Vandaag is het precies 65 jaar geleden dat de Amerikaanse atoombom Little Boy boven Hiroshima werd afgeworpen. Een tweede bom, genaamd Fat Man, vaagde amper drie dagen later de havenstad Nagasaki vrijwel weg van de aardbodem. Rond 15 minuten over 8 op de ochtend van 6 augustus 1945 explodeerde Little Boy op enkele honderden meters boven het centrum van Hiroshima. De explosie genereerde temperaturen tot 3900 graden en drukgolven met snelheden boven de 1000 km per uur. Naar schatting 70.000 inwoners van de stad werden gedood: velen van hen verbrand, verkoold en vervolgens verdampt, alles in een fractie van een seconde.
In totaal vonden bij de twee atoomexplosies in Hiroshima en Nagasaki zo’n 340.000 mensen de dood, ook nog jaren later als gevolg van de dodelijke radioactieve straling. Volgens de officiële verklaring waren de nucleaire verwoesting van Hiroshima en Nagasaki noodzakelijk voor een snelle beëindiging van de oorlog in de Stille Oceaan. De inzet van de atoombom zou in deze lezing juist een zegen zijn geweest, want ze voorkwam een langdurige voortslepende invasie die nog honderdduizenden slachtoffers zou hebben gekost. Dit is ook de strekking van de propagandafilm “A Tale of Two Cities”, waarvan je hier een fragment vindt. Deze voorstelling van zaken lijkt echter hogelijk onrealistisch, zoals natuurkundige en activist Arjun Makhijani in deze video betoogt.
In werkelijkheid probeerden de Japanse autoriteiten al sinds mei 1945 – vergeefs – achter de schermen een einde aan de oorlog te maken en hadden de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki nauwelijks invloed op het uiteindelijk verloop van de strijd. Onder meer de United States Strategic Bombing Survey concludeerde dit reeds in juli 1946:
“The Hiroshima and Nagasaki atomic bombs did not defeat Japan, nor by the testimony of the enemy leaders who ended the war did they persuade Japan to accept unconditional surrender. The Emperor, the lord privy seal, the prime minister, the foreign minister and the navy minister had decided as early as May of 1945 that the war should be ended even it meant acceptance of defeat on allied terms.” [1, p.46]
“On 10 July [1945] the Emperor again urged haste in the moves to mediate through Russia, but Potsdam intervened. While the government still awaited a Russian answer, the Hiroshima bomb was dropped on 6 August.” [2, p.48]
In de chaotische nadagen van WO 2 leek het inzetten van de atoombom voor de Amerikanen een doel op zich geworden. Het was zeker ook een prestigeproject. Vanuit militair-strategisch oogpunt was het afgooien van atoombommen op Japan slechts met grote moeite verdedigbaar: “Based on a detailed investigation of all the facts and supported by the testimony of the surviving Japanese leaders involved, it is the Survey’s opinion that certainly prior to 31 December 1945, and in all probability prior to 1 November 1945, Japan would have surrendered even if the atomic bombs had not been dropped, even if Russia had not entered the war, and even if no invasion had been planned or contemplated.” [3, p 26]
De werkelijke redenen voor het werpen van de atoombom waren helaas beduidend cynischer. Het nucleaire machtsvertoon leek niet in de laatste plaats gericht aan het adres van Stalin’s Sovjet-Unie. [4] Dit land was na het verslaan van Nazi-Duitsland de nieuwe en geduchte Amerikaanse tegenstrever geworden in de strijd om wereldhegemonie, in de steeds guurder wordende Koude Oorlog. Symbolisch in deze is dat medewerkers aan het Amerikaanse Manhattan Project onder leiding van Robert Oppenheimer streng gescreend werden op communistische of Sovjet sympathieën, maar dat voormalige nazi’s vanaf 1943 gewoon welkom waren.
