Orwells recensie van Churchills memoires

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Vandaag is het precies vijftig jaar geleden dat Winston Churchill in 1965 overleed.

Bijna zestien jaar daarvoor, in mei 1949, verscheen een recensie van (het tweede deel van) Churchills memoires over de Tweede Wereldoorlog, Their Finest Hour. De auteur was een inmiddels bedlegerige George Orwell, en deze bespreking van Churchills memoires zou het laatste stuk van zijn hand blijken dat ooit gepubliceerd werd. Dit is dus, in zekere zin, de laatste alinea van Orwells carrière:

Whether or not 1940 was anyone else’s finest hour, it was certainly Churchill’s. However much one may disagree with him, however thankful one may be that he and his party did not win the 1945 election, one has to admire in him not only his courage but also a certain largeness and geniality which comes out even in formal memoirs of this type, much less personal than a book like My Early Life. The British people have generally rejected his policies, but they have always had a liking for him, as one can see from the tone of the stories about him that have been told throughout most of his life. Often, no doubt, these stories were apocryphal, and sometimes they were also unprintable, but the fact of their circulating is significant. At the time of the Dunkirk evacuation, for instance, when Churchill made his often-quoted fighting speech, it was rumoured that what he actually said, when recording the speech for broadcasting, was: “We will fight on the beaches, we will fight in the streets.. .. We’ll throw bottles at the b-s, it’s about all we’ve got left”—but, of course the BBC’s switch-censor pressed his thumb on the key at the right moment. One may assume that this story is untrue, but at the time it was felt that it ought to be true. It was a fitting tribute from ordinary people to the tough and humorous old man whom they would not accept as a peace-time leader but whom in the moment of disaster they felt to be representative of themselves.

Het stuk is een uiting van een respect dat (de overtuigde socialist) Orwell vermoedelijk al een tijd koesterde voor (de felle anti-socialist) Churchill, maar lang voor zich heeft gehouden. In Orwells War-time Diary noteerde hij op 27 juni 1940 over een gesprek met (schrijver) Leo Myers:

The unconscious treacherousness of the British ruling class in what is in effect a class war is too obvious to be worth mentioning. The difficult question is how much deliberate treachery exists…..L.M., who knows or at least has met all these people, says that with individual exceptions like Churchill the entire British aristocracy is utterly corrupt and lacking in the most ordinary patriotism, caring in fact for nothing except preserving their own standards of life.

We mogen veronderstellen dat dit een indruk bij Orwell heeft achtergelaten, want als hij meer dan vijf jaar later (aan het eind van 1945 of het begin van 1946, in een brief aan Myers’ biograaf Geoffrey Bantock) het gesprek weer opduikelt, is voor hem het voornaamste punt nog altijd niet de algehele goddeloosheid van de Britse aristocratie, maar Churchills uitzondering daarop:

I was staying with him when war broke out. He spoke with the utmost bitterness of the British ruling class and said that he considered that many of them were actually treacherous in their attitude towards Germany. He said, speaking from his knowledge of them, that the rich were in general very class-conscious and well aware that their interests coincided with the interests of the rich in other countries, and that consequently they had no patriotism—‘not even their kind of patriotism,’ he added. He made an exception of Winston Churchill. 

Het dagboek noch de brief was echter voor publicatie bestemd. In zijn zeldzame cameos in Orwells openbare werk treedt Churchill vaak op als nauwelijks meer dan een object, een simpelweg te accepteren (en zelden te analyseren) deel van de achtergrond. Vrijwel nooit als een speler waarover een waardeoordeel uitgesproken dient te worden, moreel of anderzijds. De enige twee enigszins betekenisvolle uitzonderingen die Orwell uitdrukkelijk maakte zijn bij mijn weten complimenten aan Churchills inzicht in de aard van de Russische revolutie en Churchills gevoel voor PR.

Dat eerste in Wells, Hitler and the World State (augustus 1941):

There survives somewhere or other an interesting controversy which took place between Wells and Churchill at the time of the Russian Revolution. Wells accuses Churchill of not really believing his own propaganda about the Bolsheviks being monsters dripping with blood, etc., but of merely fearing that they were going to introduce an era of common sense and scientific control, in which flag-wavers like Churchill himself would have no place. Churchill’s estimate of the Bolsheviks, however, was nearer the mark than Wells’s.

