Niyam Rajah verslaat de multinationals

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,

De natuurgod Niyam Rajah woont op de top van het Niyamgirigebergte in de Oost-Indiase deelstaat Orissa, een gebergte dat al generaties lang heilige grond is voor de Dongria Kondh-stam. Daar dreigde echter verandering in te komen toen de aan de Londense beurs genoteerde multinational Vedanta, tevens eigenaar van een aluminiumfabriek in Orissa, haar oog liet vallen op de bauxietvoorraad in het Niyamgirigebergte. Logisch, want India heeft een bauxietvoorraad van 3 miljard ton en de helft daarvan bevindt zich in Orissa, evenals dertig procent van de landelijke voorraad ijzererts.

Een jonge Indiase man die nooit van huis weg was reist naar Londen om te protesteren tijdens de jaarlijkse algemene vergadering van Vedanta (foto: Flickr/Steve Punter)

Begrijpelijkerwijs waren de Dongria Kondh fel gekant tegen het plan en zij trokken ten strijde tegen Vedanta Resources. Na jarenlang getouwtrek lijkt Delhi nu eindelijk hun stem gehoord te hebben.

In haar essaybundel Luisteren naar sprinkhanen beschrijft de Indiase schrijfster Arundhati Roy dit klassieke conflict, dat doet denken aan de film Avatar.


India is al sinds het einde van de jaren tachtig in de greep van het vooruitgangsdenken, met een vrijemarktfilosofie die gepaard gaat met privatisering en liberalisering. Veel van de macht in onder meer Orissa is daardoor in handen gekomen van grote multinationals als Enron en Vedanta, die in de mineraalrijke gebieden fabrieken willen neerzetten. Het heeft geleid tot een nieuwe middenklasse die op zoek is naar meer rijkdom, maar ook tot een veel grotere, wanhopige onderklasse. Roy schrijft over tientallen miljoenen mensen die van hun land verdreven zijn door overstromingen, droogte en woestijnvorming als gevolg van slordig milieubeheer en grote infrastructurele projecten zoals dammen, mijnen en speciale economische zones.

Het plaatst de berichten die we soms in de krant lezen in een ander perspectief. Grote groepen durven hun akkers niet meer te bewerken en slaan op de vlucht. Grote bedrijven laten hun oog vallen op de bossen en mineraalrijke gebieden van volkeren als de Dongria Kondh. Zoals de Volkskrant onlangs schreef: rijke Indiërs sponsoren politieke partijen, en parlementsleden op hun beurt sanctioneren illegale mijnen in ruil voor politieke steun. Ontstaat er onrust – en regelmatig wordt die uitgelokt – dan laat het ministerie van Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor de binnenlandse veiligheid en de politie, om die reden de gebieden ontruimen en brengt ze de mensen ?voor hun eigen veiligheid? elders onder. Dat alles onder leiding van een minister die voorheen minister van Financiën was die ook economische zaken in portefeuille had, en nog weer eerder als advocaat optrad namens onder meer Enron en Vedanta, waar hij ook lid van de Raad van Bestuur was.

Voor de Dongria Kondh zijn de bergen van Niyamgiri heilige grond, de woonplaats van de mannelijke natuurgod Niyam Raja Penu, die het gebied van water voorziet. Water, dat ervoor zorgt dat planten, dieren en mensen in de bergen kunnen leven en de aarde bevloeid wordt. Dat lijkt wellicht een merkwaardige religieuze claim, maar feit is dat het ruimschoots aanwezige bauxiet het water van de talrijke stroompjes in het bosrijke gebied vasthoudt. De ontginning van de bauxietvoorraad dreigt het ecosysteem echter te verwoesten, met rampzalige gevolgen voor de inheemse bevolking die dankzij het bos en de rijkdom aan water tot nu toe volledig zelfvoorzienend is.

Dat bestaan kwam ernstig in gevaar, nu de overheid van Orissa in de afgelopen jaren meer dan vijftig mijncontracten tekende met bedrijven, waaronder dus de ontginningsrechten voor Niyamgiri. De directeur van contractpartner Vedanta begreep de ophef niet: ?De god van de Dongria Kondh woont op een heel andere bergtop dan waar wij willen mijnen.? Een merkwaardige uitspraak die haaks staat op de overtuiging van de lokale bevolking, die juist op de plek waar de mijn voorzien is haar jaarlijkse offerfestijn houdt om de god die hun leven mogelijk maakt gunstig te stemmen.

