Als we de geschiedenis van de economie bekijken zien we dat technische uitvindingen telkens de motoren zijn geweest achter een groeiperiode. Het moderne tijdperk begon met de uitvinding van de stoommachine. In het begin van de vorige eeuw was het de toepassing van aardolie, als grondstof en als brandstof. In de jaren zestig begon zich het moderne informaticatijdperk af te tekenen. En nu zitten we aan de vooravond van een revolutie waarvan we de reikwijdte simpelweg niet kunnen bevatten: die van de chemie van het leven. Een revolutie die loopt van geklungel met bacteriën, schimmels en gisten om bijvoorbeeld medicijnen en voedsel te maken helemaal tot aan de creatie van R. Daneel Olivaw.
Biochemie is een gigantisch, al het leven omvattend kennisgebied, waarvan ik me afvraag of we zelfs maar bij de sluier zijn, die sommigen denken te hebben opgelicht. Het onderzoeksterrein wordt gevormd door de eiwitten, die de bouwstenen van het leven zijn en dan met name de manier waarop deze bouwstenen tot stand komen, hun onderlinge samenwerking en hun rol in de levende natuur. Anders gezegd: de biochemie bestudeert het leven op het moleculaire niveau. Bekendste deelgebieden van de biochemie zijn de genetica en de biotechnologie.
De beloften van de biochemie zijn enorm. Om te beginnen zou de biotechnologie ons de plaatsvervangers van fossiele grondstoffen kunnen geven. Nu al wordt druk geexperimenteerd met technieken om kunststoffen te maken uit plantaardige stoffen, met name restproducten of afval. Tot nu toe zijn de resultaten veelbelovend. Vooraanstaande biochemici denken dat het opraken van de aardolie wat dat betreft helemaal geen probleem meer hoeft te zijn. De vervanger van aardolie als brandstof is een ander verhaal. Daarvoor zullen we misschien simpelweg niet voldoende plantaardig materiaal hebben. Tenminste als we ook nog allemaal te eten willen hebben.
Een tweede terrein waarop de biotechnologie ons kan gaan helpen in een tijd van schaarse energie is bij ontwerpen van energie-extensieve productiemethoden. Als we de grondstoffen voor voedingsmiddelen, medicijnen of chemische producten kunnen maken met veel minder energie kunnen we toch misschien op hetzelfde niveau blijven produceren. Daardoor zouden de producten voor iedereen beschikbaar blijven in plaats van alleen voor een kleine groep gelukkigen (lees: rijken). Ook op andere terreinen kan de biotechnologie een rol spelen in productieprocessen. Zo las ik laatst dat met name IBM al een tijdje experimenteert met het maken van de nanospoortjes in processoren met behulp van biochemische processen. Bacteriën, schimmels en gisten worden sowieso al behoorlijk toegepast in productieprocessen.
Een derde gebied dat in het zoeklicht van de biochemie staat is het opruimen van alle rotzooi die we in ons leefmilieu gedumpt hebben. In het laboratorium schijnt een bacterie zich niet alleen lekker te voelen in een door PAKs verontreinigde omgeving, maar zelfs het spul af te breken. We gaan die natuurlijk niet zomaar loslaten op ieder aan de natuur teruggegeven industrieterrein, want stel je voor dat hij trek krijgt in ons. Maar het geeft wel aan waar er volop mogelijkheden liggen om iets leuks te doen voor de mensheid. Waterzuivering zal ook de hoogste prioriteit krijgen als we binnenkort beginnen met het dumpen van hergedefinieerd baggerslib in leuke, maar verder nutteloze en te koude zwemplassen.
Zo zijn er nog talloze toepassingen te bedenken. Lichaamsimplantaten die meer in harmonie zijn met de eiwitten in je lijf zodat zij niet worden afgestoten. Met behulp van schimmels geproduceerde katalysatoren die zomaar stroom opwekken uit zeewater. Batterijen met door bacterieculturen aangelegde tunneltjes waardoor zij veel sneller op te laden en te ontladen zijn. Voedselgewassen met een hogere of stabielere opbrengst in een verander(en)d klimaat. En ga zo maar door. Er is heel veel mogelijk.
Vervelend voor de crisis is echter dat er vooralsnog weinig arbeid bij komt kijken. De werkeloosheid zullen we er niet mee oplossen. Ook laat alles wat er nu in laboratoria gebeurt zich niet een twee drie naar de praktijk vertalen. Maar gezien de beloften voor de toekomst dient de overheid wel het signaal af te geven, dat we veel verwachten van biochemie. Wat moet de overheid concreet doen? 1) Voldoende opleidingsplaatsen op alle niveaus creëren. 2) Ruim middelen beschikbaar stellen voor fundamenteel biochemisch onderzoek, d.w.z. onderzoek dat niet verengd is tot één enkele toepassing. 3) Bedrijven die in de biotechnologie aan de slag willen ruime ondersteuning bieden in de vorm van belastingvoordelen en investeringsmaatregelen. Zodat per saldo de vermogende burgers en de banken die op hun geld zitten in die richting gaan investeren. In de richting namelijk van de volgende technologische revolutie.
Reacties (4)
Toevallig zit een in de VS wonend familielid in die tak van sport.
Hij meldt mij dat hij ondanks de kredietcrisis de geldverstrekkers van het lijf moet houden.
En dat er dus ook vele start ups in die sector zijn die weliswaar “opstarten”, maar na ontvangst van de buit het toneel snel via de achteruitgang verlaten.
Dus ook hier zal er een “bubble” ontstaan die ook weer zal barsten, maar het geeft wel in positieve zin de mogelijkheden aan.
De CDA en de Christenunie dienen een duidelijk signaal te geven dat de mens het beter kan dan god?? lekker realistisch.
“Vervelend voor de crisis is echter dat er vooralsnog weinig arbeid bij komt kijken.”
Ach, in feite zou dezelfde angst al zeer gegrond zijn geweest bij de uitvinding van de stoommachine, om van de uitvinding van microchip-technologie nog maar te zwijgen. Ieder proces kan immers zo langzamerhand wel geautomatiseerd worden, en je zou kunnen stellen dat een groot deel van de huidige werkgelegenheid ook eerder in stand gehouden wordt bij wijze van bezigheidstherapie, dan dat er sprake is van constructieve, nuttige arbeid – van ontwikkelteams van besturingssystemen tot accountants, er is genoeg werk te verzinnen dat reeds decennia geleden danwel overbodig danwel vol-automagisch gemaakt had kunnen worden.
En zo zal het ook wel weer gaan na de komende doorbraken op het gebied van de biotechnologie. Alles gaat mogelijk worden, maar in de praktijk zal er wel weer zo veel mogelijk van die onbegrensde mogelijkheden gesaboteerd worden, opdat er ook voor diegenen die zichzelf niet met een minimum aan middelen weten te onderhouden en te vermaken genoeg te doen blijft.