COLUMN - De machine werkt op volle toeren. Langzaam sijpelt dit door vanuit de hogere regionen naar de lagere, wat ik vooral merkte in het verpleeghuis waar ik werkte. Een manager kon ongestoord op een andere locatie aan de slag, terwijl er bij ons nog heel wat lijken uit de kast stortten. Niemand verbaasde het, maar ook niemand hogerop sprak de leidinggevende aan. Die kon ongestoord verder op de andere locatie.
Ik heb op heel wat verschillende plekken gewerkt sinds ik verpleegkundige ben. De laatste jaren van mijn opleiding in een groot ziekenhuis, vervolgens nog een kleiner ziekenhuis, op verschillende afdelingen. Het verpleeghuis en de thuiszorg heb ik gezien. In elke organisatie waar ik geweest ben, werkt de verdeel- en heersmachine.
Ik weet nog dat ik in een ziekenhuis werkte en ik ontevreden was over de salarisverhoging en het tijdstip waarop ik die kreeg. Toen ik er vragen over stelde werd mij gezegd; “dit gaat altijd zo” en andere drogredenen, met eigenlijk de boodschap; niet zeuren, mond houden. Ik ging hier verder op door, zocht informatie in mijn omgeving over hoe dit werkte in het arbeidsrecht en de CAO. Ik bleef vragen stellen op mijn werk. Op een gegeven moment, bijna aan het einde van een dagdienst, werd gevraagd of ik op stel en sprong bij de manager op gesprek kon komen aangaande dit onderwerp. ‘Oh boy, nu zullen we het krijgen’, dacht ik nog.
Compleet in de lijn der verwachting zat er iemand van personeelszaken bij, naar eigen zeggen als “onpartijdige derde persoon”, om ons beider belangen te behartigen.
Voelen jullie ‘m al?
Natuurlijk werd er een aanval op mij ingezet, met subtiele hints tussen de regels door, dat ik niet zoveel vragen moest stellen. Het was eigenlijk heel logisch wat ze deden met die salarisverhoging, en gaven wederom wat drogredenen. Men dacht schijnbaar dat ik meer uitleg nodig had, in plaats van aan mij te vragen wat mij nu precies dwars zat en waarom ik zoveel vragen stelde.
Ik ben maar achterover gaan zitten, hen laten praten, en ja en amen gezegd. Ondertussen bedacht ik wat ik zou doen. Ondanks dat ik een opleiding op hun kosten had gedaan en nog een jaar moest ‘nawerken’ voordat ik dit ‘terugverdiend’ had, wist ik al; dit wordt hem niet voor mij. Ik ga hier weg, en heel snel. Als je zo met je personeel omgaat, hoeft het voor mij niet.
Niet dat ik nu heel veel beter af was bij de werkgevers die daarna kwamen. Elke grote organisatie heeft een manier om incompetente werknemers de hand boven het hoofd te houden, op elk niveau. Het is maar net pech of je een druiloor van een leidinggevende tegenkomt waar je van afhankelijk bent. Vaak zit er iemand boven je die er niets van snapt; die ooit wel eens verpleegkunde heeft gestudeerd maar ondertussen niet meer weet wat het vak inhoudt. Of nog erger: een leidinggevende die compleet geen achtergrond in de zorg heeft.
Inmiddels ben ik er voor mezelf achter; ik moet niet meer in grote organisaties gaan werken, kleinschalig is voor mij beter. Vaak zit er niets anders op dan op tijd je biezen te pakken voordat je er zelf aan onderdoor gaat.
Deze column verscheen eerder op het blog van Zuster Merel.