De winnaars moeten nog bekendgemaakt worden, maar volgens Craig Morris weten we nu al dat er wederom veel meer verliezers dan winnaars van de tweede veiling van grondgebonden zonne-energieprojecten zullen zijn. De Duitse overheid spreekt desondanks van een ‘succes’.
Op 3 augustus eindigde de tweede veilingronde voor grondgebonden zonne-energiesystemen. Dit keer werd een volume van 150 MW geveild. Het aantal biedingen was drie maal zo hoog, dus er zullen deze ronde twee keer zo veel verliezers als winnaars zijn. De biedingen worden momenteel beoordeeld. Rainer Baake, staatssecretaris voor de Energiewende, zegt dat het grote aantal biedingen een teken is van ‘succes’ (Duitstalig rapport).
De eerste ronde leverde hogere prijzen op de feedin tarieven die anders van toepassing zouden zijn geweest, dat maakt een verandering in het betalingssysteem voor deze tweede ronde des te interessanter. Dit keer wordt de hoogst toegewezen prijs betaald aan alle winnende biedingen; met andere woorden: zelfs als je voor een lagere vergoeding hebt ingeschrven ontvang je de hogere prijs. Deze verandering lijkt ontworpen om de kosten te verhogen – een ironische uitkomt gegeven de oorspronkelijke justificatie voor de omschakeling van feed-in tarieven naar veilingen als een poging om de kosten te verlagen.
De hele kostendiscussie was dan ook kunstmatig gecreëerd, zoals ik recent berichtte, en is compleet verdwenen. De opslag voor duurzame energie in 2015 (aangekondigd op 15 oktober 2015) zal waarschijnlijk nooit in zijn kostencomponenten uitgesplitst worden. Niemand is daar nog in geïnteresseerd.
De werkelijke reden voor de veilingen kan daarom niet het verlagen van de kosten zijn, want die is er niet – en de overheid spreekt nog steeds van een beleidsmatig succes. Wat veilingen vooral doen is de groei van de markt beperken. De overheid is nu in staat om de hoeveelheid nieuw vermogen die ondersteuning krijgt te controleren. Twee andere aspecten van veilingen kunnen voor verdere vertraging zorgen: tijdsvertragingen bij het realiseren van projecten en het volledig mislukken van projecten.
Na verschillende jaren met 7,5 GW aan nieuw geïnstalleerd vermogen aan zonne-energie lijkt de overheid een beleidsinstrument gevonden te hebben waarmee het de marktgroei kan beheersen op een veel lager niveau. Nu dat we zien hoe irrelevant het kostendebat was (en hoe veilingen zonne-energie duurder maken), zou het goed zijn dat we openlijk konden praten over de werkelijke reden om over te stappen van feed-in tarieven op veilingen: beleidsmakers controle geven over de marktgroei.
Tekst: Craig Morris. Vertaling: Krispijn Beek.
(Craig Morris / @PPchef)
Dit artikel is oorspronkelijk door Craig Morris gepubliceerd op Renewables International en met toestemming van de auteur vertaald door Krispijn Beek.
Craig Morris is Amerikaan van geboorte en woont sinds 1992 in Duitsland. In 2006 schreef hij het boek ‘Energy Switch’ en hij schrijft regelmatig over de Duitse energietransitie. Hij is editor van Renewables International, hoofdauteur van EnergyTransition.de en directeur van Petite Planète en is te vinden op Twitter als PPChef.
Reacties (5)
Dus de Duitse overheid, die een ‘energiewende’ wil, gebruikt beleidsinstrumenten om een kosteneffectieve en snelle groei van zonne-energie tegen te gaan?
Logisch.
Het lijkt me best een interessant onderwerp, maar kan iemand me uitleggen waar het artikel over gaat? Ik snap er niks van.
Als een overheid een veiling gebruikt om energie op te wekken met PV op grondgebonden installaties en deze wordt drie keer overschreven dan vind ik dat voor de overheid zeker een succes.
De conclusie dat er dan meer verliezers zijn dan winnaars slaat natuurlijk nergens op.
