RECENSIE - Hoe kunnen we het langetermijndenken bevorderen in een kortetermijnwereld?
De waan van de dag, de focus op het hier en nu, de onmiddellijke behoeftebevrediging, de snelle winst, de politieke blik die niet verder gaat dan de volgende verkiezingen: we leven in een wereld waarin de korte termijn ons denken en gedrag in hoge mate domineert. Wat ons doen en laten betekent voor volgende generaties komt nauwelijks aan de orde, en zeker niet in de onstabiele, crisissituatie waarin we momenteel zitten. Toch dringt de vraag zich op: wat betekenen onze keuzes vandaag voor het toekomstige leven van onze achterkleinkinderen? Zijn wij goede voorouders voor de generaties die nog komen?
De Britse politiek filosoof Roman Krznaric wil ons met De goede voorouder op weg helpen om meer op de lange termijn te denken. Hij pleit voor intergenerationele solidariteit. Het leven dat wij nu leiden is mede mogelijk gemaakt door creatieve, hard werkende, verantwoordelijke en vooruitziende voorouders. Laten we het nu dus niet verpesten voor ons nageslacht door in ons gedrag niet verder te kijken dan vandaag en morgen. Deze morele oproep onderbouwt Krznaric met een analyse van de bestaande remmen op het langetermijndenken en de mogelijke strategieën om ons op het spoor te zetten van meer verantwoordelijkheid voor de toekomst.
Erflaters
De ’tirannie van het nu’, het streven naar snelle beloningen en onmiddellijke behoeftebevrediging, brengt Krznaric onder meer in verband met de macht van de klok, het speculatieve kapitalisme, het politieke presentisme en -meer recent- de digitale afleiding. Daartegenover zet hij zes manieren om te leren op langere termijn te denken. We moeten onszelf allereerst wat nederiger opstellen in de tijd. We zijn tenslotte niet meer dan een ‘een stipje op de kosmische kalender’. Daarnaast is het nodig een ‘erflatersmentaliteit’ te ontwikkelen (of zoals ze bij het CDA zeggen: rentmeesterschap). Verder pleit hij voor groter denken (‘kathedraaldenken’), intergenerationele rechtvaardigheid, transcendente doelstellingen en holistisch voorspellen.
Zevende generatie
De goede voorouder kan volgens Krznaric veel leren van oude, inheemse culturen waar het vereren van de voorouders gepaard ging met zorg voor de nog komende generaties. Zo laten sommige Amerikaanse indianenstammen zich in hun besluitvorming leiden door in de de vraag of de zevende generatie er baat bij zal hebben.
Aan dit wereldbeeld ligt een filosofie van diep rentmeesterschap ten grondslag, waarin de aarde niet het ‘eigendom’is van de huidige generatie, die haar naar believen kan gebruiken, maar veeleer een levende entiteit, een Moeder Aarde die in ongeschonden en bloeiende staat moet worden gehouden voor haar nakomelingen en al het leven op de planeet (…) Door te fungeren als rentmeester voor de zevende generatie geef je ten diepste aan dat je je bewust bent van de biosfeer (p.97)
De geschiedenis levert ons ook vele voorbeelden van langetermijndenken die de tand des tijds hebben doorstaan. Krznaric noemt er een hele reeks, naast Romeinse aquaducten en de Chinese Muur, het Londense rioolstelsel ook de Nederlandse polderstructuur met Middeleeuwse waterschappen die ons land tegen overstromingen moeten behoeden.
Inspiratie
Inspiratie genoeg in De goede voorouder. Veel verhalen over mensen elders en in het verleden die zich verantwoordelijk hebben getoond voor het voortbestaan van de generaties na hen. En veel mooie, passende citaten over de hedendaagse kortzichtigheid en het grote belang verder te kijken en groter te denken. Toch bekroop me al lezend het gevoel dat Krznaric’ idealistische programma minder makkelijk te realiseren is als wij misschien zouden willen. Dat komt vooral omdat de belangrijkste opdracht van Krznaric voor de goede voorouder gelegen is in een verandering van het denken. De onderliggende veronderstelling is dat als we anders gaan denken het allemaal beter zal gaan. Maar werkt dat wel zo?
