Verkiezingen: elke paar jaar opnieuw die kater

Dossier:

Er is een moment, ergens tussen de eerste exitpoll en de analyse aan tafel bij de NOS, waarop je het weet: het is weer gebeurd. Je hebt nog even de adem ingehouden, nog even gehoopt dat de exitpoll ongelijk zou krijgen, maar nee: Nederland heeft weer met een glimlach tegen zijn eigen toekomst gestemd.

De terugkerende teleurstelling die verkiezingen heet
Voor links-progressieve kiezers is politiek al decennia een ritueel van hoop en vernedering. Iedere verkiezing begint met idealen, klimaatrechtvaardigheid, fatsoen, inclusie, solidariteit, en eindigt met de constatering dat de meerderheid iets anders bedoelt met ‘verantwoordelijkheid’.

We weten inmiddels hoe het gaat: de campagnes draaien om bestaanszekerheid, onderwijs, woningnood, klimaat. En vervolgens stemt de helft van het land op partijen die diezelfde thema’s als eerste opofferen zodra de formatietafel in zicht komt. De PVV krimpt wat en draagt haar haat over aan JA21 en godbetert het FvD, de VVD blijft, GL verliest onverwacht, het CDA herrijst als een zombie, D66 redt het land van de ondergang en belandt weer in een compromis dat alles afvlakt, of erger als het een beetje tegen zit. Maar de tendens is duidelijk: keer op keer verliest links-progressief Nederland terrein. En ergens in die herhaling begint iets in je te breken.

Stemmen tegen jezelf
Het blijft een raadsel dat miljoenen Nederlanders er geen moeite mee hebben te stemmen tegen hun eigen portemonnee, hun kinderen of hun leefomgeving. Dat mensen die geen huis kunnen vinden, stemmen op partijen die de huursector verder uitkleden, omdat ze in de verhaaltjes trappen dat het komt door de buitenlander. Of voor bezuinigingen kiest in de zorg, want we zijn nu niet ziek. Dat wie zich zorgen maakt over klimaatverandering, toch zegt: “Ja maar, niet te snel hè, we moeten ook kunnen barbecueën.”

Er is iets pervers aan die tegenstrijdigheid: blijkbaar is zelfdestructie comfortabeler dan verandering. Het is alsof de kiezer zich liever laat sussen door herkenning dan laat uitdagen door hoop.

De morele minderheid
Links in Nederland is niet eens zo klein qua aantal mensen, maar ondanks dat structureel al decennia machteloos om meer te doen dan op details bij te sturen. Het blijft steken in de morele overtuiging dat redelijkheid vanzelf wint,  dat als je maar uitlegt hoe de wereld beter kan, mensen het zullen snappen. Maar Nederland is dat stadium voorbij. Redelijkheid verkoopt niet meer. Woede wel. Wantrouwen nog beter.

En dat wantrouwen is niet toevallig gegroeid. Het is gevoed, jarenlang, doelbewust. Links is stelselmatig gedemoniseerd met leugens. Over klimaatbeleid dat gezinnen zou ruïneren, over migratie die “onbeheersbaar” zou zijn, over subsidies, woke, deugdrift. Elke nuance wordt verdraaid tot spot, elk compromis uitgelegd als verraad.

Leugens worden niet afgestraft, de waarheid wel. Omdat de waarheid complex is, traag, ongemakkelijk. Omdat ze uitleg nodig heeft, en dus tijd, en dus aandacht, precies wat de politieke markt allang niet meer biedt. Waar de leugen een one-liner is, is de waarheid een collegezaal zonder studenten.

En als links probeert om in het spel mee te spelen, verliest het van zichzelf. Want je kunt niet meespelen zonder jezelf te corrumperen. Elke concessie aan het frame, elke poging om “redelijk” te blijven in een debat dat allang losgezongen is van de werkelijkheid, wordt opgegeten door cynisme.

De kater als constante
De uitslag van gisteren laat weer hetzelfde patroon zien. De partijen die durven te zeggen dat het systeem niet eerlijk is, blijven marginaal, of worden wegens die boodschap belachelijk gemaakt en buitengesloten. De partijen die het systeem zijn, worden beloond. Links verliest niet alleen zetels, maar geloofwaardigheid. Niet omdat het ongelijk heeft, maar omdat het publiek de ongemakkelijke waarheid niet meer wil horen en terugvalt op oversimplificaties en zondebokken.

