Twee Sloveense journalisten publiceren na jarenlang onderzoek een onthullend boek in drie delen over de wapenhandel tijdens de Balkanoorlog (1991-1995). Twee delen van “In de naam van de staat” zijn gepubliceerd, het derde deel verschijnt dit voorjaar. Intussen is een van de auteurs met de dood bedreigd.
Een (Engelstalige) presentatie van het onderzoeksproject laat zien wie er geprofiteerd hebben van de slachtingen in voormalig Joegoslavië. Met hulp van collega’s in Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Polen, Oekraïne en Zwitserland en het Europese Fonds voor Onderzoeksjournalistiek tonen Matej Šurc en Blaž Zgaga de internationale betrokkenheid bij de burgeroorlog aan. Hun speurtocht brengt hen uiteindelijk in het Kremlin.
Meer dan 6000 geclassificeerde documenten kregen Šurc en Zgaga boven water via een WOB-procedure. Ze ordenden al het materiaal in een database en lazen alles wat ze konden vinden in relatie tot namen, plaatsen en gebeurtenissen die in de documenten werden genoemd. Ze interviewden vele betrokkenen en schakelden buitenlandse collega’s in voor nader onderzoek. Ze besloten al het materiaal te publiceren in een trilogie, een spannend, journalistiek verhaal waarin de noten naar de oorspronkelijke bronnen niet zijn vergeten.
Het eerste deel gaat over de verkoop vanuit Slovenië van wapens van het oude Joegoslavische leger aan strijdende partijen in andere delen van Joegoslavië, met name Kroatië. De winst van deze handel (40 miljoen dollar) is teruggevonden op een Zwitserse bankrekening. Hoofdrolspelers zijn twee Sloveense ministers.
Het tweede deel beschrijft hoe via Slovenië wapens uit andere delen van Oost-Europa hun weg vonden naar de oorlog op de Balkan. Hoe het geld daarvoor verkregen werd (o.a. uit leningen van Duitsland) en wie de voornaamste handelaren waren. Uiteindelijk blijken de Russen de belangrijkste bron voor de wapens. Het einde van de koude oorlog leverde een overschot aan wapens op in alle Oost-Europese landen en een nieuwe klasse van handelaren greep de kas om snel rijk te worden. Vladimir Zirinovski, voormalig kolonel in het Sovjet-leger, nu leider van de liberale partij in Rusland, is een van degenen die rijk zijn geworden van wapenhandel met Slovenië.
Het derde, nog te verschijnen deel, gaat over de pogingen deze handel uit de openbaarheid te houden. Šurc en Zgaga doen hun werk als onderzoeksjournalist niet zonder risico. Oost-Europa is nog steeds een gevaarlijke regio voor wie op zoek is naar de ware aard van de gebeurtenissen in het verleden. Dat geldt ook voor EU-lid Hongarije, voor bijna-EU-lid Kroatië en dat geldt nog meer voor Rusland. De geschiedenis van de recente post-communistische jaren is in alle Oost-Europese landen omstreden. Actuele conflicten en huidige machthebbers zijn er nog te nauw mee verbonden. Als we zien hoe lang in West-Europese landen de Tweede Wereldoorlog en de bezetting doorgewerkt heeft in de nationale politiek, dan kunnen we een schatting maken dat de verwerking van het communistische verleden Oost-Europa nog wel een aantal jaren zal bezig houden. Het boek van de Sloveense journalisten is nog maar een begin van wat er nog boven water kan komen in de nabije toekomst. Zij verdienen een ruime bekendheid, het is te hopen dat er vertalingen gaan komen. Dat zal hen ook de nodige bescherming bieden tegen acties van machtige, nog levende betrokkenen, die deze geschiedenis het liefst uit de boeken willen houden.
Reacties (12)
Wel grappig dan dat ultranationalist en panslavist Zhirinovsky wapens verkocht aan de vijanden van zijn troetelbuitenlanders, de Serviërs.
Een goed kapitalist,zaken zijn zaken.
Petje af voor deze journalisten.
Ze zijn er gelukkig nog , onderzoekjournalisten die tegen de stroom in durven werken.
Het wordt tijd dat wapenhandel in strijd met een VN-embargo in aanvulling op het Verdrag van Rome (oprichting ICC) strafbaar wordt gesteld.
Interessant, temeer daar het bewapenen van achtereenvolgens Kroatië en Bosnië destijds toch gezien werd als rechtvaardig, gezien het aanvankelijke overwicht van de Serviërs in beide oorlogen. En hoewel sommige Slovenen er blijkbaar grof aan verdiend hebben, werd destijds de doorvoer in Slovenië toch ook gezien als een vorm van solidariteit met de andere volkeren die het Servische juk kwijt wilden.
En waarom werd het zo gezien?Omdat de pers en media op het gebied van voormalig Joegoslavie volkomen gelijkgeschakeld was,iedereen die een ander geluid liet horen werd onmiddellijk in de verdachtenbank geplaatst..
Gelijkgeschakeld? Alleen voor wie zich gelijk liet schakelen. Zo moeilijk was het toen anders niet om een tegengeluid te vinden:
http://tinyurl.com/89yc24w
of
http://tinyurl.com/6oc3uqv
Als je een pc had misschien ,niet als je afhankelijk was van de “reguliere” media.Het aantal pc bezitters was in die tijd een stuk lager.
Ik denk dat in Slovenië er wel een heel andere reden was om dat zo te zien. Mogelijk dat de oorlog die ze zelf hebben moeten voeren om de (toen nog) Joegoslaven hun land uit te werken (en de hulp die ze daarbij van de Kroaten kregen) hen tot de mening heeft gebracht dat de Kroaten van wapens voorzien de juiste handelswijze was.
Ik denk dat ik die boeken aan ga schaffen ,het laat een deel van de geschiedenis zien dat velen liever onbesproken zouden laten.In mijn kennis van de historie van de conflicten zitten ook nog aardig wat lacunes.
War is a Racket by Smedley Butler