Economie
Hoe inspirerend De goede voorouder ook is om afstand te nemen van het kortetermijndenken, in de analyse mis ik de meer fundamentele invloeden van de neoliberale economie, de financialisering van de economie (geld is leidend i.t.t. productie en consumptie) en de digitalisering. Krznaric negeert de economie niet, maar gaat er naar mijn smaak niet diep genoeg op in. Hij biedt wel een alternatief: de ‘donut-economie’, zoals die is ontwikkeld door Kate Raworth, niet geheel toevallig zijn partner. Maar ook Raworth is meer programmatisch dan analytisch en laat de weg naar dat andere, voor het milieu en het klimaat betere economische model grotendeels open. Het is een inspirerend beeld, maar daarmee verander je het kortzichtige economische denken nog niet.
Tijdrebellen
Hier ligt dus een vraag voor de politiek. In het derde deel van zijn boek richt Krznaric de schijnwerpers op de achtergronden van de kortzichtigheid in de politiek. Herkenbaar: de vierjaarlijkse verkiezingscycli, de invloed van lobbygroepen met kortetermijnbelangen, de blinde vlek voor toekomstige generaties, de sociale media met de waan van de dag en de beperkte blik die de natiestaat als kader biedt. Gelukkig komen er steeds meer ’tijdrebellen’, zoals Krznaric ze noemt, die de lange termijn op de agenda zetten. In verschillende landen (Wales is het grote voorbeeld) zijn er commissies of commissarissen werkzaam die namens toekomstige generaties wetsvoorstellen beoordelen. Krznaric noemt ook het voorbeeld van Urgenda die ‘namens de toekomst’ een juridische procedure over het klimaatbeleid van de Nederlandse staat heeft gewonnen.
Intergenerationele solidariteit
Om het politieke bedrijf meer op de lange termijn te richten, meer te laten functioneren als goede voorouder, moet er nog een flinke slag gemaakt worden. Krznaric reikt daarvoor een aantal ideeën aan, zoals burgerberaden en de erkenning van rechten van toekomstige generaties. Met die rechten zou onder andere een strafrechtelijke aanpak mogelijk zijn van ‘ecocide’, wat staat voor een omvangrijke, onherstelbare vernietiging van het ecologisch systeem. Zijn we voor een beter beleid niet meer gebaat bij een verlichte despoot, een buitengewone, voorbeeldige goede voorouder in plaats van een stroperig werkende democratie met onzekere resultaten? Aan de hand van een recent door McQuilkin ontwikkelde ‘Intergenerationele Solidariteitsindex’ laat Krznaric zien dat de liberale democratie het toch wint van de autoritaire leiders. De ranglijst wordt aangevoerd door IJsland, Zweden en Nepal. Nederland staat op de achttiende plaats, net boven Bulgarije en Wit-Rusland. Misschien kunnen we daar op 17 maart verandering in brengen? Tip van Roman Krznaric: bespreek de verkiezingsprogramma’s met je kinderen en laat zij een keuze maken voor de beste opties voor hun kleinkinderen.
Is de link naar het boek hierboven niet zichtbaar? Klik dan hier om het boek te bestellen
Reacties (7)
Het begint natuurlijk met de erkenning dat onze kortetermijndenken biologisch zit ingebakken. Mensen geven grosso modo de voorkeur aan directe behoeftebevrediging, want morgen ben je misschien wel dood. Onze verre voorouders zijn verantwoordelijk voor uitsterven van een groot deel van de grote landzoogdieren, niet bepaald voorbeeldig rentmeesterschap. Kapitalistisch of politiek kortetermijn denken is slechts een moderne uiting hiervan.
Culturen kunnen natuurlijk wel degelijk gericht zijn op de langere termijn, in meer of mindere mate, dus we hoeven niet bij de pakken neer te zitten.