Het voelt als kijken naar iemand die zijn huis in brand steekt om het warm te krijgen. En toch staat de helft van het land erbij en zegt: “Ach, het zal wel loslopen.”

Hoop als zelfkwelling
En toch, elke keer, ondanks alles, vullen we weer dat vakje in. Omdat we niet anders kunnen. Omdat je, ondanks het cynisme, toch blijft hopen dat er een omslag komt. Dat de klimaatrealiteit niet langer te negeren valt. Dat solidariteit niet iets is van vroeger. Dat Nederland niet alleen een verzameling belangen is, maar nog ergens een besef van gemeenschap kent.

Misschien is dat onze vloek: dat we blijven geloven in een land dat allang iets anders geworden is. We noemen onszelf vaak een nuchter, rationeel volk, maar de realiteit heeft dat allang achterhaald. Het liedje ‘15 miljoen mensen‘  dat dat bezong did not age well. Maar links-progressieven blijven de enigen die weigeren dat ideaalbeeld op te geven.

Tot de volgende keer
Dus de volgende verkiezingen doen we het opnieuw. We zullen weer hoopvol beginnen, weer discussiëren over nuance, feiten, feiten en nog eens feiten. En ergens tussen het stemmen tellen en de eerste coalitiebesprekingen beseffen we opnieuw dat redelijkheid geen verkiezingen wint en dat angst en onredelijkheid opnieuw zijn opgerukt.

Tot de volgende kater dan maar weer.

Reacties (3)

#1 Hennie Nijenhuis

Gewenning is de kern van de machtsstrategie van uiterst rechts. Die draait om het normaal maken van zaken die niet normaal zijn. ‘Piketpaaltjespolitiek’ wordt dit binnen de PVV genoemd: roep te pas en te onpas dat je een ‘kopvoddentaks’ wilt invoeren, en een verbod op de nikab in de tram klinkt vervolgens volkomen redelijk. Politiek succes draait in deze strategie niet zozeer om resultaten, zoals een aangenomen wetsvoorstel, maar om het opschuiven van het politieke discours.
Oftewel: politiek succes is dat andere, gematigde partijen extreme standpunten overnemen en zo helpen deze te normaliseren.

Deze verkiezingsuitslag laat zien dat die strategie van normalisering werkt. In de opluchting over het zetelverlies van de PVV missen we dat we het inmiddels normaal lijken te vinden dat bijna een derde van onze volksvertegenwoordigers politiek bedrijft door angst en vijandschap aan te jagen. En dat is een stevige waarschuwing voor het nog te vormen stabiele middenkabinet.

#2 Lethe

Ha, die kater. Redelijk geweldig hier, schoot vol van je stukje. Maar jah, ben dan ook een eitje.

Dit stukje van Bas Heijne geeft de burger wel een beetje moed.

https://www.nrc.nl/nieuws/2025/10/30/een-nieuwe-generatie-bevrijdt-zich-van-wilders-a4911380?utm_source=clipboard&utm_medium=clipboard&utm_campaign=share&utm_term=share-modal&gift_token=4911380~1762445568~ecsOumjhRTqn3OrrhjWolQ~Dd3Vf2Be09DCVSZuRjwTh-RQxXYIJIr8GzSy93u8UdY

Misschien kleine stapjes. En eindelijk eens een beetje rust in de tent. En ga & #@#% (de kater sprekende) aub niet over rechts.

#3 Hans Custers

Ik hoop de GL-PvdA zijn poot flink stijf houdt tijdens de formatie. En dat ze zich niet te snel in laten pakken door het frame “verantwoordelijkheid nemen”. Alleen maar wat scherpe kantjes afhalen van een nieuwe ronde afbraakbeleid is niet genoeg als onderhandelingsresultaat. Want dan zijn ze de komende 10, 15 jaar weer de zondebok van alle gevolgen van die afbraak.

Ik had de hoop dat de SP wel wat kiezers weg zou kunnen halen bij de verre rechterkant, met de straatvechtersmentaliteit van Dijk. Dat is ook erg tegengevallen. Maar ik geloof ook niet dat hij heel veel gelegenheid heeft gekregen om zich te profileren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*