GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag is dat Ger Bosma met een kleine historische terugblik op de Tour.
De renners van de Tour rijden vandaag de laatste kilometers naar Parijs. Traditiegetrouw zal de finish liggen op de Champs-Élysées. Hoewel traditie? Het lijkt misschien alsof het nooit anders is geweest, maar toch is het pas sinds 1975 dat de Tour de France daar eindigt. De Belg Walter Godefroot won die dag de sprint en Bernard Thévenet kreeg definitief le maillot jaune om de schouders. De laatste Tourdag is overigens vaak weinig meer dan een formaliteit. Ook in 2010 ligt het draaiboek voor de zesendertigste aankomst op de Champs-Élysées al enige tijd klaar. Contador zal het geel behouden en Cavendish wint voor de vijfde maal de massasprint.
Toch is er heel wat veranderd sinds de eerste editie in 1903, die gewonnen werd door Maurice Garin. Die eerste Tour, georganiseerd door de hoofdredacteur van het tijdschrift L’Auto, Henri Desgrange, had een lengte van 2428 kilometer. Qua afstand valt dit mee. De Tour van 1926, de langste en volgens sommigen de zwaarste ooit, was 5745 km lang. De laatste jaren praten we gemiddeld over een parcours van zo’n 3500 km.
Daar stond tegenover dat de Tour in 1903 werd verreden in slechts zes monsterlijk lange etappes, verspreid over ruim 2 weken. Het was indertijd duidelijk nog geen toeschouwersport. Voor zover de renners in die beginjaren niet vals speelden door bij tijd en wijle af te snijden of alternatief vervoer te pakken, was het een bijzonder lange zit. Voor degenen die langs het parcours (in estafette) de controleposten bemanden, was het overigens bijna net zo’n uitputtingsslag als voor de renners zelf.
De allereerste etappe op 1 juli 1903 van Parijs naar Lyon was maar liefst 467 km lang en werd door winnaar Garin gereden in 17 uur en 45 minuten, een gemiddelde van zo’n 26 km per uur. Dit is behoorlijk indrukwekkend gezien de staat van de meeste wegen – onverhard, zeker in de bergen – en op een fiets van ruim 18 kilo, zonder versnellingen en zelfs zonder remmen! De renners fietsten ook gewoon de hele nacht door. Zij hadden evenmin de beschikking over verzorgers, begeleiders of reservefietsen zoals tegenwoordig. Renners moesten onderweg alle mogelijke reparaties dus zelf uitvoeren, hooguit geassisteerd door de plaatselijke dorpssmid.
Na diskwalificatie van zijn belangrijkste tegenstrever Hippolyte Aucouturier (wegens stayeren achter een auto) en het roemloos langs de weg in slaap vallen van een andere geduchte concurrent Léon Georget, kon de winst Garin niet meer ontgaan. Hij won 3 van de 6 ritten en finishte op 19 juli in Parijs. Niet in het geel overigens, le maillot jaune werd pas in 1919 geïntroduceerd. De trui is geel vanwege de kleur van het papier waarop L’Auto werd gedrukt. Op dezelfde wijze dankt de Giro zijn roze leiderstrui (sinds 1931) aan het roze papier van de Gazzetta dello Sport.
In 1904 won Garin wederom de Tour, maar werd gediskwalificeerd omdat hij een deel van het parcours met de trein zou hebben afgelegd. Tegenwoordig wordt het hele Tourspektakel zo minutieus door camera’s en juryleden in volgauto’s gadegeslagen, dat je als courreur niet meer wegkomt met de weinig subtiele trucs waarmee Garin en kompanen probeerden de koers naar hun hand te zetten.
Maar vals spelen loont nog steeds, gezien het onuitroeibare fenomeen van dopinggebruik. Ondanks alle schandalen, blijkt menig renner voor een kans op de eindzege nog steeds bereid reputatie en gezondheid op het spel te zetten. Ook de ogenschijnlijk clean verlopen Tour van 2010 zal daarin weinig verandering brengen. In de komende weken zullen ongetwijfeld nog diverse renners aan de schandpaal worden genageld.
Reacties (3)
“Het was indertijd duidelijk nog geen toeschouwersport”
Pardon? Desgrange wilde na de tweede Tour het evenement opdoeken, vanwege het te grote succes (en wielrenners die massaal de trein namen in plaats van de etappes uit te fietsen). De toeschouwers werden namelijk iets te enthousiast en begonnen de tegenstanders van hun favoriet in elkaar te slaan of kopspijkers voor de wielen te gooien.
Overigens waren veel van de ontberingen in den beginne (bv. geen versnellingen en zelf de fiets moeten repareren, zonder assistentie van een smid!) opgelegde regels. Desgranges wilde er namelijk een zo’n hard mogelijke koers van maken. Ook de eerste cols (over bergpaadjes) waren een sadistisch ideetje dat hij voor de Tour van 1905 bedacht, waarbij hij er niet over peinsde om het derailleur toe te staan (renners moesten maar een wiel met twee tandraden gebruiken en dat omdraaien als het bergop ging).
Haha, leuk verhaal. Wist ik allemaal niet. Wanneer ik het stripboek ‘Asterix en de Ronde van Frankrijk’ lees (origineel: 1963) herken ik exact het hierboven geschrevene. Niet de precieze foefjes om de eindstreep te halen, maar wel het gebruik maken van alle mogelijke hulpmiddelen om de strijd tot een goed einde te brengen.
@1 Bedankt voor je nuttige aanvullingen. Inderdaad was Desgrange degene die met allerlei Spartaanse eisen kwam aan de renners.
Over de toeschouwersaantallen weet ik het fijne niet, maar gezien het fietsen in onchristelijke uren, de lengte van de ritten, het ontoegankelijke terrein (onverharde bergwegen) en gebrek aan moderne communicatiemiddelen, schat ik in dat het toch wel iets minder druk was dan donderdag jl op de Ventoux.
Tourfolklore, altijd leuk…