Wat moet de overheid met internet? Waarom zou zij zich er überhaupt mee moeten bemoeien? De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) heeft zich er de afgelopen tijd mee bezig gehouden. Op Sargasso vertellen een aantal experts de komende weken over de kansen en bedreigingen en over de vraag wat de overheid met internet moet.
In de eerste aflevering van de Britse comedy Yes Minister vertelt de jonge ambtenaar Woolley aan kabinetschef Sir Arnold dat hij graag gehoor geeft aan de wens van de minister om een open overheid te realiseren. Sir Arnold, door de wol geverfd, reageert hierop met de woorden: ‘Are you serious? …. My dear boy, it is a contradiction in terms: you can be open or you can have government.’ Voormalig minister Donner opperde hetzelfde idee, toen hij de Wet openbaar bestuur wilde inperken. Volgens hem zijn wetten als worstjes: je kunt maar beter niet weten hoe ze gemaakt worden. Het openbaar bestuur is niet de enige die de deuren van de worstenmakerij gesloten houdt, ook in depolitiek is weinig te merken van ‘open data’. De Tweede Kamer is niet te Wobben en het stemgedrag van onze volksvertegenwoordigers is niet direct inzichtelijk. Een conclusie zou kunnen luiden dat het maar beter is dat burgers niet altijd weten wat er zich achter de schermen afspeelt.
Er zit kennelijk een spanning tussen openbaarheid, openheid en bestuur. Harry Mulisch noemde het in De Ontdekking van de Hemel de ‘gouden muur’ die de samenleving van politiek en bestuur scheidt. Burgers kunnen niet over de muur kijken, maar verwachten dat aan de andere zijde bestuurders en hun ambtenaren zich als verstandige en verantwoordelijke staatsmannen en –vrouwen gedragen. De Wob is als een spionnetje waarmee je zicht kunt krijgen op een specifiek plekje achter de muur. Dit kijkje in de keuken van de slager bevordert misschien niet direct het vertrouwen vanburgers in de overheid, maar burgers kunnen met dit recht ten minste wel overheidshandelen nagaan.
Het internet maakt van de gouden muur een glazen wand. Openheid is de nieuwe mores geworden en daarom doet de Wob inmiddels ouderwets aan. Burgers zijn gewend geraakt aan het snel kunnen vinden van informatie die ze zoeken en op internet wordt het delen van kennis als gemeengoed beschouwd. Internet is het instrument om mee te kijken in de keuken van de overheid. We willen weten welke ingrediënten de overheid stopt in de hutspot die beleid en regelgeving heet. Het ontsluiten van overheidsdata door particuliere initiatieven gebeurt al op een bescheiden schaal (zie het werk van onder andere Open State Foundation/Het Nieuwe Stemmen). Waarom maakt de overheid haar informatie (notulen, parlementaire beraadslagingen, ……) niet gewoon zelf direct openbaar?
Overheid, maak een groots Open Data-plan zodat burgers en organisaties zich kunnen informeren over de dagelijkse gang van zaken. Ruil het spionnetje in voor aanbodgestuurde ontsluiting van overheidsinformatie en doe het gordijn voor de glazen wand gewoon open.
Reageren wordt – zoals altijd op Sargasso – gewaardeerd! Niet genoeg ruimte in de comments? Reageer in de vorm van een blog. Mail naar [email protected].
Reacties (6)
Ik vroeg me af wat dat is, Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.
Pretendeert deze club advies te geven over of voor maatschappelijke ontwikkeling, wat dat ook is, en daarmee die ontwikkeling tegen te kunnen houden, of die te kunnen veranderen ?
Verder suggereert het woord ontwikkeling, net als evolutie, verbetering.
Voetbalgeweld en PVV gedrag zijn ontwikkelingen, maar in mijn ogen geen positieve.
Schermpjeskijkerij zie ik ook niet als positief.
Maar het volgende citaat doet voor mij de deur dicht:
” Overheid, maak een groots Open Data-plan zodat burgers e
n organisaties zich kunnen informeren over de dagelijkse gang van zaken. Ruil het spionnetje in voor aanbodgestuurde ontsluiting van overheidsinformatie en doe het gordijn voor de glazen wand gewoon open. ”
De Radelozen van deze Raad lijken nog nooit één serieus geschiedenisboek gelezen te hebben.
Politiek is gekonkel, nooit anders geweest, en gekonkel leent zich niet voor openbaarheid.
De Britse biografie over onze held, Vader des Vaderlands, Willem van Oranje, maakt het duidelijk.
Hij staat bij ons bekend als Willem de Zwijger, dat heeft een positieve uitstraling.
De biografie legt uit dat Zwijger komt van ‘sly’, wat iets van ‘achterbaks’ betekent.
Met openheid was Nederland nooit ontstaan.
Mijn god, tienwijzen, ben jij for real? Je klinkt als een tachtigjarige CDA’er. Technologie is helemaal niet eng en ‘schermpjeskijkerij’ is helemaal niet zo verschillend van lezen vanaf papier. Hoe kun je in vredesnaam tegen openbaarheid van bestuur zijn? Je stemt elke vier jaar voor een verzameling volksvertegenwoordigers en vervolgens hoef je niet te weten of ze wel in het landsbelang handelen?! Wat een hopeloos achterhaalde positie! Ik wil wél weten waar ik nu eigenlijk op stem, alsjeblieft, dankjewel!
Tienwijzen heeft gelijk dat politiek gekonkel van alle tijden is. In een democratie moet je dat echter wel kunnen controleren. De Wet Openbaarheid Bestuur was daarvoor een prima middel, maar stamt nog echt uit het papieren tijdperk, en is daarom achterhaald. Het kost ongelofelijk veel tijd en moeite om opgevraagde documenten te leveren, niet alleen voor de aanvrager, maar ook voor de overheid. Waarom alle relevante informatie dan niet direct, ongevraagd, op internet gezet?
Ik ben niet tegen openbaarheid van bestuur.
In het algemeen veroordeel ik illusies niet.
Helaas leiden illusies zelden tot iets.
Wie wil zien hoe dat gaat, openbaarheid, raad ik aan parlementaire enquetes te volgen.
Zelfs dan komt de waarheid nooit volledig boven tafel.
Wat betreft de schermpjeskijkerij het gooien met webadressen in ‘discussies’ is een trieste zaak.
Voor echte democratie is zoveel mogelijk openheid nodig, voor goed bestuur juist weer niet teveel. Dat is het dilemma voor ieder democratisch bestuur. In de Archiefwet is daarvoor een goed mechanisme opgenomen, de Rijksarchivaris bemiddelt tussen beide belangen om te bepalen wat wel in het openbaar archief wordt opgenomen en wat niet. In de Archiefwet gaat het echter over het algemeen om stukken van zo’n twintig jaar oud. Het zou nog niet zo’n gek idee zijn om dit principe ook toe te passen op recentere stukken. Een Rijksdatabeheerder bekijkt dan welke data digitaal vrij gegeven kunnen worden.
Het is maar net wat we verstaan onder echte democratie.
Wij kiezen volksvertegenwoordigers, die vervolgens, als ik het goed heb onthouden ‘zonder last of ruggespraak’ stemmen of besluiten, staat, dacht ik, in de Grondwet.
Zij zijn dus helemaal niet verplicht iets te verantwoorden.
De kamer heeft dan ook de mogelijkheid van besloten vergadering.
Overigens kun je in allerlei geschiedenisboeken vinden dat documenten worden geschreven met het oog op latere openbaarwording.
Hoe meer openheid er wordt geëist, hoe meer achterkamertjesgesmoes er zal komen.