Jodendom als fictie – een brug te ver

Bart Voorzanger legde in een eerdere blogpost uit waarom volkeren fictie zijn. 'Het duurde even voor ik snapte waarom mijn lezers niet altijd meteen overtuigd waren. Inmiddels snap ik dat: de bewering "volken zijn een fictie" is gewoon onwaar.' Volken bestaan, in elk geval in de zeer concrete zin dat je van de meeste mensen ondubbelzinnig kunt vaststellen of zij al dan niet tot een bepaald volk behoren. Een volk is een heel concrete verzameling van heel concrete individuen. En het is verwarrend zo’n verzameling als fictie aan te duiden. Ik zei dus overduidelijk iets anders dan ik bedoelde, en dat spijt me. Maar wat ik bedoelde was geen onzin. Volken zijn verzamelingen van mensen die niet meer gemeen hebben dan dat ze elementen uit die verzameling zijn. Wat Nederlanders gemeen hebben is hun Nederlanderschap, maar daarmee weet je nog niets over hoe ze eruit zie, hoe ze zich gedragen, wat ze vinden, waar ze wonen, welke taal ze spreken, enzovoort, enzovoort. Nederlander-zijn is een uiterst oninteressante eigenschap: als je weet dat iemand Nederlander is, weet je, afgezien van zijn of haar nationaliteit, nog niets. O zeker, u zult, dat wetende, bepaalde verwachtingen hebben, en statistisch zijn daar zeker gronden voor. Maar welke van die statistisch verantwoorde verwachtingen u ook hebt, er zijn heel wat Nederlanders die er niet aan zullen beantwoorden.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.