Schokkend. Wreed. Angstaanjagend. Gruwelijk. Of gewoon mooi?
De schilderijen van Francis Bacon worden zelden ‘gewoon mooi’ gevonden. De anekdote gaat dat de Britse ex-premier Margareth Thatcher hem typeerde als “that man who paints those dreadful pictures”. Thatcher’s kwalificatie moet je in haar perspectief zien. Ze vond alles en iedereen verschrikkelijk, behalve zichzelf.
Francis Bacon heeft nooit een portret van Thatcher gemaakt, maar zou hij het gedaan hebben dan zou ze waarschijnlijk tot op het bot toe druipend van het bloed zijn afgebeeld.
Studie van Thatcher, vrij naar Francis Bacon.
Waarom vandaag Francis Bacon? Op 21 februari is in de Nieuwe Kerk te Amsterdam het drieluik In Memory of George Dyer (1971) te zien. En van 12 april tot en met 24 augustus 2014 wordt in het Noordbrabants Museum in Den Bosch grafisch werk van Bacon tentoongesteld. Een goede gelegenheid om zelf van dichtbij te bekijken wat je van zijn werk vind.
Bacon was geïnspireerd door de verschrikkingen die mensen konden aanrichten en tevens door het simpele feit dat alles een keer dood gaat. Op de vraag waarom hij mensen zo wreed afbeeldde, antwoordde hij dat een roos in bloei prachtig is, maar dat de verlepping en het uiteenvallen bij het leven hoort. Waarom zou ook dat niet prachtig zijn?
Ook al weet ik dat veel van zijn werk te maken heeft met verschrikkingen, verloedering en verval, ik vind Bacons werk “gewoon mooi”. Ik zie de wreedheid er achter niet eens meer. Waardeer ik Bacons werk nu helemaal verkeerd?
Overigens was het deze week weer raak: opnieuw is een schilderij van Bacon voor een ongelooflijk bedrag geveild. Eerder dit jaar werd er een drieluik voor een top-bedrag geveild. De totale waarde van al het werk dat tot nu toe bij veilingen werd verpatst (zo’n 11 of 12 werken) overstijgt zelfs de totale waarde die zo’n 17 werken van Picasso ooit hebben opgebracht.
Bacon doet het goed bij verzamelaars en kunsthandelaars. Vreemd eigenlijk, want de man produceerde heel wat werk. Het meeste was studiemateriaal. Bedoeld om tot de, in zijn ogen, beste weergave van wat in zijn hoofd spookte op het doek te zetten. Veel van die studies, maar ook definitief materiaal, werden drieluiken. Kon Bacon niet beslissen wat hij zelf de beste versie vond?
Anderzijds niet zo vreemd. Bacons eerste vriend was een kunsthandelaar. Tevens de man die later, Bacon was inmiddels smoor op de schilder Lucian Freud, voor de grote doorbraak van Bacon zorgde. De kunsthandelaar zag in Bacons atelier Three Studies for Figures at the Base of A Crucifixion, kocht het drieluik en schonk het aan de Tate Gallery.
Tijdens zijn leven bracht zijn werk al heel wat op, maar Bacon verbraste het in casino’s en kroegen. Dat bracht hem wel op een artistieke vondst. Op een berooid moment had hij geen geld voor nieuwe doeken en begon op de achterkant van eerder werk te schilderen. Het effect, de verf zoog diep in het linnen, vond hij van toegevoegde waarde voor zijn expressie.
Hoe Bacon zelf dacht over zijn werk en wat anderen er van vonden is te zien op een 55 minuten durende DVD, op Youtube in 6 delen geknipt. Melvynn Bragg interviewt Bacon terwijl ze door een retrospectief van zijn werk in de Tate Gallery lopen, later in zijn atelier verder praten, de kroeg bezoeken en eindigen in een casino. De onverknipte DVD is ook in Sargasso’s winkeltje verkrijgbaar.
Terug naar de centrale vraag. Is Bacons werk “gruwelijk mooi” of “gewoon mooi”?
