RECENSIE - Marcel van Dam, oud-politicus, tv-presentator en voormalig voorzitter van de VARA, kocht met zijn vrouw Milou na zijn pensioen een verwaarloosd landgoed op de Veluwe. Ze wilden er een mooi stuk natuur van maken. Over het ‘krankzinnige avontuur’ dat zij daar de afgelopen twaalfeneenhalf jaar beleefden gaat het boek De Steigerberg. Van Dam heeft er veel van geleerd, schrijft hij. Niet alleen over de natuur, maar ook over zichzelf en over de samenleving.
‘We wisten totaal niet waar we aan begonnen,’ is een zin die in talrijke variaties voorkomt in Van Dam’s terugblik. ‘Toeval en onbezonnenheid’ stuurden de stadsmensen. Met de nodige hulp en bijstand van deskundige boeren, bosbouwers en grondwerkers uit de omgeving. En zonder groots plan. ‘We ontdekten gaandeweg dat telkens wanneer we iets hadden veranderd, we weer andere mogelijkheden zagen die we zonder die verandering niet hadden kunnen zien. Van het een komt het ander, al doende leert men.’ Ook van vergissingen, fouten en mislukkingen. Die ‘strategie van vallen en opstaan’ is intrigerend voor een oud-minister uit het kabinet dat meer dan alle andere gedragen werd door het idee van de maakbaarheid van de samenleving. Socioloog bovendien, opgegroeid met de gedachte dat mensen hun samenleving kunnen ordenen om het voor iedereen beter te maken. Van Dam rekent in zijn boek genadeloos af met het idee van langetermijnplanning. ‘Ik geloof niet meer in zaligmakende planning. Van het een komt het ander. Het beste is je daarbij neer te leggen en te blijven proberen alles in je omgeving, zo veel mogelijk aangepast aan de omstandigheden wat mooier en beter te maken.’ De levensles van een 75-jarige. Hoe komt het dat deze toch niet bepaald originele waarneming zoveel minder indruk maakt als je veertig jaar jonger bent?
Toch neemt Van Dam geen afstand van de maakbaarheid van de samenleving. Hij voelt zich dichter bij de natuur (de mens is een ‘slim dier’), hij heeft geduld leren oefenen, kent de beperkingen van planning en de waarde van ‘organische vooruitgang’ en de ‘samenhang tussen eenheid en verscheidenheid.’ Dat alles heeft zijn geloof in de maakbaarheid van de samenleving niet aangetast, concludeert hij aan het eind van zijn boek. ‘Wel dat die ambitie de grenzen moet aanvaarden die door de natuur zijn getrokken.’
Vooruitgang
In de beschouwingen die volgen op het verslag van zijn worsteling met de Veluwse natuur herkennen we de oude sociaaldemocraat die begaan is met het lot van de wereld, de minst bedeelden op de eerste plaats en die gelooft in de vooruitgang. Hij neemt afstand van John Gray, de cynicus. De evolutie, schrijft hij, heeft in de Homo Sapiens een wezen voortgebracht dat het verschil kan maken tussen gewenste en ongewenste ontwikkeling. Dat mensen beschikken over een moraal maakt vooruitgang wel degelijk mogelijk, al biedt het geen garantie. Met instemming citeert hij uit het boek van Steven Pinker over de afname van geweld door de eeuwen heen. Vooruitgang is mogelijk met wetenschap en techniek die bijvoorbeeld oplossingen bieden voor het urgente energietekort. Voorwaarde is wel ‘het elimineren van de Homo Economicus als uitgangspunt voor beleid.’ Dat lokt een gevaarlijke ‘self-fullfilling prophecy‘ uit met desastreuze gevolgen. Als iedereen alleen maar op zijn materiële belang op de korte termijn wordt aangesproken ziet men op het laatst niets anders meer. Heel jammer, want: ‘Welvaart is veel meer dan je in geld kunt uitdrukken.’
Alweer een waarheid als een koe, om Van Dam’s lievelingsbeest er even bij te halen. Iets origineler vond ik zijn beschouwingen over tijd. Wat Van Dam na zijn hectische leven vooral van de natuur heeft geleerd is het belang van geduld, en de noodzaak om in de jachtigheid van vandaag een andere manier van omgaan met de tijd te vinden. De korte termijn is nu maatgevend voor alle denken. ‘De technologie heeft de mens bevrijd van de traagheid van de natuur, maar is de gevangene geworden van steeds snellere mogelijkheden om in steeds meer behoeften te voorzien. Omdat de natuur van niemand is wordt die steeds sneller verbruikt. Het snelle genieten heeft het geduld overwoekerd.’ Het leest als een beginselverklaring van de groene beweging in zijn eerste jaren.