Eerder dit jaar publiceerde Amnesty International een onderzoeksrapport dat de Dongria Kondh gelijk geeft en een verband suggereert tussen de aanwezigheid van de aluminiumfabriek en het voorkomen van huidaandoeningen en ziektes als tbc. Ook is sprake van mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling.

De strijd lijkt nu beslecht te zijn in het voordeel van Niyam Rajah. Gisteren besloot het Indiase ministerie van Milieu en Bossen namelijk om het mijnproject van Vedanta en de Orissa Mining Corporation te verbieden. Gebleken is dat het project de bos- en milieuwetten ook nu al zwaar overtreedt en zou leiden tot schending van de rechten van de Dongria Kondh en andere gemeenschappen in de Niyamgiri. Bovendien gelastte de overheid ook het uitstel van de geplande verzesvoudiging van de Linjagarh-raffinaderij aan de voet van het gebergte, een bedrijf dat wordt gerund door Vedanta-dochter Vedanta Aluminium.

De rechten van de inheemse stammen zijn in India verankerd in de grondwet, die hun zeggenschap over hun tribale gebied garandeert. Multinationals zijn echter zeer machtig, machtiger vaak dan de overheid. In de praktijk betekent dit dat van een vrije, op volledige informatie gebaseerde instemming door de inheemse volkeren vooraf geen sprake is. Wat rest is de gang naar de rechter achteraf. Het gevaar bestaat dat de hele operatie simpelweg naar een nieuwe locatie wordt verplaatst en dan begint het hele gevecht gewoon weer van vooraf aan.

De minister van Binnenlandse Zaken heeft een droom: om 85 procent van de Indiase bevolking in de steden te laten wonen. Die droom vergt wel flink wat sociale aanpassing, hij kan slechts gerealiseerd worden door zo?n vijfhonderd miljoen mensen vrijwillig danwel gedwongen te laten verhuizen van het platteland naar de steden.

Vanuit dat perspectief bezien is de overwinning van Niyamgiri een belangrijke mijlpaal.

Reacties (9)

#1 Joost

Als er geen andere redenen waren het mijnbouwbedrijf te stuiten zou ik zuiver de reden dat dit volk hun imaginaire vriendje in een berg hebben zitten totaal niet relevant vinden, eigenlijk.

  • Volgende discussie
#2 Erik

@1: Dan weet ik voor jou nog wel een potentiële goudmijn in hartje Jeruzalem.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Joost

Oh, dus die gelovigen hebben die berg plus bauxietvoorraden daar zelf neergegooid?

Maar dat verandert de zaak uiteraard!

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Erik

Je zou ook kunnen denken aan godsdienstvrijheid of aan zeggenschap over de eigen leefomgeving, de berg staat tenslotte in hun eigen leefgebied.

Trouwens de naam Vedanta suggereert dat de eigenaren daarvan ook ‘imaginaire vriendjes’ hebben.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Ger

@4 Ach, beter Vedanta dan Vendetta…

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 Erik

@5: Je bedoelt niet-imaginaire vijandjes?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 Joost

@4: Zeggenschap over de eigen leefomgeving lijkt me wél een goede reden. Maar je moet er toch hopelijk niet aan denken dat we elke denkbare religie z’n zin gaan geven op het gebied van materiële zaken zoals landeigendom en wat je er wel en niet mee kan doen.

Voor je het weet mag je niet eens meer een bord spaghetti eten…

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#8 Ger

@7 Wat ook de reden is voor een inheems volk om hun leefomgeving niet te laten leegplunderen door agressieve mijnbouwbedrijven & multinationals, nationale overheden hebben er meestal toch geen boodschap aan.

Of het nu de ‘woonplaats is van een god’, oeroude cultuurgronden, begraafplaats voorouders, heilig woud etc. Het is ook allemaal wel tamelijk subjectief, zeker op natieniveau bekeken.

Minst onbevredigende oplossing is inheems volken de zeggenschap (+ eigendomsakte) te geven over het land en zijn hulpbronnen. Het is dan hun keuze om er niks mee te doen, of het via duurzamer concessies te laten winnen.

Maar ja, in het handboek van het kapitalisme is dat natuurlijk een doodzonde.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#9 Erik

@7: Niet elke denkbare religie, alleen echt bestaande ;-)

Overigens valt er ook nog wel iets voor te zeggen om de religie van dit soort groepen onder immaterieel cultureel erfgoed te laten vallen en dan om die reden te beschermen.

  • Vorige discussie