OPINIE - Afstuderen cum laude, ‘met lof’, is behalve een kwestie van wijsheid vooral ook een kwestie van geluk.
Afgelopen week had ik reden om me eens te verdiepen in de examenreglementen van een bachelor-opleiding aan een Nederlandse universiteit, die ik verder niet met name zal noemen. Mijn interesse gold enkele tentamenregelingen, maar op een gegeven moment viel mijn oog op de regels die bepaalden hoe je tegenwoordig cum laude kunt afstuderen.
Als achtergrondinformatie is het wellicht goed eerst uit te leggen hoe deze opleiding gestructureerd is. Elk van de drie bachelor-jaren is opgedeeld in twee semesters die weer zijn verdeeld in drie blokken. De eerste twee blokken duren acht weken, het derde blok vier weken. In de eerste twee blokken worden twee vakken tegelijk bestudeerd, in het derde blok één vak. De langere blokken één en twee zijn gesplitst in twee periodes van elk drie weken colleges en één week tentamens. De eerste periode eindigt met een midterm tentamen en de tweede met een endterm tentamen.
In totaal komen per jaar dus tien vakken aan de orde met tien endterm tentamens en acht midterm tentamens. Aan het eind van je drie jaar bachelor heb je zesenveertig tentamens afgelegd in dertig vakken. Dat is ruw geschat, want enkele tentamens worden vervangen door bijvoorbeeld schrijfopdrachten of door het schrijven van je bachelorscriptie.
Na het tweede blok van het jaar valt de kerstvakantie en na het vierde blok – het eerste van het tweede semester – de paasvakantie. De acht tentamens van de eerste vier vakken van het jaar vallen daardoor precies in een cyclus van 28 dagen en dat geldt ook voor de vijf tentamens van de volgende drie vakken en de vijf tentamens van de laatste drie vakken van het jaar.
Ik heb de hoeveelheid materiaal gezien die studenten in porties van drie weken moeten bestuderen en dat is geen kleinigheid: honderden pagina’s wiskunde, statistiek en filosofie uit nog veel dikkere – vrijwel altijd in de VS uitgegeven – studieboeken. Daar komen dan nog de benodigde syllabi en hand outs bij. Het tempo en de informatiedichtheid liggen enorm hoog. Voor het volgen van sommige vakken is het bovendien noodzakelijk dat je eerst het tentamen van een ander vak hebt gehaald. Zo kan het voorkomen dat je ineens twee vakken in een blok niet mag volgen omdat je in het jaar daarvoor één vak nog niet gehaald hebt. Voor je het weet snowballt je bachelorstudie zijn vierde jaar in.
In deze omgeving zou een middelmatig student als Einstein nooit goed gedijen en tegen deze achtergrond las ik dan ook de eisen waaraan een student tegenwoordig moet voldoen om cum laude, ‘met lof’ af te studeren.
Aan het bachelordiploma wordt de beoordeling cum laude toegekend, indien:
– het gewogen gemiddelde van alle op de cijferlijst vermelde studieonderdelen ten minste 8 is;
– het cijfer voor de bachelorscriptie ten minste 8 bedraagt;
– er in geen enkel vak een hertentamen is afgelegd;
– er voor maximaal 30 studiepunten (van de 180) aan vrijstelling is verleend.
Niet alleen de afgestudeerde zelf, maar ook potentiële werkgevers zullen ervan overtuigd zijn dat het predicaat cum laude het resultaat is van hard werken en wellicht ook een teken van een briljante geest. Dat is op zichzelf niet onjuist, maar wie de regels even op zich laat inwerken, zal al snel zien dat cum laude ook het gevolg is van stom geluk.
Je tentamens moet je – om hertentamens te voorkomen – allemaal in één keer halen. Een tentamen missen kan in theorie wel, maar alleen als je je op tijd afmeldt, gepland dus. Dat wil zeggen dat je niet plotseling ziek moet worden, geen ongeluk moet krijgen, niet vast moet komen te zitten in het openbaar vervoer, geen lekke band moet krijgen, geen sterfgeval in je familie- en vriendenkring kunt hebben, de dag tevoren niks verkeerds gegeten moet hebben, je niet moet laten afleiden door ongelukken onderweg waar je wellicht eerste hulp zou kunnen – of moeten – verlenen, je niet moet laten beroven en dat alles een keer of zesenveertig in drie jaar.
Wil je je tentamens een beetje goed halen, dan zul je niet alleen goed moeten studeren. Je kunt er ook maar beter voor zorgen dat je niet ongesteld bent (vandaar die cyclus van 28 dagen), geen ADHD hebt, niet dyslectisch bent of visueel gehandicapt en niet spastisch. Die aandoeningen leveren je namelijk maar maximaal een half uur extra tentamentijd op, behalve ongesteld zijn dan. Je kunt beter niet opgezadeld zijn met tokkie-buren, stalkers, geldzorgen, ernstig zieke familieleden, relatieproblemen of andere familieruzies, of andere dingen die in een (studenten)leven nog wel eens belangrijker willen zijn dan studeren. En dan heb ik het nog niet over het enorme verschil dat een goede docent kan maken.
Wie cum laude afstudeert heeft die kwalificatie natuurlijk ook verdiend. Maar daarbij heeft de student in kwestie vooral enorm geluk gehad. Cum gaudio et gratia zou dan ook een betere en eerlijker omschrijving zijn: ‘met vreugde en met dankbaarheid’.
De leden van de examencommissie hebben hun reglement merkbaar opgesteld vanuit de overtuiging dat persoonlijk succes vooral een kwestie is van persoonlijke inspanning en verantwoordelijkheid. Dat is een – in essentie – religieuze overtuiging, in de zin dat feiten minder belangrijk zijn en er vooral een politieke of persoonlijke wens uit spreekt over hoe de werkelijkheid in elkaar zit, of zou moeten zitten.
