De film Basquiat, de biopic over de gelijknamige schilder geregisseerd door diens kunstbroeder Julian Schnabel, begint, in mijn herinnering, met het beeld van de verteller (een kunstcriticus) die op een bankje in New York zit en mijmert over de wetten van de hedendaagse kunstwereld. Dezelfde kunstwereld die destijds Vincent van Gogh over het hoofd had gezien. Dat laat de kunstwereld zich niet nog een keer gebeuren. Met als gevolg, aldus de verteller, dat de kunstwereld sindsdien in elk halfbakken talent de nieuwe Vincent van Gogh denkt te herkennen.
Daar hebben ze nu, bij de AVRO, een programmaformat van gemaakt, dat als titel De Nieuwe Rembrandt heeft. Off screen vertelt presentator Marc-Marie Huijbrechts waaraan De Nieuwe Rembrandt moet voldoen: “Een talentvolle kunstenaar die net zo vakbekwaam en inspirerend is als Rembrandt dat in zijn tijd was.” Een heerlijk gebrek aan pretentieloosheid, zullen we maar zeggen. Bij de AVRO zien ze in elk kind van onder de tien dat de tafel van twaalf op kan zeggen de nieuwe Einstein, in iedereen die een viool kan vasthouden de nieuwe Mozart.
Ik moet zeggen dat het programma leuker was dan ik van te voren had kunnen denken met een naam als De Nieuwe Rembrandt en een jurylid als beeldend kunstenaar Jasper Krabbé, aan wie het familiegen der zelfvoldaanheid bepaald niet voorbij is gegaan. (Vermoedelijk ziet hij eigenlijk zichzelf als de ware erfgenaam van Rembrandt.) Nadat ik Krabbé ooit in De Wereld Draait Door had zien blaten over de 87.734 portretten die hij van zijn vrouw had gemaakt, vreesde ik het ergste voor dit programma.
Die vrees was volkomen terecht, maar tot mijn genoegen vormde Jasper Krabbé juist een van de redenen om te blijven kijken. Want hoe hij, met zijn hand onder de kin in van die heerlijk labyrintische kunstkennerstaal, de kunstwerken beoordeelt, daar kan geen satire tegenop.
De grens tussen een serieus programma en satire werd wel vaker geslecht, soms bedoeld maar volgens mij minstens zo vaak onbedoeld. Hier en daar had ik zelfs de indruk dat iets humoristisch bedoeld was, maar niet helemaal uit de verf kwam, waardoor het toch nog humoristisch werd, maar dus op een andere manier dan bedoeld. Als u mij nog kunt volgen. Vooral het uiteindelijke vonnis van de jury, voorgelezen door Marc-Marie Huijbrechts, had een hoog Jiskefet-gehalte. “De jury vindt dat je weer een stap hebt gezet in je techniek. Ze vonden het spannend. Monumentaal. Geregisseerde beweging… maar misschien nog wel mooier vonden ze geregisseerde stilstand.” Dat soort teksten. Bloedserieus voorgedragen door een zwaar bebrilde, moeilijk kijkende Marc-Marie, op zo’n korte afstand van de betreffende kandidaat dat ze elkaars adem kunnen ruiken, met op een meter of drie achter hem de juryleden, wier blikken stuk voor stuk verraden dat ze zichtbaar van hun eigen winden aan het genieten zijn.
En dat stukje jury-oordeel dat ik hierboven jureerde ging dan over een videokunstwerk waarin de kunstenares van dienst, heel vakbekwaam en inspirerend, mikado doet met grote houten balken. Vanavond, om 20.25 uur op Nederland 2, de grand finale. Lekker quasi-ongeïnteresseerd naar het tv-scherm staren. Glaasje champagne in de hand, bak liflafjes op schoot. Ik heb er zin an. Dat mikadomeisje gaat trouwens winnen, let u op mijn woorden.
Op bovenstaande foto ziet u de oude Rembrandt er het zijne van denken.
Reacties (5)
Ik hield van kunst, totdat ik kunstgeschiedenis kreeg. Wil hier niet de proleet uithangen, maar het is met kunst net als met voetbal: teveel gelul, te weinig plezier.
of zoals Andy Warhol al zei, alles is kunst en niets is kunst, that’s all folks:-)
Rembrandt was toch geen kunstenaar, maar meer een Max Koot?
Ik heb het programma niet gezien maar ik begrijp dat het een soort “The Voice” is voor schilderstalent? Is dat zo? Het kan niet waar zijn. Lieden die daar aan mee zouden doen zijn per definitie al te klein.
*heeft de rest maar geschrapt*
De Kunstparel?