Twee landen, één finale: Nederland en Spanje. Het is een cliché om te roepen dat er maar een kan winnen, maar het is een waarheid als een koe. En hoe verleidelijk het ook is voor Nederland te zijn, je moet rationeel blijven, juist nu. Een kampioenschap levert een land veel op. Niet alleen de kroegen en supermarkten profiteren, ook zullen de producten van de winnaar beter worden verkocht. Meer mensen zullen naar dat land op vakantie willen en het algehele vertrouwen in eigen kunnen zal toenemen. Al met al kan het zo een half procent extra economische groei opleveren.
Een rationeel iemand moet dit in ogenschouw nemen en een onvermijdelijke conclusie trekken: Spanje hoort dit WK te winnen. Het land is, samen met Grieken en Portugal het grootste zorgenkindje van de EU. Het land kan de hele Unie, misschien zelfs de wereld, in een economische crisis storten die zijn weerga niet kent. Juist nu heeft dat land die halve procent extra nodig, en ook een toename in zelfvertrouwen is beter besteedt aan de Spanjaarden. Daar profiteren wij óók van. Bovendien is het land economisch gezien belangrijker dan wij. De wereld als geheel heeft meer aan winst voor Spanje dan aan die van ons.
Wat ons rest is niets dan objectieve berusting. Spanje moet winnen. Toch?
Nee, toch niet, fuck it. Rot op met de economie, de derde keer mogen wij die cup eens winnen. En oh ja, ik wil die klompen terug die die Spanjolen 400 jaar geleden van mijn verre voorouder hebben gestolen.
Hup Holland!