Figure with Two Owls, Study for Velazquez – 1963.
Three Studies for the Portrait of Lucian Freud -1964.
Reacties (7)
Terug naar de centrale vraag. Is Bacons werk “gruwelijk mooi” of “gewoon mooi”?
Geen van beide. Het is expressief en appelleert bij iedereen aan een onbewuste kennis over wat de mens is. Het houdt een spiegel voor.
Iets wat echt goede kunst altijd doet.
Maar misschien is dat wel wat we mooi noemen.
Ik sluit me aan bij Qwerty. Het is kunst optima forma, “het is”. Mooie aflevering weer :)
@1: Jij weet meer van Bacon, hè? Het verhaal gaat dat hij hoopte dat de toeschouwers die “onbewuste kennis over wat de mens is” in zijn werken zouden herkennen.
@2: Overigens verwees hij ook regelmatig elke analyse van zijn werk van de hand, onder het motto: het is wat het is, meer niet.
Daarover zeiden anderen weer dat hij wat mysterieus deed, om zij echte drijfveren niet te onthullen. Wat
r, naar mijn idee, de verkoopwaarde altijd goed doet….
Zie ik dat goed, heeft de redacteur nu zelf de kwast ter hand genomen om een portretstudie van Thatcher (vrij naar Bacon) te maken?
@4: Dat zie je goed. En het resultaat is dan ook een stuk beroerder dan Bacons werk. Hij had echte verf, ik had paint.
Cokerma´s recensie over de schilder Bacon, gevoegd bij diens portretten, bracht mij ´Ik Jan Cremer´ in herinnering, die reclameschilder. Verder viel mij ´s recensents vermenging van politiek met kunst op. Dit samengaan is niet verboden en kunnen beide vocaties zelfs prachtig samenkomen – neem Delacroix´ La libert guidant le peuple´- maar zoals C. zich dat voorstelt met een Thatcher ´tot op het bot toe druipend van het bloed druipend van bloed´, krijg je alleen iets schunnigs. Ongelooflijk!
Maar wat is kunst? Kunst is een verzelfstandigd bij-product (of afvalprodukt!) van doorgedreven religie en – ambacht. De waarde van dit samenraapsel dat wij KUNST hebben leren noemen, wordt wat picturale toepassing betreft geheel door haar ´trompe l´oeil´ gehalte bepaald. Dat hebben de oude Grieken ons geleerd en nooit heeft iemand ze verbeterd. Of een schilderij – zeg een portret ´ goed of slecht is, laat zich dus pas vaststellen na vergelijking met het origineel. Als dat mogelijk is natuurlijk.
Hoe laten Bacons ´portretten´ zich nu evalueren? Zijn ze goed of slecht? Wilde´s novelle ´Het portret van Dorian Grey´ helpt ons bij het vinden van een antwoord. In de mate waarin Bacons geschilderde gedrochten Bacon ziel en streken nauwkeurig(er) weerspiegelen, in die mate laten ze zich waarderen.
Cokema eindigt zijn verhaal over Bacon met: ´Terug naar de centrale vraag. Is Bacons werk “gruwelijk mooi” of “gewoon mooi”?
Ik geloof dat wij nu mogen zeggen dat B´s werk ´gruwelijk´ gewoon is, of ´gewoon´ gruwelijk. Cokema had dus al de woorden, alleen moesten die even recht gezet worden.
@6: Kunst is al lang niet meer wat de oude Grieken er over beweerden. Okee, het blijft “plaatjes maken”, en ja, menig kunstenaar geeft het een titel die er op wijst dat het plaatje een verbeelding van een stukje werkelijkheid is. Maar niet alle kunst wenst er vervolgens mee vergeleken te worden. Je klassiekers kennen is mooi, je moet er niet mee leven.
Er is een wezenlijk verschil tussen ´trompe l´oeil’ en ‘beauty in the eye of the beholder’. Als ik zeg het werk van Bacon ‘gewoon mooi’ te vonden, dan vergis ik me niet in mijn eigen waarneming. Hooguit doe ik het werk van Bacon er mee tekort.