COLUMN - Dat Shania een knipperlichtrelatie met haar vriend Wesley heeft en dat dit haar stress geeft, begrijpen we. En we willen haar op alle manieren steunen. Maar bepaald gedrag accepteren we niet. Zeker niet het gedrag van deze week. Bij de eerste keer te laat komen, spreken we haar aan. En komt geen plausibele verklaring. Alleen een ‘sorry, tijd vergeten’. Er volgt een waarschuwing. De dag erna ‘heeft de trein vertraging’. Zo gaat het een aantal dagen door. Er volgt een sanctie: een week niet naar buiten na het avondeten.
Maar ook dat helpt niet. Shania gaat haar eigen gang, is niet voor rede vatbaar. En trekt ineens wel weer heel veel op met haar (ex?)-vriendje.
Op vrijdag is ze wel vertrokken, maar niet naar school. Zo blijkt na een telefoontje. Ook de leraren zijn verontrust. Shania haalt regelmatig rottigheid uit, maar deze manier van doen kent niemand.
We maken ons grote zorgen. Dit is Shania niet. Er moet iets aan de hand zijn. Wat we ook proberen, we krijgen geen contact met haar. Ze ontkent dat er iets is. En als we doorvragen, krijgen we een grote mond. Er móet iets aan de hand zijn. Iets dat ze ons niet wil vertellen. Maar wat?
Bij het avondeten is ze nog niet terug. Haar telefoon neemt ze niet op. Het nummer van Wesley blijkt niet meer te kloppen. Ik probeer via groepsgenoten achter zijn nummer te komen. Meestal krijg ik bij zo’n vraag te horen dat ze het nummer niet hebben. Maar dit keer niet. Ik krijg het meteen. Ook zij zijn er blijkbaar niet gerust op. De telefoon gaat over, maar wordt meteen weer weggedrukt.
De politie wordt ingeschakeld. Na vierentwintig uur volgt een melding van vermissing. Meer kunnen ze ook niet, want Shania is zestien. En meestal loopt het wel los. De bereikbaarheidsdienst van Bureau Jeugdzorg wordt ingeschakeld. En onze interne bereikbaarheidsdienst. Alle bij ons bekende contacten worden gebeld. Niemand heeft iets gezien, niemand heeft iets gehoord.
Zaterdagavond gaat de telefoon. Shania! Ze komt morgen rond 12 uur terug, zegt ze. Nog voor ik kan vragen waar ze is en wat er aan de hand is, hangt ze op.
De volgende ochtend heb ik om 11 uur overdracht met mijn collega en we proberen ons een voorstelling te maken van wat haar bezielt. Dat varieert van ‘extreem pubergedrag‘ tot ‘drugs gesmokkeld’ en van ‘weer stapelverliefd en maling aan alles’ tot ‘in handen van loverboys’. We weten het niet, maar de zorgen worden er niet minder om. ‘Als dit gewoon pubergedrag en schijt aan alles is, heeft ze echt een groot probleem. Dan krijgt ze van mij echt een preek van hier tot Tokyo’, zegt mijn collega die niet altijd even tactisch, maar wel recht door zee is.
Dan gaat de bel: Shania, met Wesley. De laatste vertrekt meteen weer met een ‘hier is ze weer, ik heb mijn plicht gedaan’. Huilend vertelt Shania haar verhaal. Ze bleek zwanger, net toen het weer uit was. Ze heeft meteen ex gebeld. Hij wilde haar wel helpen. Samen besloten ze dat ze het kindje niet wilden houden. Haar vriend niet omdat hij niets meer met haar wil. En Shania zelf omdat ze niet, zoals haar moeder, zonder toekomst een kind op de wereld wil zetten. Gisteren heeft ze abortus laten plegen.
Mijn collega, de stoere vent die tot vijf minuten geleden de houding had van ‘ze moet het niet in haar hoofd halen om nu weer met een smoes aan te komen’, ziet ook de ernst van deze situatie in. Hij slaat zijn arm om haar heen en ik hoor de brok in zijn keel als hij mompelt ‘Ach, kind, wat moet jij je eenzaam hebben gevoeld de afgelopen dagen.’