Het tweede in Propaganda and Demotic Speech (zomer 1944):

It is also noticeable that where there is doubt about the pronunciation of a name, successful speakers will stick to the working-class pronunciation even if they know it to be wrong. Churchill, for instance, mispronounced “Nazi” and “Gestapo” as long as the common people continued to do so.

Het grootste, maar minder uitdrukkelijke, compliment aan Churchills adres is echter (uiteraard) de voornaam van de hoofdpersoon in Nineteen Eighty-Four (dat als eerdere werktitel The Last Man in Europe had) … Winston.

Nineteen Eighty-Four verscheen overigens in juni 1949, een kleine maand ná Orwells positieve bespreking van Churchill(s memoires). Churchill gebruikte de gelegenheid om te laten blijken dat de waardering wederzijds was, liet zich er lovend over uit en zei dat hij het twee keer had gelezen.

Hoe dan ook, ter ere van Churchills vijftigste sterfdag een waanlinkje naar het enige online-exemplaar van Orwells bespreking dat Google weet te vinden. (Afgelopen woensdag was het namelijk pas Orwells 65ste sterfdag, het duurt dus nog (bijna) vijf jaar voordat de auteursrechten over zijn werk komen te vervallen.) Hier in een .rtf-bestand, de waanlink verwijst naar Googles webcache daarvan.

Open artikel

Reacties (6)

#1 ijsbrand

Australië heeft andere copyright-regels — Orwell’s werk staat daar voor een groot deel online. Uitgezonderd de dagboeken, en losse artikelen.

#2 frankw

Schitterend stuk Krekel, dank je wel. En wat een rake analyse had Orwell toch over het karakter van de elite, die zich meer identificeerde met de elite in andere landen dan met “the cause” van het eigen volk en land. Dat geldt nog immer. Fijn om het weekend met een mooi stuk als dit te beginnen.

#3 Jules Vismale

Op zich mogen we Winston Churchill dankbaar zijn dat hij een islamofoob was (alleen dan meer voor de radicalen onder hen en dus NIET de gematigde moslims) en de nazi’s bestreed maar ook hij had slechte eigenschappen waarvoor hij zeker had kunnen worden gearresteerd en berecht. Zo heeft Churchill in 1915, ten tijde van WO I tienduizenden geallieerde soldaten bij Gallipoli, tijdens hun strijd tegen de Turken, de dood ingejaagd, verafschuwde hij Nederland om de Boerenoorlog en heeft hij via zijn luchtmaarschalk Sir Arthur Harris afschuwelijke bombardementen op West-Europa laten uitvoeren waarbij 600.000 Duitsers, tienduizenden Nederlanders, Belgen, Luxemburgers en Fransen en 50.000 tot 100.000 Britse en Amerikaanse piloten omkwamen! Later heeft hij ook talloze Oost-Europeanen aan Stalin uitgeleverd en Oost-Europa erbij en daar ben ik hem zeker NIET erg dankbaar voor!
Wat zou hij zich trouwens vanuit het hiernamaals diep schamen voor wat zijn opvolgers in Engeland nou deden met de moslims daar hun overbetutteling met deze lui volkomen uit de hand liep.
Mochten de Britten erin slagen om ‘Pegida’ daar eveneens toe te laten dan zullen heel wat islam-hatende Britten alles op alles zetten om daar voorgoed van de opgedrongen islamisering af te komen, iets wat zelfs George Orwell sterk zou toejuichen.

#4 Nokel

Zeer mooi stuk. Dank daarvoor.

#5 Krekel

@1 (et al.): Ja ook hier, hier en hier valt een hoop te vinden.

Maar inderdaad niet alles.

@2: Ook de twee zinnen die volgen op dat dagboekfragment zijn wat dat betreft veelzeggend:

[…] their own standards of life. He says that they are also intensely class-conscious and recognise clearly the community of their interests with those of rich people elsewhere. The idea that Mussolini might fall has always been a nightmare to them, he says.

Het klassebewustzijn van de (laten we zeggen) elite is een goed bewaard geheim, het zijn praktisch marxisten en niemand weet het.

(Of nou ja, ‘marxisten’ met de doelen omgedraaid natuurlijk … )

#6 frankw

Xramisten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*