Stalin had na de capitulatie van Nazi-Duitsland op 8 mei toegezegd binnen 90 dagen een front te openen in de Stille Oceaan. De oorlogsverklaring aan het adres van Japan vond inderdaad plaats op 8 augustus, toen Sovjettroepen reeds door Mantsjoerije marcheerden. [5] De timing van de atoombommen lijkt daarmee ook bepaald door de wens om Stalin voor te zijn en de Japanners zo snel mogelijk te laten capituleren aan alleen de Amerikanen. Maar was de verwoesting van Hiroshima dan niet genoeg? Of was het afwerpen van een atoombom boven zee, of in onbewoond gebied niet een even afschrikwekkend voorbeeld geweest?
De bom op Nagasaki volgde bovendien zo snel op die van Hiroshima, dat het argument dat ook deze bom nodig was om de Japanse legerleiding op de knieën te dwingen, schromelijk tekortschiet: “The second run was not delayed in order to give Japan time to surrender, but was waiting only for a sufficient amount of plutonium-239 for the atomic bomb.” [6]
Daarnaast was er natuurlijk ook een enorm wetenschappelijk belang. Er waren al Amerikaanse onderzoeksteams opgezet om studie te kunnen doen naar de gevolgen van de Two Billion Dollar Bomb. Hiroshima en Nagasaki – het oorspronkelijk doel was Kokura, maar daar was het zwaar bewolkt – waren mede gekozen vanuit het oogpunt van een experiment, om de impact van deze nieuwe wapens te testen op dichtbevolkte stedelijke centra. Een atoombom op het reeds grotendeels tot puin gebombardeerde Tokio had symbolisch gezien waarschijnlijk nog een grotere impact gehad geweest op de Japanners, maar had nauwelijks interessante data opgeleverd.
In tegenstelling tot veel andere steden in Japan, die na maanden van verwoestende conventionele bombardementen vrijwel met de grond gelijk waren gemaakt, waren Hiroshima en Nagasaki nog grotendeels intact. Op basis hiervan werden ze door Robert Oppenheimers Target Committee in Los Alamos reeds in mei 1945 bestempeld als geschikte doelen. Hiroshima werd gekenschetst als “an important army depot and port of embarkation in the middle of an urban industrial area. It is a good radar target and it is such a size that a large part of the city could be extensively damaged. There are adjacent hills which are likely to produce a focusing effect which would considerably increase the blast damage. Due to rivers it is not a good incendiary target.” [7] Aangezien de bommen bovendien van een verschillend type waren, was het mogelijk interessante vergelijkingen te maken. Little Boy, de bom op Hiroshima, was van het Uranium 235 type, de zwaardere Fat Man van het Plutonium 239 type. Het afwerpen van de bom en de gevolgen op de grond waren vanuit de lucht al nauwgezet vastgelegd. Vanaf begin september deden Amerikaanse wetenschappers onder supervisie van majoor-generaal Leslie R. Groves onderzoek op de plaats delict naar de gevolgen van de atoombommen. In juni 1946 kwamen het Manhattan Engineer District uiteindelijk met een lijvig rapport.
De bevolking van deze twee gedoemde Japanse steden had natuurlijk geen schijn van kans. Amerikaanse pamfletten om de burgerbevolking van Nagasaki te waarschuwen voor de op handen zijnde onvoorstelbare vernietiging dwarrelden pas op 10 augustus neer uit Amerikaanse vliegtuigen, boven een toen al compleet verwoeste stad. Drie dagen eerder al had Little Boy, eveneens onaangekondigd, een soortgelijke apocalyptische vuurstorm aangericht in Hiroshima. Het was een gebeurtenis die een euforische president Truman prees als “the greatest thing in history”. [8]
Bekijk foto’s van de verwoesting in Hirsohima en Nagasaki en van de gruwelen voor de overlevenden of lees het indrukwekkende relaas van Tsutomu Yamaguchi, de man die als enige beide atoombommen overleefde.
Reacties (2)
Voor meer indrukwekkende ooggetuigenverslagen:
http://www.atomicarchive.com/Docs/Hibakusha/index.shtml
Of kijk naar de doku ‘De Optimisten’ die dezer dagen een paar keer via het geschiedeniskanaal Nederland24 te zien is (wisselende tijdstippen).
Ooggetuigenverslagen van nederlandse krijgsgevangenen, ook erg indrukwekkend.