Wat verliezen die partijen dan die niet gewonnen hebben? Had dan beter ingeschreven.
De overheid moet een aantal partijen tevreden houden en een grote partij is de verzameling particulieren die niet willen dat hun vrijheid van installatie van zonnepanelen met een terug lever tarief in gevaar komt doordat grote grondinstallaties met veel lagere installatiekosten dan op het dak van huizen gaan concurreren met de huisinstallaties. De laatsten verliezen dat natuurlijk op prijs.
Krispijn, de datum voor de opslag is overigens aangekondigd in 2014 en niet in 2015.
@3 Je hebt gelijk met de datum, te makkelijk vertrouwd op de automatisch aanvulfunctie van mijn tekstverwerker.
Even uitsplitsen naar argumenten die ik lees:
1) 3 keer overschrijden van een veiling is een succes voor de overheid.
2) wie zijn dan de verliezers? Had dan beter ingeschreven.
3) particulieren worden benadeeld door grootschalige grondgebonden installaties, doordat deze laatste goedkoper zijn dan kleine gebouwgebonden installaties.
Ad 1.
Of iets een succes is voor overheidsbeleid hangt naar mijn mening af van de doelstelling die de overheid zich stelt. Als de doelstelling kostenverlaging is dan is de veiling geen succes, want het ontwerp van de veiling heeft een kosten opdrijvend mechanisme ingebouwd. Goed voor de bouwers, slecht voor de kosten.
Ad 2.
De grote verliezers zijn de burgerinitiatieven, mkb en startende bedrijven. Deze hebben vaak onvoldoende diepe zakken om keer op keer in te schrijven op tenders/veilingen als daar geen inkomsten tegenover staan. Het doen van een bieding kost namelijk gewoon geld voor het maken van een projectplan, calculeren van een prijs, uitonderhandelen van voorwaarden voor grondverbruik etc. Kijk naar de Nederlandse wegenbouw waar nagenoeg alle middelgrote bedrijven inmiddels zijn opgeslokt door grote bedrijven, onder andere doordat de tenderkosten niet meer te dragen waren. In economische termen werpen deze kosten van het niet toegewezen krijgen van een project toetredingsdrempels op en verhogen ze de transactiekosten.
Ad 3.
Grootschalige installaties en gebouwgebonden installaties vielen ook onder het feed-in systeem in verschillende categorieën en concurreerden dus niet met elkaar, de angst die je beschrijft ben ik dan ook nog niet tegengekomen in de discussie over kosten die vooral vanuit de grote energie- en mijnbouwbedrijven werd gevoed.
@2: terecht. Ik had wat meer introductie kunnen/moeten geven. In Duitsland wordt al een aantal jaar gewerkt aan het omschakelen van systeem voor duurzame energie. In het verleden werd gewerkt met een zogenaamd feed-in tarief. Waarbij alle zonnestroominstallaties die in een bepaald jaar voor het eerst stroom leverden 20 jaar recht hadden op een bepaalde vergoeding per kWh. Voordeel voor leveranciers/projectontwikkelaars is dat zolang ze maar tijdig de bouw afronden ze zeker zijn van hun opbrengsten (mits de installatie naar behoren presteert). Nadeel voor de overheid is dat het volume dat bijgebouwd kan worden in principe onbegrensd is. Bij een te hoog feed-in tarief krijg je dan sterk stijgende kosten, wat in het verleden gebeurd is met zonnepanelen toen de prijs onverwacht snel daalde en het feed-in tarief te langzaam reageerde.
De huidige regering wil overschakelen op een veilingsysteem, waarbij ze een bepaald volume aan zonnestroominstallaties veilen, degene die de laagste vergoeding vraagt wint de veiling. De overigen krijgen een briefje voor de moeite. Nadeel van het veilingsysteem is dat alleen de partijen die een toewijzing krijgen de ontwikkelingskosten terug verdienen. De overige moeten dit als kosten/verlies slikken. Vooral voor burgercollectieven, mkb-bedrijven en nieuwe toetreders vormt dit een barrière.