Welbevinden op school is geen leuk extraatje

OPINIE - Sander Dekker is een nationaal gesprek gestart onder de noemer #onderwijs2032. Iedereen mag meedenken wat er anders, beter moet. ‘Wat moeten kinderen leren op school zodat ze klaar zijn voor hun toekomst?’ Hoe stimuleren scholen de flexibiliteit, creativiteit en het vermogen tot samenwerking van leerlingen, zodat leerlingen klaar zijn voor een steeds sneller veranderende wereld?

De eerste reacties variëren van nieuwe manieren om de economie te laten draaien met ICT, leren programmeren, creativiteit stimuleren, de maker movement, en meer aandacht voor hoogbegaafden, muziek en sport. Wat echter vergeten wordt is aandacht voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid van kinderen.

Zelfs in landen waar mensen over het algemeen gelukkig en welvarend zijn, blijven de zelfmoordcijfers stijgen. Psychische problemen kosten de maatschappij in Nederland volgens een onderzoek van de OESO jaarlijks twintig miljard euro. Geen wonder dat de Wereldbank sociaal-emotionele vaardigheden noemt als belangrijk kapitaal voor de arbeidsmarkt.

Een sterke persoonlijkheid bepaalt in hoge mate of een kind op latere leeftijd maatschappelijk succes zal boeken. Kenmerken als doelmatigheid, zelfverzekerdheid, creativiteit en grote sociale vaardigheden zijn minstens zo belangrijk als een hoog IQ.

Uiteindelijk heeft een mens nodig dat hij zo goed mogelijk met zichzelf en de mensen om hem heen op kan schieten. Nieuw is deze gedachte niet. Artikel 1.2.1 uit de Wet educatie en beroepsonderwijs stelt: ‘Educatie is gericht op de bevordering van de persoonlijke ontplooiing ten dienste van het maatschappelijke functioneren van volwassenen…’ Wettelijk is het dus al verplicht dat scholen zich ook richten op op het vergroten van levensvaardigheden.

Baas in eigen klas

Deze opdracht kunnen we serieus nemen door de aandacht niet te versmallen tot excellente cognitieve prestaties, maar juist te verbreden tot het geluk van leerlingen en hun docenten. Docenten vormen een door idealisme gedreven beroepsgroep. Docenten zeggen nu te vaak dat ze lesgeven en het contact met leerlingen leuk vinden, maar uitgeput raken van alle gedoe er omheen.

Een voorbeeld: de docent Nederlands heeft in haar mentorklas een uitvreter die geen tijd heeft voor school en de ene na de andere onvoldoende scoort. Zijn vader begrijpt het wel, de jongen moet de ruimte krijgen voor zijn vriendinnetjes en zijn sport. De docent moet maar eens inzien dat school op die leeftijd onbelangrijk is. Ondertussen zorgt de leerling voor veel overlast.

In het huidige systeem moet de docent nieuwe oudergesprekken inplannen en proberen tot werkbare afspraken te komen, om later te kunnen bewijzen dat alles is gedaan om een afgang bij het examen te voorkomen. De docent voert daarom nieuwe toneelstukjes op met de vader en de leerling, zodat haar straks niets te verwijten valt.

Onderwijs dat uitgaat van vertrouwen in het gevoel van de docent, dwingt haar niet dingen te doen die toch niet helpen, en laat haar de leerling prikkelen: ‘Jij wilt graag nog een jaartje extra blijven?’ Als de leerling hem begint te knijpen, kan de docent alsnog een poging doen hem over de streep te trekken.

Dit is natuurlijk geen garantie voor succes, maar de docent kan tenminste naar bevind van zaken handelen. Voor deze individuele leerling maakt het misschien niet eens verschil, maar voor de docent wel, en daarmee ook voor haar andere leerlingen.

