Het had anders kunnen lopen in de zomer van 1965. Heel anders. Theo Verhoeven – die u mag typeren als classicus, archeoloog en paleontoloog – was begin juli bezig met onderzoek in de grot van Liang Bua op het Indonesische eiland Flores en had al genoteerd dat “deze grot extra belangrijk” was, toen de politie hem van zijn werkplek weghaalde. Eenmaal op het bureau, twintig kilometer verderop, toonde Verhoeven zijn vergunning en maakte de politie excuses voor het ontstane oponthoud, maar toen Verhoeven op zijn opgraving terugkwam, bleek deze te zijn geplunderd door mensen uit de omgeving.
Er viel met de middelen waarmee Verhoeven werkte geen eer meer aan de extra belangrijke grot te halen en het zou jaren duren eer de plek opnieuw werd onderzocht. In 2003 werd gevonden wat Verhoeven had gemist op die julidag in 1965: een skelet van een vrouw, zo’n 60.000 jaar oud en slechts een meter lang. Het ging om een nieuwe mensensoort, die sindsdien bekendstaat als Homo floresiensis, of ook wel “de hobbit”. De ontdekking bevestigde Verhoevens stellige overtuiging dat de vroegste mensen, de Homo erectus, al in het oosten van Indonesië waren geweest. Op een geïsoleerd eiland als Flores zou deze mensensoort, onbedreigd door natuurlijke vijanden maar met beperkte voedingsmiddelen, zich hebben ontwikkeld tot een kleinere soort. Helaas maakte Verhoeven de erkenning van zijn gelijk niet meer mee: hij is op 3 juni 1990 overleden, vandaag negenentwintig jaar geleden.