In oktober 2010 tradt het meest rechtse kabinet in jaren aan: een regering met ministers van VVD en CDA, in het parlement mede gesteund door de PVV. In een aantal opzichten ging het dit kabinet voor de wind. De goedgemutste jonge premier Mark Rutte zorgde voor een verfrissend geluid vanaf de regeringszetels tijdens de belangrijke parlementaire debatten. Het kabinet kwam met maatregelen waarbij rechts Nederland onder leiding van VVD-kamerlid Aptroot de vingers aflikte: 130 op de snelweg (sommige dan), een (aangekondigde) hervorming van de politie en er mag weer gerookt worden in kleine cafés zonder personeel. Na het aftreden van het kabinet steeg dan ook de steun voor de drie coalitiepartijen in de peilingen, van iets meer dan 50% naar zo’n 53% (ongeveer 80 zetels). Maar na de affaire-Lucassen c.s., de missie in Kunduz en in de aanloop naar de Statenverkiezingen verloren deze drie partijen steeds meer terrein: nu scoren de partijen volgens de beste inschatting* minder goed dan bij de laatste verkiezingen.
VVD
De VVD doet het als enige coalitiepartij nog goed. De partij verloor sterk tijdens de onderhandelingen voor Paars-Plus (niet echt een favoriet bij de VVD-kiezers), maar steeg daarna gestaag door naar een hoogtepunt van 23,5% (+- 36 zetels). Met name tijdens de campagne leek de VVD het lastig te hebben, maar de laatste weken wint de partij weer terrein.
PvdA
De grootste oppositiepartij PvdA staat nog steeds op verlies ten opzichte van de Kamerverkiezingen, maar lijkt het diepste dal te hebben gehad. Sinds december is de partij bezig met een herstel, wat stevig doorzette rondom de besluitvorming inzake Kunduz. Ook de verkiezingscampagne verliep redelijk gunstig voor de PvdA, hoewel er een korte afvlakking lijkt te zijn in de laatste 2 weken voorafgaande aan die verkiezingen.
PVV
Bij de afgelopen Kamerverkiezingen werd de steun voor de PVV stevig onderschat in de peilingen (met zo’n 3%). Daar lijkt nu niet zozeer sprake van te zijn (analyse niet getoond), maar het is lastig om dat precies vast te stellen. Wat wel duidelijk is dat Wilders de goede scores van zijn partij in de zomer niet heeft weten vast te houden. Sinds de affaire-Lucassen is er sprake van een stevige afname van de steun. Na een kortstondig herstel in de eerste maanden van dit jaar, lijkt Wilders’ steun opnieuw af te nemen. Hij scoort volgens de schatting nu rondom de score van 9 juni 2010.
CDA
De steun voor het CDA blijft kwakkelen. De partij verloor sterk tijdens de onderhandelingen over de regering (zeker rondom het gedoe met de ‘drie dissidenten’). Daarna was er sprake van een gedeeltelijk herstel, maar dit wil niet echt doorzetten. De afgelopen maanden is er een duidelijke golfbeweging te zien in de steun voor het CDA. Momenteel scoort de partij iets onder de 11% (+- 17 zetels).
Andere partijen
De SP lijkt garen te spinnen bij het kabinet. De partij bleef aanvankelijk hangen op het niveau van de laatste verkiezingen, maar staat daar de laatste maanden steeds ruim een procent boven. Ook D66 doet het goed en wint als de peilingen bewaarheid zouden worden nu ongeveer 1,5%punt ten opzichte van de vorige verkiezingen. GroenLinks deed het aanvankelijk goed, maar verloor duidelijk rondom de kwestie Kunduz. Er lijkt nu een licht herstel op te treden. De steun voor ChristenUnie en SGP is vrij stabiel (SGP is lastig te schatten met deze methode omdat Peil.NL en TNS-NIPO geen percentages, maar alleen zetels presenteren). De PvdD laat een golfbeweging zien rondom de huidige twee zetels.
*De genoemde cijfers zijn gebaseerd op een ‘pooling the polls’ model, waarbij peilingen van Peil.NL (Maurice de Hond), Synovate (Politieke Barometer) en TNS-NIPO worden gecombineerd tot een (dagelijkse) schatting van de politieke steun voor de politieke partijen. Meer uitleg staat op de site van Simon Jackman, voor wie niet bang wordt van termen als ‘random walk model’, ‘prior’ en ‘Markov Chain Monte Carlo estimation’. Kortgezegd: als je de gegevens van drie peilingen combineert, weet je meer dan van een enkele peiling. Je kunt ook aangeven hoe ‘zeker’ de gepeilde percentages zijn (een 95% interval staat grijs geplot in de figuur).
Reacties (2)
Het model lijkt wat meer vertrouwen te hebben in de peilingen van Maurice de Hond dan van Synovate (vooral bij PvdA en VVD is dat opvallend). Heb je daar een verklaring voor?
Overigens interessant om dit soort analyses van tijd tot tijd te zien. In Nederland is nog echt gebruikelijk om dit soort analyses te doen, in ieder geval niet in het publieke debat.
@1 Dit komt omdat het aantal ondervraagden van De Hond groter is (minimaal 1500 respondenten per peiling (hoewel hij daar niet erg duidelijk over is), tegenover 1000 voor Synovate). Daarnaast peilt De Hond wekelijks en de Barometer normaal gesproken tweewekelijks. Het model beschouwt alle peilingen in principe als even informatief, waarbij natuurlijk geldt dat de foutmarge van een peiling kleiner wordt als het aantal ondervraagden toeneemt.
Een derde punt is dat het model aanneemt dat de politieke voorkeur normaal gesproken niet gigantisch verandert van dag tot dag. De peilingen van De Hond zijn erg stabiel (ook omdat hij alleen zetels en geen precieze percentages rapporteert), waardoor hij dus minder ‘uitschieters’ kent. Eigenlijk kent hij veel te weinig uitschieters. Het is bijvoorbeeld zeer opvallend dat de SGP vrijwel altijd op 2 zetels staat: als er sprake is van een willekeurige steekproef, moet er voor die partij ook wel eens 1 of 3 zetels in de peiling zijn. De peilingen van Synovate voldoen veel meer aan wat je verwacht bij willekeurige steekproeven.