Alle cliëntnamen zijn gefingeerd.
Roselinde van Berkel is pedagogisch medewerker bij TriviumLindenhof, een jeugdzorginstelling in Zuid-Holland. Ze is auteur van het boek Sannah! en schrijft voor Sargasso over de jeugdzorgpraktijk van binnenuit.
Reacties (8)
Ik ben ondertussen redelijk wat respect voor jeugdzorg gaan ontwikkelen en snap dat de problemen soms behoorlijk groot kunnen zijn.
Maar er is iets aan dit verhaal dat mij stoort en onrust geeft: hoe is jullie relatie eigenlijk tot die kinderen/jong volwassenen als die menen in zo’n situatie geen beroep op jullie te kunnen doen?
Hoort dat bij de rol van jullie?
Wat is de taakstelling van deze jeugdbegeleiding eigenlijk?
Waar liggen de mogelijkheden/onmogelijkheden?
(En ja, ik weet ook dat dat complexe materie is met soms grote beperkingen maar soms ook grote bevoegdheden. Misschien aardig om daar eens wat licht op te laten schijnen, hier of in een apart blog. Wellicht is er een link naar de regelgeving cq grensdefinitie?)
Nou, dit vind ik redelijk amateuristisch.
Dank Rosalinde, mooi verhaal. Wat moet dat arme kind zich eenzaam hebben gevoeld en jullie je zorgen hebben gemaakt.
@1:
Ja dat krijg je met van die Libelle verhaaltjes,totdat je zelf met die lui te maken krijgt.Dan verdwijnt dat respect als sneeuw voor de zon.
@4, je kunt het de Libelle moeilijk kwalijk nemen dat jij niet met complexere wereldbeelden om kunt gaan – dat jeugdzorg niet allemaal evil of allemaal goed is, want dat de organisatie op veel fronten beschamend slecht is, maar er OOK veel mensen met een groot hart echt betrokken zijn bij de jongeren.
Ik weet, zulke nuance is lastig in een binaire wereld.
@5: Dat jij dweept met deze verhaaltjes is me bekend.
De werkelijkheid is inderdaad complex,zo is het sexueel misbruik binnen Jeugdzorginstellingen bijzonder hoog.Maar daar hoor je niet over in deze verhaaltjes.
http://www.volkskrant.nl/leven/kinderen-in-jeugdtehuizen-schokkend-vaak-misbruikt~a3248749/
Als Roselinde zelf niet wil discussiëren, is er dan iemand van jeugdzorg die dat eventueel wel kan en wil? Zo blijven deze stukjes toch in een vacuüm hangen.
@1: Zonder te veel op de situatie van Shania in te gaan, kan ik wel zeggen dat we regelmatig kinderen in onze leefgroep hebben die weinig vertrouwen in volwassenen hebben. Dat kunnen mijn collega’s en ik niet ineens veranderen, hoe graag we dat ook willen.
De leefgroep waar ik werk biedt 24/7 opvang voor kinderen die om wat voor reden dan ook niet thuis kunnen wonen.
Wij proberen ze zo goed mogelijk op te vangen en te begeleiden naar zelfstandigheid. Een goede band hoort daar uiteraard bij, maar dat lukt niet altijd door verschillende factoren. Dat heeft te maken met factoren als de (thuis)ervaringen van het kind, het karakter van het kind, maar ook de wisselende collega’s (Waarom zou je als kind een band met een pedagogisch medewerker aangaan als je nooit weet hoe lang hij/zij blijft?), hoe lang een kind bij ons woont, enzovoort.
Bovendien proberen we de jongeren voornamelijk een band met hun eigen netwerk op te laten bouwen, in plaats van afhankelijk te maken van de hulpverlening.
@6: Seksueel misbruik komt inderdaad te vaak voor binnen de jeugdzorg, maar dat is niet iets wat ik verzwijg. Ik schreef daar op 23 juli al een column over.