLUMN - Dat ze ‘het’ doen, weten we.
Ze zijn zestien en hebben een half jaar verkering. Er is uitgebreid met hen gesproken over veilig vrijen. Zij is aan de pil, haar moeder is op de hoogte en is blij dat er openlijk over wordt gecommuniceerd en dat ze niet stiekem op een afgelegen plekje hoeven te ‘friemelen’.
Ze zitten met zijn tweeën op haar kamer als ik op de deur van de naastgelegen kamer van Ronnie klop. Ronnie is veertien en woont sinds een week in ons project. Vandaag heb ik het eerste officiële mentorgesprek. Ik leg hem uit dat ik tijdens deze gesprekken niet alleen de dagelijkse dingen bespreek, maar ook de gehele lijn van zijn verblijf bij ons. Dus hoe hij in zijn vel zit, hoe het contact met zijn familie loopt, waar hij tevreden over is, wat hij eventueel anders zou willen zien, welke stappen naar meer zelfstandigheid er genomen kunnen worden, enzovoort.
Ronnie geeft aan hij graag een televisie op zijn kamer wil. Hij wil niet steeds in de gezamenlijke huiskamer met vier groepsgenoten tv moeten kijken, zegt hij. Bovendien is er iedere keer gezeur omdat ze het niet eens kunnen worden over de programmakeuze.
De vraag om een eigen televisie wordt door vrijwel iedere jongere gesteld die in het fasenhuis woont waar ik op dat moment werk. In ons fasenhuis leren jongeren stap voor stap zelfstandig wonen. De eerste periode (fase 1) leven ze met groepsgenoten. Ze hebben een eigen slaapkamer en de keuken, woonkamer en badkamer delen ze met vijf groepsgenoten. In fase 2 leven ze zelfstandiger. Ze hebben een grotere kamer met een woongedeelte en een eigen keukentje. Er wordt meer zelfstandigheid verwacht, maar ze krijgen ook meer vrijheid. En een televisie-aansluiting.
Ronnie heeft het al gelezen in het boekje dat iedere bewoner krijgt tijdens het kennismakingsgesprek. Maar hij had thuis ook een tv op zijn kamer, dus hij hoopte me over te kunnen halen dat nu al voor hem te regelen, zegt hij lachend.
We praten verder over hoe hij het contact met zijn ouders graag zou zien, over hoe hij de afgelopen week heeft ervaren en welke plannen hij voor de komende week heeft. Omdat zijn busabonnement nog moet worden geregeld, loopt Ronnie met me mee richting het kantoortje. We komen langs de naastgelegen kamer van Ashley. Ik hoor gekraak van het bed en wat kreungeluiden. Ik doe in eerste instantie of ik niets hoor en loop door in de hoop dat Ronnie het ook niet hoort.
Hij blijft echter stil staan. Doet vervolgens een stapje naar de deur om nog beter te kunnen luisteren en vraagt dan:
’Waarom mag zij dan wel een televisie op haar kamer?’
Alle cliëntnamen zijn gefingeerd.
Roselinde van Berkel is pedagogisch medewerker bij TriviumLindenhof, een jeugdzorginstelling in Zuid-Holland. Ze is auteur van het boek Sannah! en schrijft voor Sargasso over de jeugdzorgpraktijk van binnenuit.
Reacties (1)
Ik kan me helemaal inleven in het verhaal. Wat een humor.