Een laatste les die Van Dam van de natuur heeft opgestoken gaat over de relativering van de vrije wil. Het verschil tussen mens en dier is immens groot. Maar ook mensen beschikken niet over de vaardigheid om buiten zichzelf te treden en hun brein aan te sturen, schrijft hij. We zijn tot niet meer in staat dan wat we in ons hebben. En we hebben dus ook niet een oneindige vrije keuze om onszelf te veranderen.
In De Steigerberg zien we daarom, ondanks de verzekering van de auteur dat dit project hem volledig heeft veranderd, nog steeds de Marcel van Dam die we al kenden: de erudiete onderwijzer, die zijn kennis graag etaleert, of het nu gaat om de economie, de maatschappij of de natuur. De betweter, bij tijd en wijle, die en passant met tips strooit (‘begin nooit aan lisdodden’). En de vlotgebekte verhalenverteller die ons met humor (over de bureaucratie waar boeren mee te maken krijgen), bevlogenheid en ontroering (de ontdekking van zijn dierenliefde) blijft boeien.
Marcel van Dam, De Steigerberg. Paperback. Geïllustreerd. Uitgeverij De Bezige Bij, ISBN 978 90 234 7659 7. Prijs: 24,90
Reacties (28)
Het is altijd mooi te lezen dat mensen leren, dat ze erkennen dat ze moeten leren en dat ze dat kunnen. Ik heb Marcel van Dam met zijn “De Achterkant van het Gelijk” hoog zitten.
Maar tegelijk krijg ik kromme tenen van de 75-jarige die zijn geleerde lessen komt delen met hen die het leren op dat niveau ontnomen is (wie kan zo’n landgoed kopen en zo’n project beginnen). En ik krijg kromme tenen omdat, als je deze levenslessen als 30-jarige naar de “manager” brengt, je op je plaats wordt gewezen.
Het zijn levenslessen die niet passen in deze samenleving.
Die hijzelf heeft helpen maken.
Ja, ik kan de meningen die ik hierboven lees – interpretatie van de recensent of van Van Dam – delen. Maar het blijven meningen. En
is gegeven de werkelijkheid toch wel behoorlijk irritant.
Marcel van Dam, oud-politicus, tv-presentator en voormalig voorzitter van de VARA, kocht met zijn vrouw Milou na zijn pensioen een verwaarloosd landgoed op de Veluwe. Ze wilden er een mooi stuk natuur van maken.
Klinkt nogal tegenstrijdig. Een landgoed overgeleverd aan de natuur is geen mooi stuk natuur? Of bedoelt hij met ‘natuur’ een gecultiveerd stuk land?
@2: precies! Ben benieuwd naar de reactie van Midas Dekkers hierop…
@1:
Er zijn veel mensen die een verwaarloosd landgoed kunnen kopen, vooral wanneer ze er een huis in de randstad voor kunnen verkopen.
Dan lijkt zo’n gezellig boerengedoetje heel geweldig.
Het kostte inde tijd dat van Dam dat stuk grond kocht een habbekrats.
Het onderhoud daarentegen, en de voortdurende, jaarlijks terugkerende kostenpost van herstel,en onderhoud kan je de das omdoen…..dat is iets wat al je jaloerse tegenstanders graag vergeten.
Hoe ik dat weet?
Wij zitten al meer dan 26 jaar in dezelfde situatie.
Stadse mensen moeten lekker in de stad blijven en niet het platteland cq buitengebied gaan lopen vergallen met hun ‘geweldige’ ideeen.
@5: daar had Bennie Jolink het een paar jaar geleden ook al over.
Marcel van Dam, oud-politicus, tv-presentator en voormalig voorzitter van de VARA, kocht met zijn vrouw Milou na zijn pensioen een verwaarloosd landgoed op de Veluwe. Ze wilden er een mooi stuk natuur van maken.