Brits onderzoek heeft laten zien dat gelukkige leraren leerlingen hebben die hogere cijfers halen. Hoe dat precies komt, is onbekend. Misschien werkt het enthousiasme van docenten voor hun vak aanstekelijk. Een andere optie is dat gelukkige leraren gezelliger zijn en minder snel boos worden, zodat ook kinderen minder onzeker zijn.

Bevlogenheid en burn-out

Wij pleiten voor het koesteren van de kiem van enthousiasme in docenten. Dat is nodig, omdat ons brein zo is gemaakt dat de aandacht voor wat mis gaat (of kan gaan) van nature groter is dan voor successen. Drie lastige leerlingen wegen zwaarder dan tien schatten van klasgenoten.

Lesgeven aan dertig leerlingen tegelijk die vaak niet uit zichzelf warmlopen voor alle verplichte lesstof is topsport. Ons boek Gelukkig voor de klas geeft daarom suggesties uit de positieve psychologie waarmee docenten hun mentale conditie op peil kunnen houden om de positieve aspecten van het werk uit te buiten en de negatieve kanten waar mogelijk te verzachten.

Onze onderwijsvernieuwing sluit dus aan bij wat docenten al weten en kunnen, maar geeft ook ideeën om daar meer gebruik van te maken. Het gaat erom dat leraren zich realiseren dat werk uit kan putten en energie kan geven. Wie plezier heeft in lesgeven, krijgt energie door naar school te gaan.

Een open en positieve geest

Enthousiaste docenten die werken aan de mentale weerbaarheid en het geluk van leerlingen, zullen hun eigen werk vaker als betekenisvol ervaren. Naast traditionele doelen als kennis, vaardigheden, begrip, kritisch denkvermogen, een eigen oordeel kunnen vellen, een attitude ontwikkelen, is de focus de laatste jaren bijna ongemerkt verschoven richting economisch gewin.

Leren echter is gemakkelijker als docenten duidelijk maken dat het de kansen op een vruchtbaar en prettig leven kan vergroten. Leerlingen die dat beseffen, werken beter mee aan het lesprogramma. Goede docenten maken er daarom een gewoonte van om vaak uit te leggen waar bepaalde lesstof of waar bepaalde oefeningen toe dienen. Als je leerlingen vraagt wat ze wensen in het leven, noemen ze vaak eerst zaken als beroemd of rijk worden. Maar als je doorvraagt, vinden ze gelukkig zijn, gezond zijn, goede vrienden, fijne familie met liefst de liefde met één speciaal iemand toch belangrijker.

Jan Walburg, bijzonder hoogleraar Positieve Psychologie aan de Universiteit Twente, drukt het als volgt uit: ‘Welbevinden op school is geen leuk extraatje, maar raakt de kern van het onderwijs. We weten dat welbevinden een belangrijke voorwaarde is om open te staan voor nieuwe ervaringen. Leerlingen leren sneller en ontwikkelen zich breder met een wakkere en positieve geest. Daar komt bij dat er geen welbevinden in de klas is, zonder welbevinden voor de klas. Een docent die niet zo goed in zijn vel zit, draagt zijn of haar stemming makkelijk over en dan is effectief doceren een hele klus.’

Jacqueline Boerefijn MSc heeft jarenlange ervaring als biologiedocent en mentor. Voor haar project ‘Lessen in geluk’ kreeg ze de H.J. Jacobsprijs voor onderwijsvernieuwing. In 2010 studeerde ze af als Master of Applied Positive Psychology aan de University of East London. www.positiefonderwijs.nl

Dr. Ad Bergsma is psycholoog en wetenschapsjournalist. Hij promoveerde in 2011 aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam met zijn proefschrift ‘Onvolmaakt geluk’. Hij is associate lector zelfmanagement bij Saxion.

Reacties (7)

#1 frankw

Een behartenswaardig pleidooi. Hebben jullie @0 een linkje naar het Britse onderzoek over correlatie gelukkige leraren en goede prestaties van kinderen? Ik ben vooral benieuwd naar de causaliteit.

