Voorzichtig optimisme over wetenschapsbeleid Rutte II

Rutte II brengt niet alleen slecht nieuws. Eén van de velden waarin wel extra geïnvesteerd wordt, is wetenschappelijk onderzoek. Het blijft echter de vraag of het nieuwe beleid echt gaat afwijken van de economisch gerichte koers van de afgelopen jaren. Er wordt geïnvesteerd in toegepast én fundamenteel onderzoek. Vooral dat laatste wordt toegejuicht, omdat het in het afgelopen decennium steeds meer in de verdrukking leek te komen. Uit het regeerakkoord: Het topsectorenbeleid uit Rutte I, waarin de nadruk ligt op publiek-private samenwerkingen, zal worden voortgezet. 275 miljoen wordt ingezet via NWO, en verschuivingen elders leveren een extra 110 miljoen op. 150 miljoen komt extra beschikbaar voor fundamenteel onderzoek, waarvan 50 miljoen door ‘herprioritering’. Een deel wordt ingezet als matching voor Europese subsidies in het programma Horizon 2020. Maar waarin wordt precies geïnvesteerd: in economie of in kennis?

Foto: Michael Dales (cc)

Overal goed in zijn

ANALYSE - In Nederland heerst de gedachte dat we in de wetenschap moeten kiezen waar we goed in willen zijn. Onzin, vindt Barend van der Meulen.

In mijn korte tijd als ambtenaar, begin jaren ’90, kreeg ik een tekst waarin het Ministerie van Defensie heel serieus de voortgang in het speerpuntenonderzoek meldde. Ik had niet verwacht dat ons land nog met speren verdedigd werd. Ik was niet de eerste lezer van de tekst. Blijkbaar hadden velen voor mij de term speerpuntenonderzoek niet raar gevonden.

In onderzoek- en wetenschapsbeleid moet er altijd gekozen worden. “We kunnen immers niet overal goed in zijn,” zeggen bestuurders graag. Of dat waar is, is maar de vraag. Individuen kunnen niet overal goed in zijn. Heel veel wetenschappers kunnen wel in heel veel goed zijn. En veel wijst er op dat Nederlandse wetenschappers het over de volle breedte van de wetenschap goed doen. Sommigen zeggen ‘excellent’, maar die categorie bewaar ik zelf liever voor de beste 10%.

Hoe dan ook, de overtuiging dat er gekozen moet worden, is diep verankerd in het wetenschapsbeleid. De gedachte is in ieder geval ouder dan ik zelf ben. In 1963 schreef Alvin Weinberg het artikel ‘Criteria for Scientific Choice’ , dat in één van de eerste nummers van het tijdschrift Minerva verscheen. Hij probeerde in dat artikel het probleem op te lossen dat er meer wetenschappelijke plannen zijn dan de overheid kan (of wil) financieren.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Allerlaatste Dagen der Mensheid, zoveelste bedrijf, eerste scène

De reeds beeïndigde serie ‘De Allerlaatste dagen der Mensheid’ wordt abrupt gereanimeerd, wie zich nog/weer moet inlezen treft hier de voorgaande afleveringen.

Voor het gebouw van de Tweede Kamer in Den Haag. Meneer Oranje-Blanje-Bleu in gesprek met de oude Cliché.

ORANJE-BLANJE-BLEU: Het zijn barre tijden.
DE OUDE CLICHÉ: Zeg dat wel. Je bent niet meer veilig in je eigen stad. Stelletje oproerkraaiers.
ORANJE-BLANJE-BLEU: Zat jouw zoon erbij?
DE OUDE CLICHÉ: God beware! Die zit bij de marechaussee, en is nog in opleiding. En jouw zoon, wat doet die eigenlijk?
ORANJE-BLANJE-BLEU: Studeert.
DE OUDE CLICHÉ: Toe maar. Wat?
ORANJE-BLANJE-BLEU: Voedsel en bloemen.
DE OUDE CLICHÉ: Voedsel en bloemen?
ORANJE-BLANJE-BLEU: Voedsel en bloemen. Zijn bedje is gespreid.
DE OUDE CLICHÉ: O ja?
ORANJE-BLANJE-BLEU: Heb je ’t niet gelezen dan? In de courant? Ons NRC-Handelsblad?
DE OUDE CLICHÉ: Nee, noh, wat dan?
ORANJE-BLANJE-BLEU: Dat de studierichtingen Voedsel en Bloemen en Water en Creatieve Industrie de topsectoren zijn van de nieuwe universiteiten?

DE OUDE CLICHÉ: Dat is nieuws.
ORANJE-BLANJE-BLEU: Hiermee gaat Nederland wereldwijd in de top-5 van kenniseconomieën komen. Een VWO-diploma geeft geen directe toegang meer tot de universiteit, is de redenering.
DE OUDE CLICHÉ: Maar hij wou toch Theoretische Natuurkunde studeren? Waar ie zo goed in was en zelfs uitblonk?
ORANJE-BLANJE-BLEU: Geen droog brood mee te verdienen. Nee, jongen, zei ik, Voedsel en Bloemen voor jou. Daarmee ga jij Nederland wereldwijd in de top 5 van de kenniseconomieën stuwen.
DE OUDE CLICHÉ: Theoretische Natuurkunde… Zoveel hersens en zo dom. Is daar veel kennis voor nodig trouwens, voor Voedsel en Bloemen?
ORANJE-BLANJE-BLEU: Lees dan wat er staat: kennis-e-co-no-mie! Het gaat erom de dingen te gelde te maken. Daarin leer je door. Hoe verkoop je Voedsel en Bloemen.
DE OUDE CLICHÉ: Op die manier. (zwijgt even, kijkt peinzend) Je mag nog blij zijn dat hij niks in de kunst wou.
ORANJE-BLANJE-BLEU: De kunst! Breek me de bek niet open! De kunst is de allerabjectste tijdsbesteding die er bestaat! Gesubsidieerd of niet-gesubsidieerd! De kunst moet te vuur en te zwaard bestreden worden! Met wortel en tak uitgeroeid. Het is een gevaarlijke, levensgevaarlijke manier van denken en leven, die zombies van mensen maakt, denkende zombies! De kunst is een haatdragende religie en alle kunstwerken zouden verbrand moeten worden!
DE OUDE CLICHÉ (om zich heen kijkend): Pas op, je zet aan tot haat en discriminatie.
ORANJE-BLANJE-BLEU: Welnee! Ik heb het toch niet over de kunstenaars? Ik heb op zich niks tegen kunstenaars, alleen tegen de kunst.
DE OUDE CLICHÉ (niet overtuigd): Is er dan kunst zonder kunstenaars? Zijn er kunstenaars die geen kunst maken? Vooronderstelt het ene niet het andere? Je kan toch ook niet het vegetarisme bestrijden en de vegetariërs ongemoeid laten?
ORANJE-BLANJE-BLEU: Haarkloverijen! Daar heeft de rechter korte metten mee gemaakt. Ik ben een groot voorstander van de vrijheid van mijn meningsuiting, en je hoort het. Kunstenaars: mogen blijven. Kunst: weg ermee. Duidelijk toch?
DE OUDE CLICHÉ: Heel duidelijk. Was iedereen maar zo duidelijk. Wat voedsel tot ons nemen bij wijze van creatieve vrijetijdsbesteding?
ORANJE-BLANJE-BLEU: Goed idee. Met een watertje erbij daar bij die bloemenstal.
(Af.)