Christian Wulff moest vertrekken als president van Duitsland wegens een vervolging over een corrupt verleden. De reden hindert niet voor een groot ritueel afscheid. Gelukkig waren er een paar moralisten, die dat volkomen belachelijk vinden. Inmiddels is de steun aan de eerder verslagen kandidaat Joachim Gauck weer op niveau. Maar zonder discussie verliep dat niet. De manier waarop Duitsland met zijn verleden omgaat is van betekenis voor heel Europa. Daarom: wie is Gauck en waarover gaat de discussie bij onze oosterburen?
Joachim Gauck is inmiddels 72 jaar. Hij is niet gescheiden van zijn eerste vrouw maar leeft met een jongere journaliste. Hij was dominee in de DDR, trad vrij laat toe tot de protestbeweging en werd vooraanstaand lid van Burgerforum. Bij de ‘Wende’ speelde hij een rol, vooral toen het ging om de subtiele wijze waarop de archieven van de Stasi moesten worden behandeld. In het huidige openbare leven in Duitsland toont hij zich: zo liet hij zich in met het debat over Sarrazin’s “Deutschland schafft sich ab”, een discussie die bij ons als een afspiegeling van de PVV- moslimstrijd is afgeschilderd. Ook van het verhogen van de pensioenleeftijd naar 67 jaar vond hij iets.
Hoe gaan we met herinnering om, collectief en individueel? Het is een thema dat blijft fascineren. In Zuid Afrika werd na de apartheid een Waarheidscommissie ingericht, die jaren verhoorde en een rapportage van duizenden pagina’s afleverde. De dichteres Antjie Krog schreef er over. Het opende voor mij het thema van historische verwerking, het thema wat te doen na vertrek van een kwaadaardig regime, het probleem van de collectieve en individuele schuld aan dat regime. Voor die tijd ging het altijd over onze W.O. II en goed en fout: was onze oorlog heldhaftig (L. de Jong) of toch wat grijs? (Chris van der Heijden, “Grijs Verleden”) Het is bepalend voor een collectief zelfrespect.
Duitsland had die discussie ook: het Derde Rijk werd beschouwd als een volstrekte ontsporing in de geschiedenis, maar daartegen werd heftig geopponeerd in de Historikerstreit, tegengeluiden, die juist het normale en het herhaalbare centraal stelden. Het Holocaust-monument in Berlijn was jarenlang een heet gespreksthema. Er zijn beschouwers, die de revolte onder studenten (1967/68) associëren met de schuld van hun ouders. Gauck weet, aldus Götz Aly in die Zeit, dat zijn ouders, net als miljoenen Duitsers achter Hitler aan hebben gelopen en zich niet wezenlijk onderscheiden van de hedendaagse Duitsers. Dat besef is nog steeds een Duits probleem. De termen zijn prachtig: Vergangenheitsbewältigung en “die Gnaden der Spätgeburt”. (de genade van een geboorte na Hitler, een formule die Kohl graag gebruikte.)
En toen, in 1989 kwam die opdracht om met de geschiedenis in het reine te komen opnieuw voorbij, toen de DDR, met zijn interne spionnensysteem en verklikkerij in elkaar zakte. Wat te doen met de immense hoeveelheid informatie die over individuele burgers was aangelegd? Hoe te handelen met het feit dat je collega, je buurman, je familie, soms je eigen geliefde “informelle Mitarbeiter” van de Stasi kon blijken te zijn? Ik reed, kort na de Wende door de eindeloze landerijen rond Erfurt en hoorde op de autoradio interviews met een politica, die zich van haar man had ontdaan, toen hij haar bleek te hebben bespionneerd. Later werd ook de echtgenoot bevraagd: inderdaad, een beetje grauw, een karakterloze zak.
Gauck werd “unabhängiger Sonderbeauftragter der Bundesregerung, benannt durch die DDR”, zo beschijft Wolfgang Schäuble hem, in het interviewboek “Der Vertrag”, (1991, p.276) gemaakt tijdens zijn herstel van de aanslag, die hem in een rolstoel deed belanden. De terminologie is teutoons maar precies. Schäuble was als minister van binnenlandse zaken intensief bij de overeenkomsten met de DDR betrokken en de Stasi-akten en hun beheer en gebruik waren een fors probleem. Gauck kreeg het vertrouwen omdat hij meer dan andere Ossies, zonder reserves voor de hereniging was. Maar het risico van 100 km stasi-archief was ingewikkeld en had grote risico’s voor de sociale verhoudingen na de hereniging.