  • Volgende discussie
#2 Bas van Stapelberg

Ik loop regelmatig langs een schoolplein van een middelbare school en als je het taalgebruik hoort gaan je haren overeind staan. Leraren staan erbij en kijken ernaar en geen actie. Is het die leraar te verwijten? Nee ik denk het niet. Deze man/ vrouw zal ongetwijfeld ooit hier iets van gezegd hebben en geen klankbord hebben gevonden bij zijn directie. Ouders hebben een te grote invloed op het gedrag van hun engeltjes. Zolang er geen hiërarchie heerst op scholen zal het dweilen met de kraan open zijn, wat voor veranderingen je ook voorstelt. Nee ik benijd de huidige leerkrachten niet en heb bewondering voor het feit dat zij het opbrengen om de jeugd iets te leren.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Gladiool

Maar de eerste eigenschap die die vers van school gekomen kinderen in het bedrijfsleven moeten aanspreken zal die van weerbaarheid zijn en zonodig ook meteen assertief terug kunnen schoppen. Want engeltjes vindt je hooguit op scholen, maar niet daar buiten. Daar zijn alleen nog maar portemonnee gerichte eikels te vinden.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Andreas

@3: Bedrijfsleven? Dat gun ik niemand, maar zeker niet mijn kinderen.

Er zijn gelukkig andere manieren om geld te verdienen (zelf ondernemen, kunst, muziek creëren). De huidige banen bestaan niet of nauwelijks meer over 20 jaar. Het is dus onzinnig om kinderen op te leiden voor “het bedrijfsleven” (ICT-hype), want niemand weet welke bedrijven er straks zijn.

Veel belangrijker om ze op te leiden tot onafhankelijke volwassen met empathie en zelfvertrouwen. Schijt aan het bedrijfsleven, leve het echte leven.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Andreas

@0 Wisten jullie dat in Spanje sinds kort het vak “Burgerschap” verplicht is? Klinkt in de vertaling nogal oubollig, maar het doel is nobel. Ze willen volgens Wiki: “La Educación para la Ciudadanía tiene como objetivo favorecer el desarrollo de personas libres e íntegras a través de la consolidación de la autoestima, la dignidad personal, la libertad y la responsabilidad y la formación de futuros ciudadanos con criterio propio, respetuosos, participativos y solidarios, que conozcan sus derechos, asuman sus deberes y desarrollen hábitos cívicos para que puedan ejercer la ciudadanía de forma eficaz y responsable.”

Heel vlot en kort gezegd: kinderen begeleiden bij de ontwikkeling tot vrije, verantwoordelijke en empathische burgers.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 Amateur Commenter

@5: Dat Spanje dat demonstraties wil verbieden? Dat Spanje dat nooit echt haar fascistische veren is verloren? Dat Spanje?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 zazkia

kenmerken als doelmatigheid, zelfverzekerdheid, creativiteit en grote sociale vaardigheden zijn minstens zo belangrijk als een hoog IQ.

Ja die leugens hebben ze mij ook wijsgemaakt. Dus ik deed mijn best om dat allemaal te hebben. Bleek achteraf dat je alleen op hockey moest zitten en de goede vrienden moest hebben om iets voor te stellen.

Ik vind dat we de kinderen moeten leren dat het systeem inherent oneerlijk is. En dat ze zelf niet zo moeten worden. Dat je er niet in moet trappen en je geen oor moet laten aannaaien. Kinderen worden namelijk zelf ook al genept. Doordat speeltuintjes worden afgeschaft en het spelen ze onmogelijk wordt gemaakt. En als kinderen niet zelf de straat opgaan dan gebeurt er niks. Kinderen moeten leren voor zichzelf op te komen. Anders doet niemand ’t.

Dit filmpje is zo steengoed. Echt kijken:
https://www.youtube.com/watch?v=kxB9AlYg84s

  • Vorige discussie