De enige manier om ergens natuur van te maken, is door het te verwaarlozen. Anders heet het geen natuur maar een tuin, park, landbouwgebied of ecologische hoofdstructuur ofzoiets. Derhalve – en omdat mijn allergie voor Van Dam begon op te spelen – ben ik na die eerste twee zinnen maar opgehouden met lezen en weer verder gegaan met mijmeren over hoe prachtig het toch is dat mijn favoriete bijna dagelijks bezochte natuurgebied dusdanig ernstig vervuild is dat het onbetaalbaar is om er “echt” “natuur” van te “maken”;D
Doet me denken aan:
http://www.nederlandweermooi.nl/
@1: Niet eens: iedereen die dit boek koopt kan er van leren. Of het ook direct door te geven is, kan ik moeilijk beoordelen, maar je kunt het uiteraard incorporeren in je eigen leven.
@7:
Natuur die verwaarloosd wordt is binnen de kortste keren een gigantische puinzooi, landerijen die, zoals hier in Drenthe worden “teruggegeven”aan de natuur zijn–als ze niet begraasd en af en toe opgeschoond worden — in een paar jaar een en al troep, brandnetels en bramen, niet mooi, maar verwaarloosd en voor recreatie absoluut ongeschikt.
Ook bossen en heidevelden behoeven zorg en onderhoud, dat doen Staatsbos, Landschapsbeheer en Drentsch Landschap.
Natuurmonumenten geeft kapitalen uit aan onderhoud van de aangekochte natuurgebieden, en dat is dan ook de reden dat die gebieden mooi en recreatief bruikbaar zijn.
U denkt dat U ergens in Nederland in “de ongerepte natuur loopt”??
Nou, oerbossen zijn er niet meer, Beekbergerzand en Mantingerzand zijn kapot gegroeid, bij Norg is nog een stuk bos dat op oerbos lijkt maar het al lang niet meer is.Bossen , ook oude bossen, behoeven enorm veel onderhoud, en wel zo gespecialiseerd dat U zich in de ongerepte natuur waant ;-)))))
In De Steigerberg zien we daarom, ondanks de verzekering van de auteur dat dit project hem volledig heeft veranderd,
Misschien moeten politici, vóór ze aan politiek beginnen een verwaarloosd landgoed kopen.
@2:
Nederland is zo pietluttig klein dat we niet meer weten wat natuur is.
@10:
…in een paar jaar een en al troep, brandnetels en bramen, niet mooi, maar verwaarloosd en voor recreatie absoluut ongeschikt.
Ik begrijp dat het criterium voor natuur recreatie is?
Vergeet al die nestelende vogels en kleine knaagdieren en meer van dat ongedierte in het dichte struikgewas niet. Al die troep!
Natuur kost tijd en hoeft niet per definitie oerbos te zijn.
De oerbos discussie is erg jaren 70/80.
Natuur in NL is wat Natuurmonumenten fotografeert.
@10: U denkt dat U ergens in Nederland in “de ongerepte natuur loopt”??
Precies: natuurbeheer in Nederland is volksverlakkerij. Het is een gecultiveerde fantasie. Een fantasie waar jij en Marcel van Dam gewillig aan meewerken. Ik vind het best, maar noem het geen natuur en klop asjeblieft niet op je borst alsof je ook maar een greintje doet aan natuurbehoud.
Even voordat er weer volop gemind wordt: de opmerking m.b.t. de “ongerepte natuur” klopt.
Praktisch alle “natuur” in NL is aangelegd.
@7 U denkt dat U ergens in Nederland in “de ongerepte natuur loopt”??
Ongerept. Wat is dat? De natuur rept zelf ook genoeg. Wie het doet, doet er niet toe. Waarom en hoe je het doet wel. Zodra je een gebied gaat vormgeven of beheren als reactie op hoe het eruit ziet, wordt het een park, stad of landbouwgebied. Doe je dat niet, of doe je het om andere reden, dan is het voor mij al snel natuurlijk genoeg.
Dus: poel aanleggen voor amfibien is geen natuur. De poel vervolgens laten dichtslibben is dat wel. De oevers van een plas mooi vormgeven ten behoeve van recreatie is geen natuur. Er vervolgens je vuilnis storten is weer wel natuur. Gras maaien zodat de mieterige bezoekers niet geprikt worden is geen natuur. De brandnetels laten staan, een goede broek aanschaffen en vaststellen dat je in zo’n gebied veel leuker kunt observeren hoe roofdieren in een sneltreinvaart het konijnenbuffet leegeten, dat is wel natuur. Runderen uitzetten om je hei niet te laten dichtgroeien, dat is geen natuur, tenzij je het per ongeluk doet en die runderen vervolgens lekker aan hun lot over laat. Een stadspark aanleggen heeft ook niks met natuur te maken. Je braakliggende terrein lekker negeren is weer hartstikke natuur.