Er zijn best veel alternatieven voor dat idee – overigens allemaal even religieus – en dat is helemaal niet erg. Maar ik denk niet dat het een wenselijke ontwikkeling is wanneer de voorstanders van het cum laude voorstanders van bijvoorbeeld cum gaudio et gratia, actief gaan ontmoedigen.
Reacties (9)
“Die aandoeningen leveren je namelijk maar maximaal een half uur extra tentamentijd op”
Vanwaar dat laatdunkende maar? Op 2 uur is een half uur een behoorlijke bonus.
Het religieuze van regelmaat en mijden van een hertentamen ontgaat mij. Wil de schrijver met een onregelmatig leven graag voor die waardering in aanmerking komen?
@1, ik heb ook wel langere tentamens gehad. Dan is het relatief nog minder.
Het punt van dat ene half uurtje in relatie tot cum laude zie ik niet meteen. Maar dat de zeer stricte belasting zo fulltime is, en een dagje missen een bijna onhaalbare achterstand oplevert, dat zie ik wel. Stel bv dat je door een beperking, welke dan ook, gemiddeld inderdaad 25% extra tijd nodig hebt. Die tijd heb je niet alleen nodig bij het maken van een tentamen, maar ook bij het doorwerken van de stof. Dan zou je zeggen, je spreid je studie gewoon een beetje uit, en je doet er gewoon 25% langer over. Maar dat kan dus niet. Want over je eerste vak doe je 25% langer, en dan loop je uit de pas. Vak twee kun je pas het volgende jaar inhalen, en aan vak 3 mag je niet beginnen wegens het niet voldoen aan de ingangseis.
Dat maakt het onderwijs wel behoorlijk ontoegankelijk voor iedereen die niet in de gewenste mal past.
Het is niet helemaal hetzelfde punt als de schrijver maakt. Maar wat in elk geval wel opvalt is dat er niet gezocht wordt naar manieren om opleidingen werkelijk beter en toegankelijker te maken, maar een systeem op te tuigen waarin de verschillen alleen maar groter worden. De paar die precies voldoen aan de wensen van de opleiding (en dat houdt bv ook in: geen risico’s in je opdrachten nemen, niet te origineel en creatief zijn want daarvan weet je niet vooraf hoe het uitpakt) krijgen nog eens extra voordeel, iedereen die ergens ook maar een miniem beetje afwijkt (hoezeer dat ook buiten iemands invloedssfeer ligt) heeft pech.
De algemene kwaliteit van het onderwijs gaat er niet op vooruit en de motivatie van studenten gaat er ook niet op vooruit.
Overigens: de auteur vergeet nog het groeps- en projectwerk. De invloed op je projectgroep is toch maar beperkt. Daarnaast geven diverse docenten voor groepswerk vrij simpele cijfers: een 7 voor normaal werk, een 8 voor goed werk. En zie daar maar eens doorheen te komen.
(En natuurlijk, daar kunnen heel veel regels voor worden opgetuigd. Niets heerlijker dan een ingewikkelder systeem met meer regels en minder redelijkheid.)
Onzin. Plotseling ziek worden bij een vak en in andere vakken steeds een topper? De examencommissie bepaalt uiteindelijk, en kan gewoon als nog cum laude uitdelen. De algemene regel over uitzonderingen verzwijg je. Examencommissies hebben vaste protocollen voor het opstellen en uitreiken van diplomas en cijferlijst. Als die examencie functioneert, dan is het prima op orde.
Het enige wat cum laude halen tussen studies moeilijker maakt is het aantal vakken waarover het wordt bepaald. De opleiding die jij beschrijft heeft heel veel middelgrote vakken. Er zou van mij best ook 1 zeven bij mogen zitten, per jaar. En afronden op helen of tienden, dat maakt ook uit.
@4, de ervaring leert dat de examencommissies ook nu al heel uiteenlopend (en soms enorm rigide) beslissen. Ik heb studenten wegens BSA van opleidingen af zien sturen terwijl dat jaar hun ouder overleden was of vergelijkbare situaties die zeker gemotiveerd tot een uitzondering kunnen leiden. Maar hoe meer we alles in regeltjes willen proppen, en hoe belangrijker die regeltjes worden, hoe minder mensen nog zullen durven zelf een persoonlijke afweging te maken. Dat zien we elke keer weer. Niemand durft uiteindelijk nog discretionaire bevoegdheid uit te oefenen. Vertrouwen op de regeltjes is veiliger… en ondertussen hechten we wel veel waarde aan een labeltje dat helemaal niet zoveel zegt. In de eerste schifting zullen niet-cumlaude studenten aan de kant geschoven worden omdat cum laude veel aantrekkelijker en beter lijkt. Terwijl het verschil echt slechts een treinvertraging of een verkeerd getimede griep kan zijn.
@3: “ik heb ook wel langere tentamens gehad. Dan is het relatief nog minder.”
Nee, dan is het relatief precies even veel, namelijk (wettelijk) 25%. Overigens is mijn ervaring dat het voordeel van de 25% extra bij langere tentamens alleen maar oploopt.
@5: ” In de eerste schifting zullen niet-cumlaude studenten aan de kant geschoven worden omdat cum laude veel aantrekkelijker en beter lijkt.”
Ik ben wel benieuwd wie je denkt dat zo schift. Ik ken ze namelijk niet.
@6, dat wist ik niet. Ik dacht dat het inderdaad standaard een half uur was, ook bij langere tentamens.
@7, ambitieuze traineeprogramma’s bv.
Mijn ervaring is dat je vooral geen kritiek moet hebben op professoren.
Mr Euro was zo iemand.