Op zorg besparen? Kijk naar de structuur!

De kosten van de gezondheidszorg lopen op. De Volkskrant maakte een rondje langs experts en publiceerde gisteren een overzicht van ‘scherpe keuzes’ die de uitgaven kunnen beteugelen. Het was nogal een ratjetoe: van eerst pijnbestrijding en fysiotherapie proberen voordat je bij artrose een nieuwe knie of heup plaatst, wat toch staande praktijk is, tot huur vragen aan mensen die in een verpleeg- of verzorgingstehuis verblijven (er is nu al een eigen bijdrage: die kan oplopen tot 900 euro per maand voor mensen wier partner nog thuis woont, en tot 2470 euro voor alleenstaanden). Voorts kwam de discussie op levensrekkende medicijnen, vaak op het gebied van kanker. Zulke medicijnen zijn vaak extreem duur en rekken iemands leven meestal slechts met een paar maanden. Intussen staat het de farmaceuten zo ongeveer vrij om ervoor te vragen wat ze willen. Zorg aan sommige patiënten weigeren was de meest heikele optie die genoemd werd. Wat me opviel, was de beperkte blik: de experts bepaalden zich tot de zorg zelf, op dat ene uitstapje naar de prijsmechanismes achter nieuwe medicijnen na. Maar daaromheen zitten allerlei bedrijfsstructuren en betalingsregelingen, waarvan een deel juist vergemakkelijkt dat het geld er met bakken tegelijk uitgaat. Zo heeft de versplintering van de thuiszorg en de jeugdzorg die optrad na de decentralisatie in 2015 de opkomst van zorgcowboys in de hand gewerkt: handige jongens en snelle meiden, die soms in hun eentje binnen een paar jaar een miljoenenwinst uit hun zorgbedrijfje naar hun bv weten over te hevelen – en zo de gemeentelijke begrotingen vakkundig in de soep draaien. Ook de opkomst van tientallen dyslexie-bedrijfjes en paardenknuffelaars zorgde voor een ingrijpende verschuiving: deze verhoudingsgewijs eenvoudige zorg slokt gaandeweg een groter deel van het budget op, wat uiteindelijk ten koste gaat van kinderen met complexe problemen. Zo constateerde Follow the Money vorige maand dat van de tien jeugdzorg-bv’s die de meeste winst maakten, liefst zeven zich bezighielden met dyslexie- en onderwijszorg: laaghangend fruit plukken loont. Instellingen voor complexe jeugdzorg moeten juist steeds vaker op een houtje bijten. De zorg wordt steeds meer een markt, en dat doet haar geen goed. Inmiddels storten buitenlandse investeringsmaatschappijen zich al op de dementiezorg, je houdt je hart vast. Winstmarges van 10 procent – waarboven een instelling dividend aan haar investeerders mag uitkeren – zijn daar niet ongewoon. Maar dat is allemaal publiek geld dat wegstroomt uit de zorg, en dus doodzonde. Ook op andere vlakken kan de overheid bepaald meer doen. Een fikse suikertaks instellen, bijvoorbeeld – en niet alleen voor frisdrank. Dat leidt er bewijsbaar toe dat kinderen en volwassenen minder suiker consumeren: goed voor hun tanden en voor hun gewicht, en een grote steun in de strijd tegen diabetes. Dat levert op termijn een enorme besparing op. Laat de vruchten van zo’n suikertaks intussen vooral ten goede komen aan de huidige zorg. Deze column van Karin Spaink verscheen eerder in Het Parool.

Door: Foto: 1+23 (cc)
Foto: copyright ok. Gecheckt 25-10-2022

Priktax voor de bühne

Het is me van meer dan één kant gevraagd: ik was zeker wel blij dat de Franse regering had besloten een suikertax in te voeren? Ik ben immers een verklaard tegenstander van de invoering van een vettax en zeg altijd dat toegevoegde suikers vermoedelijk een veel belangrijker oorzaak zijn van overgewicht. Klopt allemaal. Waarom sta ik dan niet te juichen?

Om te beginnen moesten we door wat verwarring heen. De Telegraaf had het nieuws gisteren snel en had het over een belasting op suikerhoudende frisdrank. Al snel heette het op Twitter een “suikertax”, maar vanmorgen meldde Stephan Peters van het Voedingscentrum via dat medium dat ook light-drankjes onder de nieuwe heffing vielen. The Inquirer had het dan weer over een “soda tax”.

De redactie van De Telegraaf blijkt vroeger tijdens de Franse les het best te hebben opgelet, want France Soir meldt in zoveel woorden dat vruchtensappen zonder toegevoegde suikers, mineraalwater en frisdranken met kunstmatige zoetstoffen vooralsnog aan de heffing ontsnappen. Maar waar gaat het nou eigenlijk om?

Het gaat, zo blijkt uit de Franse media, om een maatregel in het kader van algemene bezuinigingsmaatregel–kortom, het gaat in de eerste plaats om het spekken van de staatskas. Met dat oogmerk wordt de BTW op suikerhoudende dranken, geconcentreerd vruchtensap en nectars op hetzelfde niveau als dat van wijn gebracht, waarmee 120 miljoen extra voor de sociale zekerheid kan worden binnengehaald. Als welkom neveneffect hoopt de Franse regering op een gunstig effect op het nationale overgewicht.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.