Wat jij bedoelt met “onderhoud” is precies waar ik een teringhekel aan heb. Wat is er voor lol aan als staatsbosbeheer het pad maait? Ik zwoeg veel liever een paar kilometer door brandnetels van 2 meter hoog naar en plek waar de mietjes die het van de grasmaaier van staatsbosbeheer moeten hebben niet kunnen komen. En gelukkig zijn er hier en daar, met name in uiterwaarden, wel van dat soort gebieden in Nederland.
Voor de duidelijkheid nog eens in plaatjes:
http://zmooc.net/welnatuur.jpg
http://zmooc.net/geennatuur.jpg
Los daarvan schattig dat je over bramen begint. Die dingen noemen ze niet voor niks pionierstruiken. Als je ergens met je poten vanaf blijft dan krijg je al vrij snel eerst bramen, brandnetels, distels etc. Zij die het geduld op kunnen brengen om er nog langer met hun tengels vanaf te blijven zullen merken dat zodra dat soort vegetatie een beetje volwassen is geworden en zijn uitwerking op de bodem heeft gehad, het beschutting biedt aan allerlei andere soorten, waaronder boompjes. Zij met echt geduld worden uiteindelijk getracteerd op loofbos afgewisseld met wat meer open plekken. En dat vind zelfs jij, stadsparkliefhebber, mooi. Helemaal vanzelf.
@13:
Kletskoek, aangezien geen millimetertje natuur nog natuur is in dit land noch oernatuur is mogen al die beestjes waar jij, en ik ook, zo blij mee zijn zich gelukkig prijzen dat er mensen en instanties zijn die zich de moeite en het geld getroosten hun habitat te beschermen en te behouden.
En ja, dat kost geld.
Intussen willen daar de Nederlandse belastingbetalers ook – als het niet teveel gevraagd is – stiekem van kunnen genieten wanneer ze het veld intrekken.
@16:
Tuurlijk, ik ben een stadsparkliefhebber, aangezien ik al meer dan 26 jaar in een stuk nationaal landschap woon, en mij door zowel Staatsbos als landschapsbeheer – ik neem aan deskundig – laat informeren hoe ik mijn 2,5 hectare natuurgebied het beste kan onderhouden……………..
grapjas.
@17: Kletskoek, aangezien geen millimetertje natuur nog natuur is in dit land noch oernatuur is mogen al die beestjes waar jij, en ik ook, zo blij mee zijn zich gelukkig prijzen dat er mensen en instanties zijn die zich de moeite en het geld getroosten hun habitat te beschermen en te behouden.
En daar gaat het natuurlijk al mis. Met het cultiveren van een habitat wordt ook de dierenstand gecultiveerd en is er niks meer natuurlijks aan. De natuur past zich juist aan aan wat aanwezig is zonder waardeoordeel.
@19: Net als andere dieren beïnvloed de mens zijn omgeving. Je kan ‘natuur’ definiëren als iets wat overblijft als er geen sporen van menselijk handelen meer aanwezig zijn. Als je maar beseft dat dit een vrij willekeurige definitie is.
Aangezien de mens al millennia ingrijpt in de ‘natuur’ in Nederland, bestaan veel ecosystemen juist bij de gratie van menselijk ingrijpen. Het lijkt me dan ook onzinnig om aan menselijk ingrijpen sec een waardeoordeel te koppelen.
@17: Wat is er kletskoek?
…mogen al die beestjes waar jij, en ik ook, zo blij mee zijn zich gelukkig prijzen dat er mensen en instanties zijn die zich de moeite en het geld getroosten hun habitat te beschermen en te behouden.
Ik heb overigens bij herhaling hier op Sargasso betoogd dat NL beter in een keer onder het asfalt kan verdwijnen: het maakt duidelijker wat er gebeurt en Nederlanders gaan dan tenminste naar natuur kijken waar natuur nog echt natuur is. Hoop ik ten minste voor ze.
Nu is natuur in NL tuinieren.
Ja, ook op 2,5 ha of 12,5 ha landgoed in een nationaal park.
