Het salaris van de minister-president is een politiek bepaald salaris en zou om die reden niet de norm moeten zijn voor de salarissen van ambtenaren en anderen met een publieke functie, vindt hoogleraar Arbeidsverhoudingen bij de overheid Roel Bekker. Maandag 26 januari hield hij in Leiden zijn oratie (.pdf). Dit interview verscheen eerder op de site van de Universiteit Leiden.
Hoogte salaris minister-president politiek bepaald
Bekker: “We praten alleen maar over de Balkenendenorm, een salaris van 176.000 euro bruto per jaar. De redenering daarbij is dat de salarissen van alle publieke functionarissen ? zoals ambtenaren, maar ook ziekenhuisdirecteuren, bestuurders van omroepen en universiteiten ? daar onder moeten blijven. Ik vind die koppeling niet verstandig. In de discussie over beloning bij de overheid wordt alleen maar daarover gesproken en veel te weinig gekeken naar hoe moeilijk het werk in kwestie echt is, wat iemands verantwoordelijkheden zijn en hoe je iemand via beloning kunt stimuleren. Er wordt ook nauwelijks rekening gehouden met hoe lastig het is om een bepaalde functionaris aan te trekken op de arbeidsmarkt.” Bekker vindt het salaris van de minister-president overigens wel te laag. “Maar daar kan alleen de politiek iets in veranderen. Het salaris van de minister-president is niet gebaseerd op uitgangspunten die normaal gesproken een rol spelen in de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden, maar komt uitsluitend tot stand op basis van politieke overwegingen.”
Meer dan Balkenendenorm moet mogen
Bekker maakt onderscheid tussen het politieke en het professionele domein. “Wat de minister-president, de ministers en de kamerleden verdienen, wordt bepaald op louter politieke gronden. Ambtenaren en andere publieke functionarissen zitten in een ander domein: het professionele. Als je vindt dat alle salarissen in het professionele domein onder de Balkenendenorm moeten blijven, introduceer je een politieke norm in een professioneel gebied. Daardoor gaat op het ogenblik de discussie niet meer over beloningsbeleid, maar alleen over de salarishoogte,” aldus Bekker. Meer verdienen dan Balkenende moet dus mogen voor ambtenaren en anderen in publieke dienst, zij het dat dat wel aan een maximum gebonden zou moeten zijn.
Prestatiebeloning
Bekker is voor prestatiebeloning binnen het professionele domein. “Wanneer twee mensen dezelfde functie hebben, hoeven ze niet hetzelfde te verdienen. Wie beter presteert, mag meer verdienen.” Hij stelt voor om binnen de verschillende publieke sectoren ? gezondheidszorg, omroepbestel, hoger onderwijs, etc. ? objectieve beloningscommissies in te stellen. “Zo’n commissie moet overigens niet te snel roepen dat een salaris te laag is, omdat vergelijkbaar werk bij het bedrijfsleven beter betaalt. Het staat iemand vrij om daar te gaan werken. De commissie moet hier verstandig mee om gaan, differentiëren en het salarisbeleid niet politiek, maar op zijn merites beoordelen.”
De ambtenaar: onbekend maakt onbemind
Bekker pleit er in zijn oratie voor dat Nederlandse topambtenaren zich meer in het openbaar verantwoorden dan ze tot dusver doen. “De minister is natuurlijk wel zelf verantwoordelijk, maar dat wil niet zeggen dat hij ook alles zelf moet doen. In Groot-Brittannië worden de secretarissen-generaal van de ministeries ieder jaar uitgenodigd om in het parlement verantwoording af te leggen over de manier waarop zij het beleid van de minister hebben uitgevoerd. Het zou helemaal geen slecht idee zijn als ook Nederlandse topambtenaren dat meer zouden kunnen doen. De ambtenaar is nu nog veel te veel een anonieme bureaucraat. En onbekend maakt onbemind. Ambtenaren ? Nederland telt er als je iedereen meetelt bijna 1 miljoen ? hebben bovendien ook nog een eigen ambtelijke status met bijbehorende rechtsbescherming. Geen wonder dat er grappen over ambtenaren worden gemaakt.” Grappen die Bekker ook verzamelt. Zijn verzameling telt enkele tientallen items, afkomstig uit verschillende landen.
Productiviteit van de ambtenaar
De pointe in menige ambtenarengrap heeft te maken met een thema dat Bekker ook in zijn oratie aansnijdt: de productiviteit van de ambtenaar. “De productiviteit van de ambtenaar is een beetje een taboe, men heeft het er liever niet over. Dat is natuurlijk ook precies de reden dat er grappen over gemaakt worden. Ambtenaren werken niet met een prikklok. Ik heb bij een ministerie wel eens de aankomst- en vertrektijden van ambtenaren bekeken ? die gegevens werden geregistreerd met behulp van de automatische toegangspoortjes. Het bleek dat niet iedere ambtenaar zoveel werkte als hij moest werken. Anderen werkten overigens weer veel meer. Op productiviteit zou best eens wat beter gelet mogen worden.”
Reacties (3)
Pffff, wat een hoop open deuren. Het gebeurt natuurlijk al lang dat er ambtenaren zijn die meer dan de balkenendenorm verdienen. Sommige specialisten op het ministerie van Financiën bijvoorbeeld.
Wat echter stuitend is, is dat dit betoog van Bekker komt. Hij zou toch moeten weten dat het productiviteitsgehalte van een SG in het algemeen en van Bekker in het bijzonder beneden alle peil ligt.
De belangrijkste taak van Bekker was de taakstelling van 15.000 ambtenaren. Daar komt helemaal niets van terecht. Op elk ministerie zijn ze bezig om daar zo ‘creatief’ mogelijk mee om te gaan. Wat ben je dan waard…
Ik wil ook graag meer verdienen dan mijn werkgever. Kan de heer Bekker dit gloedvolle betoog ook niet eens een keertje voor het vrije bedrijfsleven houden?
Iets serieuzer: de trend van het betoog is feitelijk, dat ambtenaren hoge salarissen moeten krijgen, omdat het bedrijfsleven ook hoge salarissen betaalt (heel vrij vertaald), maar je zou dan evengoed eens naar die salarissen kunnen kijken, natuurlijk, want het feit dat in het bedrijfsleven een hoog salaris verdiend wordt, is geen garantie, dat dat werk op zijn merites beoordeeld wordt. Krapte op de arbeidsmarkt is geen merite van de persoon, die die baan komt invullen.
Maar ja, die Bekker moet natuurlijk gewoon zijn eigen veel te hoge salaris verdedigen…
Salaris naar prestatie. Manager is een professionaliteit?
Blij dat ik ambtenaar ben bij een dienst die altijd nodig blijft. Immers, mijn vorige werkgever laat nu zien waarom je daar geen vaste maar jaarscontracten of nog liever halve jaarscontracten aangeboden kreeg.