Dan is het natuurlijk positief dat de mensheid juist nu meer dan ooit in de geschiedenis in staat is om (ver) vooruit te denken. We kunnen met elkaar constateren dat de aarde opwarmt en daar iets aan doen. Dat dit niet erg soepel gaat is waar, maar het is ook waar dat dit nergens eerder in de geschiedenis mogelijk was geweest.
[ Het leven dat wij nu leiden is mede mogelijk gemaakt door creatieve, hard werkende, verantwoordelijke en vooruitziende voorouders. ]
Echt?
Als dan ook nog de polders en waterschappen genoemd worden…
In 1953 hadden we talloze waterschappen die allemaal verschillende dijkhoogtes nodig vonden. Het was ook al tientallen jaren bekend dat er iets moest gebeuren om Zeeland veiliger te maken.
Polders? Heel veel polders zijn zijn ontstaan door afgraving van veen. Zeer lucratief die “olie” van die tijd, maar we zijn sindsdien veroordeeld tot pompen tot het einde der dagen. De boel blijft zakken, terwijl het zeegrondwater steeds harder omhoog drukt. We hebben ons land in de oven gegooid.
Ver voor de polders was West Nederland een groot moeras tot de monniken kwamen en met drainagesloten het gebied ontgonnen. Maar veen oxideert als het boven water komt. Zo is sinds de Romeinen het land zo’n 4 meter gezakt, tot onder zeeniveau.
De generatie die de oorlog meemaakte zal zeker aan de toekomst gedacht hebben toen ze de eerste jaren na de oorlog hard werkten aan de wederopbouw en weinig loon kregen. Tegelijkertijd begon een industrialisatie met vervuiling en gifdumpingen op enorme schaal, waar we nog generaties lang last van zullen hebben.
Verantwoordelijke en vooruitziende voorouders? Ik zie graag betere voorbeelden.
Je kunt met een hedendaagse blik kijken naar het weinig duurzame gebruik van de polders en de tekortkomingen in het dijkonderhoud die Zeeland na de oorlog onveilig hebben gemaakt. Maar Krznaric heeft de waterschappen genoemd als voorbeeld van beheerstructuur die de tijd heeft doorstaan. Die waterschappen zijn lang geleden opgericht vanuit het inzicht van onze voorouders dat de bescherming tegen het water alleen lukt in een gemeenschappelijke onderneming die democratisch bestuurd wordt door alle betrokkenen en niet moet worden overgelaten aan individuele boeren of polderbewoners. Kunnen we best nog wat van leren, dacht ik.
[ alleen lukt in een gemeenschappelijke onderneming ]
Ze snapten dat ze alleen gezamenlijk hun eigendom en leven konden beschermen en betalen met dijken rondom hun gezamenlijke grondgebied, in plaats van elke boer en elk dorp zijn eigen dijk te laten bouwen.
Met verantwoordelijkheid en vooruitzien voor toekomstige generaties heeft dat m.i. niets te maken.
Het is prima om de vooruitziendheid van de polderbeheerders in de context van hun tijd te willen beschouwen, maar dan moet je niet ook roepen dat we ze tot voorbeeld moeten nemen. Zij probeerden ook maar de problemen van dat moment op te lossen, zonder zich heel druk te maken over wat voor problemen dit later zou veroorzaken. Net als wij dus.
Het levert nog een andere relativering op: ja, de ontginning van het veen heeft ons veel problemen opgeleverd, waar we nog steeds last van hebben. Tegelijkertijd heeft dat Nederland tot een van de welvarendste landen van de wereld gemaakt. Misschien zakt Nederland uiteindelijk toch weg in zee, maar de bewoners van Nederland hebben dat toch verdomd lang weten uit te stellen. Het al heel wat als we als mensheid de problemen oplossen op het moment dat ze zich voordoen, in plaats van ook nog te verwachten dat we de problemen voor toekomstige generaties oplossen.
https://www.trouw.nl/religie-filosofie/de-goede-voorouder-van-roman-krznaric-laat-ons-nadenken-over-wat-we-achterlaten~b1783d14/
Nog een tip voor voor het economische kortetermijndenken in Nederland: Dirk Bezemer ‘Een land van kleine buffers’