En wie zegt dat ik blij ben met przwalski paarden en schotse hooglanders.
@21: waar natuur nog echt natuur is…….bestaat dat dan?
@20: mee eens, ook in Afrika bestaan wildreservaten bij de gratie van verstandig ingrijpen van mensen (bijvoorbeeld om schadelijke invloeden van andere mensen te voorkomen)
@20: Op zich is het geen waardeoordeel. Dat de mensheid zijn leefomgeving zo uitgebreid cultiveert is een gegeven. Wat wél een waardeoordeel is is als je spreekt van wenselijk en onwenselijk natuur zoals hansje in #10 doet. Of als je aan onnatuurlijke selectie doet zoals de Bengaalse tijger redden terwijl je niet omkijkt naar het uitsterven van een naaktslak. En de natuurindustrie is daarin spekkoper.
@23: natuurlijk spreekt Hansje een waardeoordeel uit, maar dat dat doe jij ook. Waarbij ik het waardeoordeel van Hansje meer waardeer, want dat is tenminste expliciet en realistischer dan de impliciete aanname die jij maakt dat ‘natuur’ waar de mens niets aan gedaan heeft per definitie meer waardevol is dan natuur die bestaat bij de gratie van menselijk ingrijpen.
Het is gebaseerd op een kunstmatig onderscheid tussen de mens en de rest van de natuur. Als een bever een stroom blokkeert is dat natuurlijk, als de mens ingrijpt in een stroom dan is dat onnatuurlijk.
In Nederland is het onzinnig het begrip ‘natuur’ alleen te gebruiken in gevallen waar de menselijke invloed 0 is.
@24: want dat is tenminste expliciet en realistischer dan de impliciete aanname die jij maakt dat ‘natuur’ waar de mens niets aan gedaan heeft per definitie meer waardevol is dan natuur die bestaat bij de gratie van menselijk ingrijpen.
Dat is niet mijn aanname, expliciet noch impliciet. De enige insteek was de verwondering over waarom iemand veel energie in een verwaarloosd landgoed moest steken om er natuur van te maken gezien in mijn beleving het al natuur was. En dan niet zozeer omdat er geen menselijk ingrijpen was, maar omdat met niet ingrijpen het niet wezenlijk minder natuur wordt.
@hansje ter horst, #18 Maar als je een natuurgebied gaat onderhouden, is het toch geen natuur meer?
Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat we maar helemaal moeten ophouden met natuurgebieden onderhouden. Ik snap ook wel dat we de nodige moeite moeten doen om allerlei flora en fauna te beschermen omdat hun oorspronkelijke habitat gesloopt is en we geen plek, tijd, geduld en geld hebben om die oorspronkelijke habitat volledig en duurzaam in ere te herstellen of dat zelfs niet kunnen omdat bijvoorbeeld het bestrijden van exotische soorten voortdurend aandacht vergt, de natuurlijke ontwikkeling van de loop van een beek of rivier “onhandig” is of de gewenste habitat juist een gecultiveerde is.
Toch denk ik dat we ook daarmee terughoudendheid moeten betrachten. Beter zouden we streven naar een situatie waarin wel sprake is van een natuurlijke balans, wellicht desnoods wel ten koste van het voortbestaan van een enkele soort hier en daar in Nederland. Het zou toch bijzonder jammer zijn als we om wat voor reden dan ook een tijdje niet in staat zijn om de niet-natuurlijke balans in dergelijke gebieden te onderhouden en de soorten die we poogden te beschermen alsnog kwijt zijn.
“omdat hun oorspronkelijke habitat gesloopt is”
In Nederland bestaan er al millenia nauweljks ‘oorspronkelijke habitats’ meer. Met andere woorden, de gesloopte habitat was ook een product van de invloed van mensen op het landschap. Doordat het menselijke handelen verandert, verandert ook de invloed op de natuur en gaan zeldzame habitats verloren. Als we dat jammer vinden, moeten we ons menselijk handelen veranderen zodat de gewenste habitat duurzaam kan voortbestaan.
Het lijkt me onzinnig om ‘natuur’ te definiëren als iets dat alleen maar kan bestaan zonder menselijke invloed.
@16: Ik ben bang dat jij je niet realiseert dat we in dit land niet de ruimte hebben om het soort natuur wat jij zo ultiem vindt de laten gedijen.