Steeds meer Kamervragen lijken te worden gesteld aan de hand van krantenberichten. “Kent u het bericht…?” Aan de hand van de lijst niet-beantwoorde kamervragen op ikregeer.nl heb ik eens gekeken naar wie de vraag stelt en uit welke krant het bericht afkomstig was. Zo ontstaat een beeld van de belangrijkste bronnen van Tweede-Kamerleden, gescheiden per partij.
Uit de laatste vijftig pagina’s onbeantwoorde vragen selecteerde ik alle vragen waar ‘bericht’ of ‘artikel’ in de titel staat; bijvoorbeeld Het bericht dat tweeverdieners veel minder hypotheek krijgen. Dit bericht leverde een vinkje op bij PVV/Telegraaf. Waren er meerdere vraagstellers, dan koos ik voor de eerstgenoemde; waren er meerdere bronnen, dan koos ik eveneens voor de eerstgenoemde. Misschien niet erg nauwkeurig, maar voor het beeld zal dat weinig uitmaken.
In totaal kwam ik uit op 183 Kamervragen. Het grootste deel, 59 vragen, kwam uit ‘diverse’ bronnen: regionale dagbladen, Teletekst, buitenlandse kranten en dergelijke. Direct daarna volgt de Telegraaf: 42 vragen. Uit vakbladen zoals Binnenlands Bestuur en Medisch Contactkwamen 23 vragen. Uit de Volkskrant werden 16 vragen gehaald, vannu.nl 13 vragen, uit het Algemeen Dagblad 9 vragen, uit Trouw 8 en uitNRC 6. Het Financieele Dagblad scoort 4 vragen en GeenStijl 3.
Het valt mij vooral op dat de vakbladen zo laag scoren en, daarmee samenhangend, ook het Financieele Dagblad. We zitten midden in een zware economische crisis, maar FD staat kennelijk niet op het leeslijstje van onze volksvertegenwoordigers. De VVD haalde bijvoorbeeld geen enkele vraag uit het FD; iets wat je wel zou verwachten.
Ook NRC scoort laag – het laagste van alle landelijke dagbladen. Wellicht is een krant ‘die de nuance zoekt’ in deze tijden van polarisatie niet zo geschikt voor een potje ‘grandstanding’ – dat verklaart tevens de exorbitant hoge score van de Telegraaf. Dat er drie vragen zijn gesteld aan de hand van brulblog GeenStijl is daar ook debet aan. “Tendentieus en ongefundeerd” schijnt te mogen als basis van Kamervragen. Ik hoef niet te vermelden van welke partij alle drie de vragen afkomstig waren.
Dan de partijen. Het is geen verrassing dat de PVV koploper is in het stellen van vragen met de krant in de hand. De partij tekende voor 58 vragen, gevolgd door CDA (26), PvdA (24), SP (20), GroenLinks (19),D66 (16), VVD (14), de ChristenUnie (4) en SGP en PvdD (beide 1). De enkele SGP-vraag was gebaseerd op een artikel uit het Reformatorisch Dagblad. Weinig verrassend allemaal.
De PVV neemt de helft van de Telegraaf-vragen voor zijn rekening, maar ook die van Trouw; het zijn alleslezers. De VVD leest deVolkskrant niet; GroenLinks leest geen Telegraaf. De SP leest geen NRCen de kleine christelijke partijen zitten niet op nu.nl. Over christelijk gesproken: de grootste christelijke partij leest opvallend genoeg de grootste christelijke krant niet. Wat de statistiek niet toont, is dat CDA’ers in plaats daarvan een voorliefde hebben voor regionale dagbladen.
Ik vind het zorgelijk dat een krant met een bewezen twijfelachtige reputatie de belangrijkste bron is voor Kamervragen. Mijn hoed dat het de meest gelezen krant is – van de volksvertgenwoordiging verwacht ik kwaliteit. Sowieso is wapperen met het ochtendblad meer iets voor de kroeg. Een boze meneer die je zijn krant in het gezicht duwt en zegt: “Hier! Hebbie dat gelezen? Nou dan!” om vervolgens triomfantelijk rond te kijken omdat de krant zijn kleine gelijkje bevestigt.
Dat de PVV, de Stammtischpartei, zo werkt, dat kan ik begrijpen. Maar regeren is vooruitzien, en dat is zo ongeveer het tegenovergestelde van trendvolgen.
Naschrift Redactie. In het Sargief zijn meerdere posts te vinden waarin Steeph ook heeft gekeken naar de hoeveelheid Kamervragen die worden gesteld naar aanleiding van een krantenbericht. Hieruit kwam de Constante van Steeph: Het werk van Nederlandse Tweede Kamerleden wordt altijd voor driekwart bepaald door de media. Lees hier, hier, hier, hier en hier meer.
De Constante van Steeph is recent bevestigd door de Nederlandse Nieuwsmonitor
Reacties (8)
http://www.frontaalnaakt.nl/archives/telegraafjournalist-tegenstanders-beter-kapotmaken.html
Dat viel mij vorige week wel op ja. Normaal gesproken lichtverteerbaar bij de kapper bijvoorbeeld, die tijd is voorbij.
Ook in die krant stond een stukje over Greenpeace, net als iemand van de VVD een motie had ingediend over geen subsidie in vijf jaar naar goede doelen-organisaties die zich schuldig (zouden) maken aan geweld etc. Een erg aangezet artikel deed de rest. Dus omgekeerd, niet de motie die verwijst naar een krantenartikel, maar en krantenredactie die bewust meewerkt met het kamerlid.
Eén stap verder is: de Telegraaf tekent de uitspraken op van een Kamerlid en zijn collega stelt vervolgens Kamervragen over het artikel in de Telegraaf. Zie ook het sharia ‘onderzoek’ van de PVV.
Mooi stukje werk. Worden mijn vooroordelen ook eens een keer bevestigd.
Het probleem: de kloof tussen burger en bestuur.
De populistische oplossing: kamerleden knippen artikeltjes (of steken ze met een naald los) uit de meest gelezen kranten en nemen fragmenten op van de meest bekeken tvprogramma’s en stellen hierover vragen in de kamer zodat de burger dichter bij het bestuur betrokken raakt. Vervolgens schrijven de media weer over de vragen en de beantwoording ervan en de burgers lezen erover en hebben het gevoel dat er nog steeds een kloof is tussen burger en bestuur.
“of steken ze met een naald los“.
Verrek, da’s wel een heel oude techniek. Dat je dat nog kent!
Grote schooltechniek :)
Een makkelijke verklaring voor de bij elkaar geharkte statistiek, de nulhypothese zeg maar, kan zijn dat de fracties in de kamer vooral bezig zijn met het spreken voor de bühne en/of dat het verwijzen naar een bron de welhaast obligate vorm is waarin de vraag gegoten wordt. Naar bronnen wordt dan vooral verwezen als men vermoedt dat de achterban, of doelgroep (wat nog niet eens 100% hetzelfde is) hetzelfde bericht ook gelezen heeft, of achteraf nog makkelijk kan gaan lezen.
Met uitzondering misschien van de vakbladen geldt wat mij betreft dat het voor alle kamerfracties meestal een teken van armoede is als de krant de werkelijke bron zou zijn. In een goed functionerende democratie zou men verwachten dat de goed ingelichte kringen op de verschillende gebieden zich zouden laten horen als actieve leden binnen hun respectievelijke politieke partijen. Hoe zouden de mensen met echte eerstehands kennis zich anders moeten engageren op het maatschappelijke vlak?
Blijkbaar verwacht men dit ook in een niét goed functionerende democratie.