Foto des Tages – Vanaf Mei 2008
(via) De nieuwe lijn van Valintin Joedasjkin, hier de rest. Vanaf Mei 2008 op het Rode Plein, samen met tanks en lange-afstandraketten
Met het kledingvoorschrift voor de politie én haar politieke dictaat heeft minister Yeşilgöz de discussie over het al dan niet mogen of kunnen dragen van religieuze symbolen bij geüniformeerde beroepen onbedoeld juist een nieuwe impuls gegeven. Diversiteit, inclusie, antidiscriminatie en representatie maken daar onlosmakelijk onderdeel vanuit. Vrouwen als Sarah Izat, Esma Kendir, Saida Derrazi en vele anderen maken ons dat dagelijks duidelijk. Het gaat hier om mensenrechten en keuzevrijheid. Op 20 juni organiseerde ik in opdracht van het bureau van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) in Haarlem een sessie over Neutraliteit & Inclusie, die toespitste op het al dan niet kunnen of mogen dragen van religieuze symbolen bij geüniformeerde beroepen. Een week later lag er een kledingvoorschrift voor de politie. "Ik hoop dat de discussie klaar is en dat er niet langer over de ruggen van agenten een politieke discussie wordt gevoerd over dit onderwerp", liet verantwoordelijk minister Dilan Yeşilgöz (VVD) weten. Sessie in Haarlem In zijn inleiding liet godsdienstwetenschapper en moraalfilosoof Patrick Loobuyck van de Universiteit van Antwerpen nog eens – en zo bleek niet overbodig - zien dat neutraliteit vele soorten en maten kent en maakte hij ook korte metten met het misbruik van het beginsel scheiding van Kerk en Staat. Vlak daarvoor had ik hem bijgepraat over de Nederlandse situatie. Daarbij refereerde ik onder andere aan de eind 2022 aangenomen moties van PPV Kamerlid Helder, die de opmaat vormde voor het kledingvoorschrift. We kregen een geanimeerd gesprek over de schuivende notie in Nederland over neutraliteit, die steeds meer aanschurkt tegen het strikte (exclusieve) Franse laïcité-model, waarin religiebeleving zich uitsluitend achter de eigen voordeur voltrekt. Hoe anders dan de inclusieve en soms zelfs compenserende neutraliteit die de Amsterdamse burgemeester Job Cohen zo’n 20 jaar geleden voorstond. In dezelfde voorbereiding merkte ik ook de enorme terughoudend, vooral bij de rechtelijke macht en de politie, om in te gaan op de uitnodiging aan de sessie deel te nemen, laat staan een inhoudelijke bijdrage te leveren. Na het nodige masseerwerk zaten er uiteindelijk wel vertegenwoordigers van het leger, de douane, de brandweer én de politie in een panel om het gesprek met elkaar en de zaal aan te gaan. Belangrijke en gedeelde uitkomst: neutraliteit en onpartijdigheid zit voor alles in handelen, niet in uiterlijkheden of in het dragen van religieuze symbolen. Verder was er een brede consensus bij de panelleden over het belang het gesprek verder binnen en buiten de eigen organisaties te blijven voeren. Daarmee liepen zij allemaal onbedoeld vooruit op de discussieboycot van de minister. Want hoewel haar bevoegdheid zich niet uitstrekken naar het leger (defensie), de douane (financiën) of de boa’s (gemeenten) probeert ze wel de bestuurlijke toon te zetten. Politieke discussie? Van een politieke discussie merkte ik anders dan de minister eerlijk gezegd de laatste jaren niet zo veel. Het lijkt er sterk op dat na de strijd van Sarah Izat en de positieve uitspraken van hoofdcommissaris Aalbersberg in Amsterdam in 2017, vanuit het Haagse (VVD) torentje werd aangestuurd op een discussieverbod. Dat werd hooguit doorbroken door als dissident opgevoerde meningen van politiemedewerkers die zich bezighielden met diversiteit en inclusie binnen de eigen organisatie. Met de - gesteund door het CDA - aangenomen moties voor boa’s (2021) en de politie over een verbod op religieuze symbolen op zak, hoeft de minister van Veiligheid & Justitie weinig politieke weerstand en discussie meer te verwachten. De nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer zal haar extra geruststellen. Het is dan ook veel meer de discussie binnen de beroepsgroepen en met de samenleving als geheel die nog gevoed en gevoerd moet gaan worden. De behoefte daaraan werd van alle kanten bevestigd. Door één van de politievakbonden, door talloze (wijk)agenten, door de kwartiermaker Diversiteit én door plaatsvervangend korpschef Liesbeth Huyzer. Zij zei: “Laten we vooral met een open mind blijven kijken naar dit vraagstuk en de hand blijven reiken naar iedereen, ook naar hen die vanuit overtuiging hun geloof zichtbaar tot uiting willen laten komen” Diversiteit, inclusie, antidiscriminatie en representatie maken onlosmakelijk onderdeel uit van de bredere discussie. Vrouwen als Sarah Izat, Esma Kendir, Saïda Derrazi en vele anderen maken ons dat dagelijks duidelijk. Het gaat hier om mensenrechten en keuzevrijheid. Het College voor de Rechten van de Mens zit niet verassend bovenop dit dossier. Daar kom bij dat ook deze wijziging in de wetgeving weer als algemeen geldend (religieuze symbolen) wordt gepresenteerd, maar zoals uit de motie van Helder blijkt in de praktijk net als meer recente tijdelijke wet- en regelgeving vooral bedoeld is en negatief uitwerkt voor moslim(a')s. Hoe dan ook, met het kledingvoorschrift voor de politie én haar politieke dictaat heeft minister Yeşilgöz de discussie onbedoeld juist een nieuwe impuls gegeven. In november organiseer ik met de NCDR een tweede sessie over het al dan niet kunnen of mogen dragen van religieuze symbolen bij geüniformeerde beroepen. Die stond overigens ook al voor haar gespreksboycot gepland. Wordt van alle kanten vervolgd dus. Dit artikel van Roemer van Oordt verscheen eerder bij Republiek Allochtonië. Toevoeging redactie Sargasso: De in het artikel genoemde Sarah Izet was werkzaam bij de politie Rotterdam. Radio Rijnmond sprak met haar over de nieuwe wet.
(via) De nieuwe lijn van Valintin Joedasjkin, hier de rest. Vanaf Mei 2008 op het Rode Plein, samen met tanks en lange-afstandraketten
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.
In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.
Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.
Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.