Van der Laan: 1984 op school

Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam ziet niets in het plan een wietpas in te voeren waardoor alleen Nederlanders boven de achttien nog in coffeeshops kunnen kopen. Hij denkt - terecht - dat overlast (en criminaliteit) gaan toenemen doordat de buitenlandse en jongere gebruikers op straat gaan kopen. Het plan betekent meer tussenhandel. Tot dusver redelijke woorden van de Amsterdamse burgervader. Maar vervolgens vliegt hij verschrikkelijk uit de bocht: Ik denk dat we meer aanwezig moeten zijn op scholen. Bijvoorbeeld speeksel- of urintetests voor leerlingen. En de kluisjes op scholen controleren en drugs in beslag nemen. Wat een armoede. Ik vind plan A niks, dus ik bedenk een nog slechter plan B, rechtstreeks afkomstig uit het boek 1984, lijkt het wel. De burgemeester lijkt een totaal lak aan privacy te hebben. Om een beperkt probleem op te lossen gaat hem blijkbaar niets te ver. Speekseltesten en urinetesten, doorzoeken kluisjes? Hebben scholieren dan geen recht op privacy? Slechts een kleine minderheid van de jongeren gebruikt regelmatig softdrugs én veroorzaakt problemen in de buurt. Is het daarom gerechtvaardigd alle jongeren te behandelen als overlastgevende drugsgebruikers? Uiteraard niet. De vraag rijst dan ook wat een school moet doen als blijkt dat een leerling softdrugs heeft gebruikt. Je kan het aan de ouders vertellen natuurlijk of het kind tijdelijk schorsen, ook als het gebruik in het het weekend heeft plaatsgevonden, zonder dat het een slechte invloed had op de schoolresultaten. Als burgemeester wordt er van je verwacht dat je met goede voorstellen komt die je goed onderbouwt. Dit voorstel is niets van dat alles. Van der Laan, bespaar Amsterdam en vooral Nederland in het vervolg je idiote - en gevaarlijke - hersenspinsels.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De wietpas: symbool van een aflopend gedoogbeleid

Koffie op zijn Amsterdams (Foto: Flickr/lamazone)

Kijk eens aan, een wietpas. Burgemeester Leers van Maastricht kwam met het idee. De pas, die moet voorkomen dat er aan buitenlanders wiet wordt verkocht, zou in ieder geval in Limburg ingevoerd moeten worden om drugstoerisme te ontmoedigen. Coffeeshops mogen dan enkel en alleen nog maar leveren aan mensen die lid zijn van de club. Coffeeclubs, dus.

Het plan staat in Limburg alweer op losse schroeven, maar minister Guusje ter Horst vindt dat het idee in heel Nederland moet worden ingevoerd. Volgens haar werkt zo’n pasjessysteem matigend, is het gebruik beter te reguleren en krijgen coffeeshophouders een beter zicht op hun klanten.

De eerste vraag die in me opkomt is hoe dit gehandhaafd wordt. Krijgt de politie een lijst met alle klanten van een coffeeshop? Dat lijkt me niet gewenst, want de politie zou de lijst wel eens voor andere doeleinden kunnen gaan gebruiken.

Daarnaast vraag ik me af wat er zo matigend werkt aan zo’n systeem. Nederland is qua cannabisgebruik al een middenmotor, en het moeilijker maken (lees: illegaal) in andere landen heeft ook nog nooit tot een lager gebruikspercentage geleid.

En denkt Ter Horst nou echt dat toeristen in Amsterdam geen drugs meer willen proberen? Dat ze het niet direct kunnen krijgen zal de meesten niet stoppen, zeker omdat ze er nog steeds niet voor aangehouden zullen worden. Het enige wat er dus gaat gebeuren is dat er een semi-illegale tussenlaag gaat ontstaan van ‘leden’ van coffeeshops, die de drugs zullen doorverkopen. En dat zal alleen maar tot meer overlast leiden, in plaats van tot minder.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Vorige