De overheid is geen geluksmachine, heeft premier Rutte bij herhaling gezegd. U, de burger, moet het zelf gaan doen. Rutte spreekt zich uit als een klassieke liberaal, die vindt dat de taken van de overheid beperkt moeten blijven. Een goede overheid, is een kleine overheid.
De praktische uitwerking van dit gedachtegoed is echter geen breuk met de kabinetten Balkenende. Ook die vonden dat de overheid de afgelopen decennia teveel taken bijeen gehamsterd heeft en die niet allemaal meer kan dragen. De burger is aan zet en moet meedoen. Er wordt daarom voorzichtig al gesproken van een participatiestaat.
De participerende burger, zijn verlangens en vermogens en de verwachtingen die de overheid van hem koestert zijn de thema’s van het Brave Burgers Gezocht: De Grenzen van de Activerende Overheid, het nieuwe jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, onder redactie van sociologen Imrat Verhoeven en Marcel Ham. Het boek is in december uitgekomen, maar kwam via een aantal transatlantische omzwervingen onlangs op mijn bureau. Niettemin is Brave Burgers alleen maar actueler geworden, vandaar alsnog deze bespreking.
Een van de opvallende ontwikkelingen in het afgelopen decennium is dat de burger zoveel moet. De redacteuren zien daarbij twee ontwikkelingen aan het werk. Ten eerste de verschuiving van een terugtrekkende naar een heroptredende overheid. Burgers moeten hun eigen problemen oplossen en liefst ook een aantal problemen die van oudsher onder de verantwoordelijkheid van de staat vallen.