De britse historicus Garton Ash schrijft over zijn eigen dossier, dat hij opvroeg. In zijn boek komt Gauck een paar maal voor en hij bedankt hem als medewerker aan het boek. Garton Ash citeert en epigram van Nietzsche:
“’Dat heb ik gedaan,’ zegt mijn herinnering. ‘Dat kan ik niet gedaan hebben’, zegt mijn trots en houdt dat vol. Uiteindelijk geeft de herinnering toe.”
Dat is trefzeker: zo verhouden zich trots en herinnering. Garton Ash had in Berlijn gestudeerd en nogal wat dubieuze contacten gehad in de ogen van de Stasi. Hij had een dossier dat hij opvroeg. Dat leverde hem een aantal informanten op, die hij ook echt bezocht. Zijn verhaal over die confrontaties is niet vrolijk: de reacties varieerden van botte ontkenning en weigering, tot totale emotionele ontregeling en schaamte. Maar vooral de dubbelheid, het zelfbedrog en de grijsheid daartussenin zijn boeiend en ontroerend. De historicus heeft een scherp oog voor de details en roept een sfeer op als in de film “Das Leben der Anderen”.
In het Wiedervereinigungsvertrag werd een wettelijke regeling afgesproken hoe de dossiers gebruikt zouden kunnen en ook moeten worden. Omdat de dossiers buitengewoon diep insnijdende gevolgen konden hebben, b.v. in de civielrechtelijke sfeer, maar ook in de sociale verhoudingen stak dat buitengewoon nauw: welke namen moeten worden zwartgemaakt, om wraak te vermijden? Daarvoor werd Gauck gevonden, als Sonderbeauftragte, met een adviesraad van vijf,waarvan drie afkomstig uit het oosten. Het werd een succes. “Eind juni 1996 waren ongeveer 1.7 miljoen onderzoekvragen door de Gauck-Autoriteit beantwoord. Met andere woorden: één op de tien Oost Duitsers is ‘gegauckt’”.( T. Garton Ash, Het Stasi dossier, p.181)
Het blijft een wonderbaarlijke prestatie: 100 km archief, vol explosief materiaal. Er is voorzichtig, terughoudend beheerd, maar er is ook rekenschap gegeven en vereffend. Voorzover mij bekend is er niet gemoord of verscheurend geprocedeerd, op basis van hetgeen bekend werd. Dat is in hoge mate Joachim Gauck’s verdienste.
Gauck hield in 2006 een rede, met als titel “Welche Erinnerungen braucht Europa?” Het is deze tekst, die in de Duitse discussie weer opduikt. Gauck beroept zich op Hannah Arendt en Zygmunt Bauman, voor zijn visie op het communisme en het nazisme. Zijn kritikasters vinden dat hij hen slecht heeft begrepen. Maar zijn conclusie is:
“De humaniteit is nooit in een veilige haven. Zij verkruimelt of wordt beschadigd, wanneer ratio en moraal tegenover elkaar staan. Onze beschaving is niet het eindstadium van de geschiedenis, maar een tijdelijk veilige bestaansvorm”.
Voor zijn kritkasters is dat een provocatie: alsof een nieuwe massamoord zo maar zou kunnen plaatsvinden. Maar ik vind het een rustgevende gedachte dat Joachim Gauck de nieuwe president van Duitsland wordt. Misschien ontbreekt het hem aan de diepgang en verbale kracht van Havel, maar zijn moralisme is van de goede soort.
Reacties (6)
mooi stuk, complimenten.
maar de verwijzing naar de akelig sentimentele film “Das Leben der Anderen” vind ik opppervlakkig.
de “edele” schrijver versus de “banale” politicus vind ik een affront jegens je eigen gebalanceerde artikel.
Ja aardig stuk, goed onderwerp. Maar het ontbeert toch wat linkjes voor de noodzakelijke achtergrond. In onze hyperwereld mogen die echt niet ontbreken denk ik dan.
1) De lezing: Welche Erinnerungen braucht Europa?
2) Wiki : Erinnerungskultur.
3) Wiki : Joachim Gauck.
4) Gauck’s facebook pagina.
5) Zijn homepage : http://www.joachimgauck.com
Mijn reactie #2 verschijnt niet in de recente reacties en is ook niet zichtbaar bij het aantal reacties. Is het ding überhaupt zichtbaar voor anderen dan mijzelf?
en idem voor nr #3 – harde reset nodig jongens?
Gebeurt mij ook wel eens, maar blijkt dan toch zichtbaar voor anderen te zijn. Goede reactie overigens.
Dank voor de waardering en de aanvullingen. Ik ben nog te onhandig met het systeem om alle kunstjes goed te doen, maar de links zijn goed en terecht.
Of de film das Leben der Anderen akelig en sentimenteel was, mag iedereen zelf uitmaken. Het riep bij mij de associatie op via de sfeer. Meer wilde ik er niet mee zeggen.